‘De smaak is goed, maar de structuur niet.’ Iets wat ik mijzelf in de afgelopen jaren best veel heb horen zeggen. Waar niemand in mijn omgeving vraagtekens bij stelde. Sinds jongs af aan ben ik gevoelig voor bepaalde structuren en vormen en heb ik regels wat betreft het eten. Nog voor mijn eetstoornis. Pas in de kliniek zag ik in dat niet iedereen dit heeft. Hoort dit dan wel bij mijn eetstoornis?
Op kinderfeestjes voelde ik me de vreemde eend in de bijt. Ik was de enige die geen appelmoes met friet at. Ik snapte dat oprecht niet. De smaak kan ik op zich nog inkomen, al snapte ik fruit bij warm eten sowieso al niet. Maar bewust een knapperig frietje sompig maken door hem te dopen in de appelmoes? Daar kon ik met mijn verstand niet bij.
Ook thuis at ik net een beetje anders dan de rest van het gezin. Ik weigerde alle jus en andere nattigheid. Ik wilde geen kliederboel op mijn bord. Ik verloor dan compleet het overzicht, ik wilde geen nat bord waarin alles in elkaar zou overlopen. IJs op een bord? Vond ik voor mijn eetstoornis al vreselijk en nu nog steeds. Veel saus op een broodje? Laat maar zitten dan, ik hoef dat hele broodje al niet meer.
Niet alleen de nattigheid van eten kan me tegenstaan, ook kan ik echt moeite hebben met het eten met bepaalde structuren. (Griesmeel)pap is zo’n voorbeeld. Een warme drab met stukjes, zo zie ik het. De smaak vind ik prima, niks mis mee, maar met de structuur kan ik niks. Ik merk dat ik vaak de structuur verkies boven de smaak. Zo eet ik geen griesmeelpap omdat de smaak niet opweegt tegen de ‘moeilijke’ structuur.
In de kliniek
In de kliniek werd ik voor het eerst echt geconfronteerd met deze moeites. Moeites die vanuit mijn gevoel niet vanuit mijn eetstoornis kwamen. Moeites die ik al had sinds ik begon met eten. Tot dat moment was ik ervan overtuigd dat iedereen dit zo ervoer. Dat iedereen op dat verjaardagsfeestje met moeite die lauwwarme appeltaart gedrenkt in soppig vanille ijs wegwerkte. Dat mensen voor de vorm dit ook op terrasjes bestelde. Dat dit gewoon hoorde. Niet omdat het lekker was. Ik wilde niet meedoen aan die vorm, want wie hielden we nu eigenlijk voor de gek? We hoefden dit niet te eten, we konden toch ook voor iets lekkers kiezen?
Tot het moment daar kwam. Het moment in de kliniek. Huilend zat ik aan tafel. Wat we aten weet ik niet eens meer precies, maar de angst was te groot. Net als de walging. Iedereen om mij heen at, of ze nou wilde of niet. Ik wilde het wel, maar het lukte me niet. Mijn bord was te nat. Ik kon het niet. De eerste keer dat ik huilde in de kliniek, om een nat bord.
De realisatie dat mensen dit echt bewust kozen omdat ze het lekker vonden kwam hard binnen. Mijn wereld klapte even ineen. Dit klinkt wellicht heel overdreven, maar ik dacht iedereen net als ik hierover dacht. Ineens kwam zo het besef, deze gedachtes zijn misschien niet zo normaal.
Het ei
Afgelopen week bakte mijn vriend wat eieren. Iets wat ik niet veel heb gegeten tot nu toe. Ik houd persoonlijk niet zo van ei, alleen als hij heel hardgekookt is of ergens doorheen. Niet veel later lagen de eitjes op mijn bord. Het geroosterde brood daaronder was een beetje sompig geworden. Ik prikte met mijn vork in de dooier en deze vloeide open. Een rilling door mijn lijf. Ik was nog niet eens begonnen met eten, of mijn bord was al nat. Mijn vriend wachtte tot ik een hap nam. ‘Hoe is het?’ Vroeg hij toen ik de eerste hap doorslikte. ‘Lekker, maar het is te nat.’ Verontschuldig ik mij. Hij knikt, ‘dat snap ik wel.’
Ik was verbaasd. Hij begreep het? Ineens voelde ik me een stuk minder raar. Lang heb ik gedacht dat deze moeites nog vanuit mijn eetstoornis kwamen. Ik denk dat destijds mijn eetstoornis van deze moeites wel degelijk gebruikt heeft gemaakt. Waarom zou ik iets eten wat ik niet wil eten? Op dit moment heb ik nog steeds mijn moeites. Een appeltaart met ijs zie je mij niet snel eten, maar ook omdat ik ook echt niet van appeltaart houd. Ik weet dat mijn eetstoornis hier geen invloed meer opheeft. Waar ik voorheen liever niks nam, neem ik nu graag een stukje cheesecake in plaats van die appeltaart.
Geef een reactie