10 herkenbare gedachtes bij aankomen

Aankomen is een van de dingen die bij veel mensen met een eetstoornis grote angst of tegenstribbelen veroorzaakt. Paniek. Aankomen lijkt een van de ergste dingen die je kan overkomen. Door een eetbui, door een beter eetpatroon of omdat je moet aankomen vanaf ondergewicht. Aankomen is de hel. Ook ik was het 8 jaar lang daarmee eens. Ik kon het niet verdragen om aan te komen en was alleen maar bezig met afvallen, of dit nu lukte of niet. Toch was aankomen uiteindelijk nodig voor mijn herstel.

Er is van alles door mijn hoofd gegaan, toen ik moest aankomen tijdens mijn behandeling. En ook toen ik later in mijn herstel nog wat aankwam, kwamen er weer allerlei gedachtes in mij op. Je bent dus niet de enige die zich suf piekert en die oordelen of angsten heeft over aankomen. Ik deel hieronder een aantal herkenbare gedachtes over aankomen die jij misschien wel herkent.

Bron

♦ 1. Als ik aankom, kan ik mijn lichaam niet accepteren
Ik kon mijn lichaam voor mijn eetstoornis niet accepteren. Hoe zou ik dat dan wel moeten kunnen als ik weer aankom. Ik vond dit onvoorstelbaar. Het heeft ook zeker enige tijd geduurd voordat ik mijn lichaam na mijn eetstoornis kon accepteren. Ik moest heel erg wennen aan mijn lijf en de weg naar tevredenheid was ook echt niet simpel, maar het kan wel en ik ben blij dat ik dat ben aan gegaan.

♦ 2. Als ik aankom, vinden anderen mij zwak
Ik was heel erg bang voor wat anderen van mij dachten. Ik heb wel gemerkt dat het heel erg belangrijk is om daar niet te veel mee bezig te zijn in het leven. Ik was, toen ik aankwam, bang dat anderen dit zwak zouden vinden. Dat ze vonden dat ik mij niet goed kon ”beheersen”. Dat ze het sterker van mij zouden vinden dat ik slank kon zijn en dat ze mijn aangekomen gewicht daarom zouden afkeuren en zwak zouden vinden. Het idee zwak te zijn door aan te komen, kwam achteraf juist voort uit mijn eetstoornis en perfectionisme. De mensen om mij heen vonden het juist knap. 

♦ 3. Als ik ga aankomen, stopt het niet meer
Toen ik begon met beter eten en in behandeling was, was ik vooral ook heel erg bang dat het niet meer zou stoppen. Dat ik aan zou blijven komen en uiteindelijk zelfs overgewicht zou krijgen. De kans dat dit gebeurt is erg klein. Het is dus niet reëel om dit te denken. Maar de angst om aan te komen was erg aanwezig in die tijd.

♦ 4. Als ik aankom, mag ik niet meer kwetsbaar zijn
Juist door dun en ‘ziek’ te zijn door het hebben van mijn eetstoornis, had ik het idee dat ik makkelijker kwetsbaar kon zijn. Het ging niet goed met mij en dat konden mensen aan mij zien. Dat ik zou aankomen, maakte me bang dat anderen dan zouden denken dat het goed met me gaat. Ik was bang voor alle verantwoordelijkheden en bang om sterk te moeten zijn. Want ik voelde me ondertussen nog steeds heel kwetsbaar, ook al zou ik er met een gezond gewicht minder kwetsbaar uitzien.

Bron

♦ 5. Als ik aankom, denken anderen dat het weer goed met me gaat
De vorige gedachte, sluit aan op deze. Ik was bang dat anderen zouden denken dat het weer over was, die eetstoornis. Dat het goed met mij ging en dat ze me niet meer tot steun zouden zijn. Ik was bang voor afwijzing als ik mijn emoties dan nog wel zou tonen, terwijl ik geen ondergewicht meer had. Ik was bang dat anderen me niet meer zouden zien staan en me minder beschermend zouden behandelen dan toen ik er lichamelijk ook uitzag alsof ik een eetstoornis had. Uiteindelijk heb ik geleerd mijn emoties te delen en dat dit niets te maken heeft met hoe kwetsbaar je eruit ziet of hoe erg je een eetstoornis hebt.

♦ 6. Als ik aankom, ben ik niet meer bijzonder
Het was schaamtevol om toe te geven, maar ‘het meisje met de eetstoornis‘ was een tijdje ook een stukje van mijn identiteit. Een veiligheid. Ik was zelf erg onzeker en zoekende, maar in deze rol had ik controle en wat zekerheid. Ik voelde me bijzonder, omdat ik die eetstoornis had. Ik had het gevoel ergens goed in te zijn. Uiteindelijk is een eetstoornis niets om op die manier of welke dan ook, trots op te zijn en ben ik blij dat ik me juist bijzonder heb leren voelen om wie ik ben, in plaats van hoe ik doe of wat ik kan.

♦ 7. Als ik aankom, ben ik lelijk
Aankomen was ik door mijn eetstoornis lelijk gaan vinden. Bij anderen vond ik dat niet, maar zelf verdroeg ik geen kilo extra. Ik voelde me lelijk en dik. Dik had in die tijd een hele zwaarbeladen betekenis. Het was niet een term die beschreef dat ik volslank was of overgewicht zou hebben, maar een term die in mijn gevoel en gedachten bestond uit een hele lading zelfhaat, verafschuwing en walging. Toen ik eenmaal aangekomen was en een bepaald gewicht bereikte, voelde ik me ook lange tijd lelijk. Ik heb daar gelukkig in therapie, door de tijd en zelf aan kunnen werken. Dat dikke gevoel overschaduwde namelijk juist hele andere, belangrijke onderwerpen waarmee ik aan de slag moest.

Bron

♦ 8. Als ik aankom, vinden mannen mij niet meer aantrekkelijk
Ik was al vanaf mijn tienerjaren erg onzeker tegenover jongens en mannen. Ik dacht al snel dat ze mij niet leuk zouden vinden, kritiek om mij hadden of voelde me afgewezen. Die onzekerheid is nooit helemaal weggegaan. Door slank te zijn en dat heel streng te blijven, had ik het idee dat ze mij wel mooi vonden. Zeker toen ik dit nog redelijk binnen de perken wist te houden in de beginjaren van mijn eetstoornis. Andere meisjes vroegen wel eens hoe ik het deed, zo slank blijven. Dat vond ik een heel groot compliment. Uiterlijk speelde een grote rol in de pubertijd. Toen ik aan moest komen in gewicht was ik bang dat ik niet meer uitzonderlijk dun of modellen-slank zou zijn en dat jongens me niet meer zouden zien staan. Het is trouwens ook geen reële gedachte dat alle mannen alleen maar op ultra slanke vrouwen vallen. 

♦ 9. Als ik aankom, word ik gezien
Aan de ene kant kreeg ik zorg en aandacht door mijn ondergewicht, maar aan de andere kant wilde ik er ook mee verdwijnen. Ik wilde niet opvallen. Ik droeg onopvallende kleding in de dieptepunten van mijn eetstoornis. Ik wilde niet gezien worden, dan kreeg ik tenminste ook geen commentaar, werd ik niet geplaagd, ontliep ik lastige situaties of opmerkingen en kon ik mezelf beschermen tegen alles wat moeilijk was. (althans, die illusie had ik) Toen ik aankwam, was ik dan ook heel bang om weer gezien te worden. Dat mensen weer van alles van me zouden vinden, verwachten en dat het me nog zou raken ook. Dat ik die uitdaging juist ben aangegaan is heel waardevol geweest en heeft me volwassen en sterker gemaakt.

♦ 10. Als ik aankom, heb ik gefaald
Aankomen had in de tijd van mijn eetstoornis, welk gewicht ik ook had, een negatieve lading. Ik vond het sowieso negatief. Het was het tegenovergestelde wat ik wilde door mijn eetstoornis. Ik wilde juist afvallen, controle en ”sterk” zijn. Niet aankomen, loslaten en ”falen”, zoals ik het in die tijd zag. De blik die je hebt op aankomen is zo beïnvloed door je eetstoornis, negatieve zelfbeeld en andere problemen, dat je aankomen bent gaan zien als falen. Niet alleen op het gebied van gewicht, maar heel groots. Falen als mens, als persoonlijkheid en in het leven zelfs. Het heeft daardoor een oneerlijk grote impact op je als je aankomt.  

Herken jij deze gedachtes?

Redactie

Geschreven door Redactie

Reacties

11 reacties op “10 herkenbare gedachtes bij aankomen”

  1. Helaas herken ik ze alle 10. Echt apart dat ik niet de enige ben dit dit altijd denkt. fijne en troostende herkenning

  2. “Herken jij deze gedachtes?” Yep, alle 10. Ik zit nu in die fase helaas 🙁

  3. Vooral 4,5 en 6 zijn erg herkenbaar voor mij!

  4. Eng idee als je ze allemaal herkend en geen eetstoornis hebt..

  5. Ik herken ze ook allemaal, maar vooral punt 3 houdt mij op dit moment tegen om daadwerkelijk aan te komen. Kon ik maar gewoon de controle loslaten en erop vertrouwen dat het goed gaat..

  6. Vooral 2, 7, 8 en 10. Ik ben vooral heel bang voor wat anderen van me denken aan negatieve dingen als ik aankom. :-S

  7. Alle tien en dan vooral nummer 6, hij is inderdaad erg pijnlijk en schaamtevol om toe te geven. zal ook nog wel even duren om die toe te geven..

  8. Bedankt voor deze zeer waardevolle blog! Ik herken ze allemaal, op punt 8 na. Ik ben juist bang dat mannen mij weer aantrekkelijk gaan vinden, wanneer ik een gezond gewicht bereik en mijn lichaam er weer normaal uit gaat zien, met billen en borsten… Wel confronterend om te lezen dat het “mager zijn” een vorm van indirecte communicatie is. Ik heb nu wel eindelijk de woorden gevonden, voor wat ik al die tijd voelde: dat ik er niet kwetsbaar uitzie, wil niet zeggen dat ik niet kwetsbaar ben! Ik mag leren voor mezelf op te komen en mijn gevoelens uit te spreken. Nogmaals: Bedankt, Nouska :).

  9. Alle 10(!) nooit gedacht dat mijn gedachtes hierover beschreven kon worden. Dacht dat ik de enigste was die me zo voelde hierover.

  10. Dit is zo herkenbaar, wow.

  11. Ook een belangrijke gedachte van mij, heeft te maken met nummer 10. Hoe laag je gewicht ook is, je zult nooit voldoening voelen, altijd zal het gevoel er zijn dat je gefaald hebt, dat je nog lager zou moeten wegen. Toen ik moest aankomen in de kliniek voelde ik me een mislukkeling omdat de andere meiden een lager gewicht hadden. Ik was in zekere zin jaloers, ziekelijk jaloers. Toch ben ik gaan aankomen, alleen maar om na mijn opname weer af te vallen en een lager gewucht te bereiken.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *