Ik krijg regelmatig vragen over wat een gezond vetpercentage is en of als je veel sport, hier dan verschil in zit. Bij deze daarom een blog over het vetpercentage van je lichaam. Bij het bepalen van een gezond gewicht wordt vaak ook gekeken naar het vetpercentage van je lichaam. Bij het berekenen via de BMI wordt namelijk alleen rekening gehouden met je leeftijd, geslacht en lengte. Hier wordt niet gekeken naar de samenstelling van je lichaam. Het bepalen van je vetpercentage kan om die reden een indicatie zijn van je lichaamssamenstelling.
Hoe bereken je een vetpercentage?
Er zijn verschillende manieren om je vetpercentage te bepalen. Zo is er een onderwatermethode waarbij op een vrij nauwkeurige manier je lichaamsvet wordt bepaald. Dit kan zo bepaald worden omdat vet een sterk drijvend vermogen heeft.
De impendantiemeting meet het vetpercentage door middel van een zwakke electrische stroom. Dit gaat of van hand naar hand of van voet naar naar voet. Deze metingen zijn niet zo betrouwbaar omdat als je vochtige handen of voeten hebt of veel eelt dit de uitkomst kan beïnvloeden.
De huidplooidiktemeting meet op verschillende plaatsen de dikte van je huidplooi. Dit kan echter bij verkeerd gebruik ook snel een verkeerde waarde geven.
De functie van vet in je lichaam
• Vet heeft verschillende functies in je lichaam. Zo levert vet uit voeding energie aan je lichaam. Vetweefsel is opslag voor energie maar dient ook voor bescherming van je belangrijke organen. Dit vet wordt ook wel visceraal vet genoemd.
• Vetweefsel is mede verantwoordelijk voor de aanmaak van hormonen, denk aan het hormoon leptine bijvoorbeeld. Dit hormoon remt je eetlust.
Vetpercentage vrouwen en mannen
Voor mannen gelden andere streefwaarden dan voor vrouwen. Vrouwen hebben namelijk een andere lichaamssamenstelling, zij hebben in verhouding een hoger vetpercentage en mannen juist een hogere spiermassa.
De streefwaarden voor mannen ligt tussen de 10%-20% en voor vrouwen is dat tussen de 20%-30%. Als je ouder bent veranderen echter deze streefwaarden. Bij toppsporters kunnen de streefwaardes lager zijn, maar je kan dus ook een ongezond laag vetpercentage hebben. De gevaren daarvan zijn divers, maar denk bijvoorbeeld aan vruchtbaarheidsklachten bij vrouwen. Ook ben je een belangrijk deel van je reserves kwijt. Bij ziekte kan je lichaam dan bijvoorbeeld de benodigde energie gaan halen bij je spieren, waardoor je dus belangrijke spiermassa kwijt raakt. Daarbij kan een te laag vetpercentage mede verantwoordelijk zijn voor een verminderde weerstand.
Vetpercentage en een eetstoornis
Doordat een te laag vetpercentage vaak hand in hand gaat met een te lage energie inname, heeft je lichaam honger. Je kan dan bijvoorbeeld eerder last krijgen van eetbuien. Bij het opbouwen naar een gezond gewicht zie je ook wel dat er wel gewichtstoename is maar dat het vetpercentage toch nog te laag is. Om die reden wordt er ook gekeken naar je lichamelijke conditie om te bepalen of je al een gezond gewicht hebt bereikt.
Vetpercentage: Feiten en fabels
• Heb je een laag vetpercentage, dan betekent dit dat je een goede vetverdeling hebt.
Fabel: Je vetpercentage is een indicatie. Het zegt echter niets over de hoeveelheid vet in je buikholte. Daarom wordt er ook gekeken naar je middelomtrek
• Top sporters hebben weinig tot geen orgaanvet
Fabel: ook topsporters hebben een laagje vet rondom hun organen
• Te veel orgaanvet is niet gezond
Feit: Te veel orgaanvet brengt gezondheidsrisico’s met zich mee, denk aan hart – en vaat ziekten
• Met buikspieroefeningen verbrand je met name je buikvet
Fabel: Met buikspieroefeningen train je je spieren waardoor ze steviger worden maar je kan er niet plaatselijk vet mee verbranden
• Heb je veel onderhuids vetweefsel, dan heb je automatisch ook veel orgaanvet
Fabel: Iemand met veel onderhuids vet hoeft niet per definitie een te hoog visceraal vet gehalte te hebben
Geef een reactie