Tijdens een eetstoornis is het mogelijk dat je je lichaam heel anders ervaart. Dit kan betekenen dat je je – bewust of onbewust – anders gaat kleden. Vandaag delen wij hoe dit voor ons was. Waren wij hiermee bezig of juist helemaal niet?
Wat Irene droeg – “Ik wilde iemand anders zijn”
In de tijd dat ik een eetstoornis had, was ik best zoekende naar wat mijn stijl nu eigenlijk was. Voordat ik een eetstoornis had, kleedde ik me best stoer en alternatief. Toen mijn eetstoornis zich net ontwikkelde, ging ik me ineens heel meisjesachtig kleden. Met veel roze en gouden kettingen. Lekker cliché, maar precies het tegenovergestelde van wat ik eerder deed. Achteraf gezien misschien ook wel omdat ik graag iemand anders wilde zijn.
Waar mijn eetstoornis mij in eerste instantie juist een gevoel van kracht en zekerheid gaf, ging ik me later steeds zwakker en onzekerder voelen. De strakke roze shirtjes maakten plaats voor grote, zwarte truien en flubberleggings. Zolang ik mijn lichaam maar kon verbergen en niet hoefde te voelen. Behalve op de goede dagen; dan was ik ineens weer heel veel met mijn kleding bezig, maar nog altijd niet op een ontspannen manier. Ik kon er niet echt mijn weg in vinden en kon uren twijfelen over wat ik aan zou trekken. Was het niet overdreven? Zag ik er niet dik uit? Zat het wel lekker? Is het niet te anders van wat ik normaal draag? Wat zouden anderen denken?
Ik kan het nog steeds wel spannend vinden om ineens iets anders aan te trekken dan anderen van me gewend zijn, maar soms heb ik daar gewoon zin in. Mijn stijl en interesses veranderen ook continu en dat vind ik juist wel leuk. Daar schreef ik ook al over in deze blog. Wel is die spanning niet meer zo intens, maar gewoon gezond. Ik leer steeds meer mijn eigen stijl ontdekken en heb daar vooral ook heel veel plezier in! Soms een leuk jurkje, dan weer een stoere trui of lekker een dagje sloeberen in joggingpak. Het past me allemaal.
Wat Daphne droeg – “Niets was goed genoeg”
Er gaat toch best wel wat tijd overheen als je een eetstoornis hebt en hier ook van aan het herstellen bent. Dus als ik zo terugdenk, is mijn kledingstijl – ook tijdens mijn eetstoornis – best wel veranderlijk geweest. Veel periodes stonden in het teken van grote, wijde truien. Vaak veel te warm voor die tijd van het jaar, maar ik voelde mij er het meest mezelf in. Daarnaast was er ook een fase waarin ik bijna geen spijkerbroeken had, omdat ik het gewoon niet kon verdragen. Dus elke dag, welk seizoen dan ook, had ik een panty aan. Blijkbaar voelde ik me daar toch het meest comfortabel en het minst onzeker in. Ik wilde er altijd echt goed en leuk uitzien, maar zat mezelf ook constant in de weg doordat ik vond dat vrijwel alles mij niet goed stond.
Ik zie als ik terugkijk ook een verloop van kledingkeuze bij het veranderen van mijn eetstoornis. Toen ik anorexia had, was ik erg gefocust op de kleinste maat die ik moest hebben. Tijdens mijn periodes met boulimia moest het juist groter en vormlozer. Bij beide eetstoornissen keek ik anders naar mijn lichaam, ging ik er anders mee om en kleedde ik me dus ook anders. Misschien is dat iets wat jij ook bij jezelf hebt gemerkt?
Er hingen blijkbaar voorwaarden aan het mogen dragen van bepaalde kleding, merkte ik bij mezelf. En dat kon mij tegenhouden in écht doen en dragen wat ík wilde. Het was vooral zwart, of een kleur die daar dicht bij in de buurt kwam. Nog steeds ‘kleurt’ dit wel een groot deel van mijn kast, maar er komen steeds meer kleuren en printjes bij. Omdat ik langzaam steeds meer durf en ook dingen buiten mijn comfort zone aan wil trekken. Mijn eetstoornis heeft mij wel geleerd dat je meer bent dan de kleding die je draagt en dat jij de regels bepaalt. Jij bepaalt waar je je goed en comfortabel in voelt en jij bepaalt wat vandaag bij je past. Dat klinkt logisch, maar ik heb het idee dat we ons soms toch heel erg schikken naar bepaalde kleding. Heb ik wel het ‘juiste’ lichaam hiervoor? Past het wel bij de rest van mijn stijl? Gaan mensen niet gek opkijken als ik dit ineens aan heb? Terwijl kleding ons zou moeten dienen, niet andersom.
Wat Lonneke droeg – “Wijd en fladderig”
Tijdens mijn eetstoornis had ik een heel ander beeld van mijn lichaam. Het voelde nooit goed en niks stond me leuk. Het was voor mij dan ook best een opgave om me elke dag opnieuw aan te kleden. Vaak droeg ik wat er op dat moment in de mode was, maar dan versimpeld. Ik wilde geen onnodige poespas. Dat was onnodige aandacht en dat wilde ik te allen tijde voorkomen. Later ben ik vooral wijde kleren gaan dragen. Ik wilde de focus van mijn lichaam afhalen. Ik wilde vooral ook zelf die confrontatie niet aangaan.
Wat het lastig maakte voor mij, is dat ik tijdens mijn eetstoornis ook een depressie had. Dit zorgde ervoor dat ik kleding als steeds minder belangrijk zag. Het werd vooral een noodzaak. Tijd aan mezelf besteden deed ik amper en wat ik droeg, maakte me ook niet zoveel uit. Zolang het maar groot was. Ik wilde erin kunnen verdrinken, me nog kleiner voelen.
Op dit moment draag ik vaak nog steeds wel redelijk wijde kleren. Ik voel me hier op dit moment prettig bij. Ik ben echter niet meer bang om ook wat strakkere kleding te dragen als ik hier zin in heb. Daarnaast draag ik het nu met een hele andere intentie. Ik vind die stijl gewoon tof, niet omdat ik mezelf wil verbergen. Daar zit ook wel een groot verschil in.
Kom bij Proud2Bme gratis en anoniem in contact met lotgenoten, ervaringsdeskundigen, psychologen en dietisten. Op ons forum kun je jouw verhaal delen en/of vragen stellen. Ook kan je dagelijks met ons chatten (de agenda vind je hier). Wij staan voor je klaar.
Geef een reactie