Exposure is een vorm van therapie die toegepast kan worden bij veel verschillende stoornissen. Vooral binnen de angsten is exposure een veelgebruikte therapie. Het woord zegt het eigenlijk al, exposure = blootstelling. In het geval van angst, blootstelling aan datgene waar iemand onwijs bang voor is. Binnen de therapie bij eetstoornissen wordt het ook gebruikt omdat hier evengoed sprake is van angst. Angst voor aankomen, bepaalde producten, afwijkende tijden etc. Het is bewezen dat bij gedragstherapie, waar exposure therapie onder valt, er minder mensen terugvallen na het staken van de behandeling als bij het gebruik van alleen (angstremmende)medicatie.
Met exposure therapie wordt de angst langzaam uitgedaagd. Ze beginnen niet gelijk met iets wat de grootste angst oproept maar bouwen het op in stappen. Een voorbeeld van exposure therapie bij eetstoornissen is het uitproberen van zogenoemde ‘verboden producten’. Iemand maakt een lijst met daarin een hiërarchie van verboden producten. Bovenaan staat het meest moeilijke product en onderaan een product wat minder angst of spanning oproept. Langzaam worden de producten van onder naar boven uitgeprobeerd.
De therapie is gebaseerd op dat je een spanningsboog moet doorlopen wanneer je iets eng vindt. Hoe angstiger je bent, hoe hoger de spanning. Door iets lang uit te weg te gaan neemt de spanning alleen maar toe en wordt de spanningsboog als het ware hoger en langer. Wanneer je door middel van exposure deze angst aangaat zal eerst de spanning verhogen, maar na verloop van tijd zal hij ook weer afnemen. Bij een volgende keer zal de spanning ook toenemen maar in mindere mate en minder lang duren. Hoe vaker dit wordt gedaan, hoe meer de spanning en angst zullen afnemen.
Tegenwoordig is er nog een extra aspect aan de exposure therapie toegevoegd, namelijk responspreventie. Dit is vooral voor eetstoornissen erg waardevol. Ook hier zegt het woord het eigenlijk al. Er wordt voorkomen dat er een reactie optreedt op de prikkel die de angst veroorzaakt. Bij eetstoornissen is er namelijk snel de behoefte aan compenseren. Wanneer je gaat compenseren zorgt dit ervoor dat de spanningsboog gelijk wordt afgebroken. De spanning of angst is dan meteen weg, maar een volgende keer zal de spanning alleen maar hoger zijn. De responspreventie wordt gedaan door het toezicht houden op compensatiegedrag en hierover in gesprek te blijven.
Sinds een aantal weken is er een nieuw concept gelanceerd in een GGZ instelling in Nijmegen. Hierbij maken de cliënten fietsbewegingen op een daarvoor speciaal ontworpen stoel. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat als je 30 minuten voor een exposure behandeling een stevige wandeling maakt, dat de hippocampus (deel van de hersenen) dan meer elastisch wordt. Hierdoor kun je beter leren en worden de behandeleffecten vergroot. Het idee is ook gekomen doordat mensen soms tijdens exposure therapie lijken te bevriezen van angst. Door te blijven bewegen verwachten de onderzoekers dat de behandeleffecten nog verder zullen verbeteren.
Geef een reactie