Herstel is een lang proces. Het is iets dat je op meerdere vlakken doet. Elke dag weer ben je ermee bezig; de ene dag is een grotere strijd dan de andere. Al die dagen bij elkaar maken jouw herstel en maken jou sterker. Er zijn, alleen vandaag al, zoveel dingen die je kunt doen om tegen jouw eetstoornis in te gaan. Ogenschijnlijk kleine dingen, die je eetstoornis net wat minder ruimte geven. Je hoeft namelijk niet altijd bergen te verzetten, dat kan ook niet. Juist die kleine dagelijkse dingen maken aan het einde een wereld van verschil.
1. Praat over je gevoel
Natuurlijk is openheid in brede zin belangrijk, maar zeker als het gaat over vechten tegen je eetstoornis kan dit enorm belangrijk zijn. Misschien ben je opgestaan met heel veel weerstand en spanning. Je voelt je onrustig en hoe graag je het ook anders zou zien, je hebt geen vertrouwen in deze dag. Het is een zware dag, je voelt je slecht en dat mag.
Bron: bymalcolmgarret
Dit gevoel voor jezelf houden, kan het helaas wel erger maken. Dit gevoel is namelijk een uitermate geschikte voedingsbodem voor de eetstoornis om lekker negatief tegen jou te praten en je meer naar zich toe te trekken. Vandaag is een dag bij uitstek waarop dat misschien wel werkt, dus daar mag je een stokje voor steken! Je hoeft niet meteen een drievoudig uitgewerkte oplossing te hebben. Je kunt om te beginnen zeggen: “Ik vind het vandaag moeilijk.” Het is geen geheim meer en het mag er zijn. De opluchting die je dan kunt voelen, ook zonder oplossing, geeft soms al meer ruimte aan gezonde gedachtes. Het mag er zijn, maar je hoeft er niets mee.
2. Eet samen
Het werkt voor de één beter dan voor de ander, maar samen met iemand eten kan een goede stok achter de deur zijn. Je moet wel, als je samen eet. Je kunt nergens onderuit komen, niets weglaten en meestal ook niet meteen doorslaan in een eetbui. Dat zijn een aantal praktische voordelen, maar ook mentaal kan het een hele goede steun zijn. De ander eet namelijk ook, dus het wordt gelijk een stuk normaler. Ook kun je eventuele gedachtes en gevoelens op dat moment meteen bespreken en meteen relativeren. Of, als je daar juist geen trek in hebt, even lekker over andere dingen kletsen. Even afleiding, het eten is al moeilijk genoeg. Alles daar omheen mag best wat gezelligheid en luchtigheid gebruiken. Misschien is er vandaag één maaltijd, één eetmoment, die je met iemand kunt delen. Het moment dan, niet het eten.
3. Wees eerlijk
Hoe je dag ook gaat, wat er ook wel of niet gelukt is, wees er eerlijk over. Dit gaat juist over hele kleine dingen, de dingen waar de eetstoornis misschien juist heel sterk in is gaan zitten. Je bent natuurlijk niets verplicht, maar uiteindelijk schiet je er zo weinig mee op om het maar weer ‘te laten’. Je weet zelf natuurlijk altijd hoe het zit, dus de verleiding is groot om het in je eigen voordeel anders te verwoorden naar je omgeving. Je hebt geen zin in een preek, geen zin in de consequenties, vandaag even geen gezeur of kritiek…
Dat is ook begrijpelijk, maar elke leugen geeft je eetstoornis ruimte. Dan kan het nog wel een keer, toch? Zo erg is het ook weer niet, een keertje. Elke leugen, elke keer dat iets niet is gelukt of verkeerd is gegaan, heeft misschien ook te maken met een bepaalde angst. Het is niet voor niets zo gegaan, zou je daar misschien steun bij willen? Of een oplossing voor willen bedenken voor de volgende keer dat je het weer wilt proberen? Dat kan het beste als je eerlijk bent. Eerlijkheid is het verraad voor de eetstoornis en een gunst naar jezelf toe. Door die openheid uit te stellen, stel je je herstel ook telkens een beetje uit.
4. Check jezelf niet
Als je het idee hebt dat elke etalage en elke spiegel een moment gaat zijn om jezelf eens flink af te keuren, probeer het dan te vermijden vandaag. Ga eens niet op de weegschaal staan om het te ‘controleren’, maar ga eens bij je gevoel na wat voor dag het is. Hoe voel je je eigenlijk? Je hebt die goed- of afkeuring van de cijfers niet nodig, het belangrijkste is hoe jij je voelt. Niet omdat je het altijd moet vermijden natuurlijk, maar omdat je ook kunt voelen dat het je vandaag niets goeds gaat brengen en dat is belangrijk om naar te luisteren. Door die weegschaal of die bodycheck even te laten, kun je actiever op zoek naar dingen die je wél fijn laten voelen. Jouw dagelijks geluk zit hem natuurlijk niet in hoe je je uiterlijk beoordeelt vandaag. Andere dingen kunnen misschien veel meer plezier in je dag brengen. Check jezelf niet, als je dat niet helpt. Gaat het toch automatisch? Kun je het daarna gewoon opnieuw proberen. En weer door!
5. Maak afspraken. Of begin gewoon met ééntje.
Maak één duidelijke afspraak vandaag. Met jezelf of liever nog met iemand anders. Het kan van alles zijn. Iets wat jou kan helpen of eerder misschien al heeft geholpen zou in ieder geval een mooi uitgangspunt zijn. Maak een afspraak, een doel. Formuleer het zo concreet mogelijk. Een eet-doel dat je vandaag wilt nastreven. Of misschien meer een zelfzorg-doel zoals een rondje wandelen, een bad nemen of een lieve brief aan jezelf schrijven. Misschien heb je juist meer een schop onder je kont nodig? Wanneer het niet lukt om op te ruimen bijvoorbeeld, maar je wel uit ervaring weet dat dit echt kan helpen om wat rust in je huis – dus in je hoofd – te krijgen. Het mag alles zijn, maar spreek het af!
6. Één positief moment
Doe vandaag één ding dat je blij maakt. Blij is hierin natuurlijk een vaag begrip. Als je je vreselijk voelt en je het zwaar hebt, ga je van dat ene dingetje inderdaad niet intense blijdschap voelen. Maar ook tijdens de donkerste dagen, lukt het misschien wel om één ding te doen waar je je iets meer oké door voelt. Is er één moment waarop je iets fijns kan doen voor jezelf. Wat dat ook is, dat bepaal jij. Dat ene blije ding kan variëren tot een paar minuutjes onder de deken liggen op de bank, even dat tijdschrift openslaan of die smoothie kopen die je zo lekker vindt. Al betekent het dat je je lievelingssokken de hele dag aan doet; het maakt niet uit. Kies iets uit waarbij je dus actief kiest voor iets dat je een goed gevoel kan geven. Dat is elke dag iets waar je voor mag kiezen en wat je ook verdient, hoe klein of groot die actie uiteindelijk ook is.
7. Praat anders tegen jezelf
Als je veel denkt en in je hoofd (of hardop) tegen jezelf praat, kan het goed zijn dat de eetstoornis daar niet al te aardig doorheen fietst. Hoe zou je tegen een vriend of vriendin praten? Dat staat waarschijnlijk haaks op hoe je dat naar jezelf doet. Maar wat doet dat eigenlijk met je, die strenge stem de hele dag? Niet dat je dat meteen uit kunt zetten natuurlijk, maar daar zou je wel bewust tegenin kunnen gaan. Door het alleen al op te merken, het anders te formuleren of de gedachtes niet om te zetten naar handelingen. Elke keer dat je dat lukt of dat je dat actief probeert, ga er al tegenin. Elke keer is het 1-0 voor jouw gezonde kant, voor jou dus! Wees je eigen beste vriendin vandaag, hoe onnatuurlijk dat ook voelt. Dan is het misschien wat onnatuurlijk en onwennig, het is wel een stuk liever.
8. Doe iets wat niet goed voelt, maar het wel is
Als iets niet goed voelt om te doen, maar je weet dat het wel goed voor je is, doe het dan toch maar. Als er iets centraal staat in het vechten tegen de eetstoornis, is het dat het allemaal lang niet altijd goed voelt. De eetstoornis is goed, vertrouwd en veilig gaan voelen. Dus hoe gezond en helpend iets ook is, de kans is groot dat het niet meteen geweldig voelt. Het destructieve voelt vaak beter en rustiger dan het constructieve. Terwijl dat juist is wat je nodig hebt.
Als iets dus niet goed voelt, laat je er niet door tegenhouden. Het is in veel gevallen ‘slechts’ je gevoel dat ingekleurd is door de eetstoornis. Iets doen of eten waar de eetstoornis onrustig van wordt, is vaak dus het beste om te doen! Of dat nu het eten van een bepaald product is, het contact leggen als het eigenlijk niet goed gaat of voor jezelf zorgen nadat iets mis is gegaan. Het voelt allemaal waarschijnlijk niet goed of juist om te doen, terwijl je er wel mee geholpen bent als je het eenmaal hebt ondernomen. Het is geen kwestie van wachten tot het ‘wel goed’ voelt, hierin werkt het meestal andersom.
9. Straf jezelf niet
Er is iets niet goed gegaan. Je hebt een misstap gemaakt vandaag, er is iets mislukt, je heb je niet aan de eetlijst gehouden zoals je je had voorgenomen… Wat het ook is, je bent er niet tevreden over. Probeer nu eens, op dit teleurgestelde moment, toch lief te zijn voor jezelf. Dat is pas iets waar je eetstoornis echt van in de war raakt. Want iets goed doen is belonen (op een ongezonde manier misschien) en fouten maken is straffen. Jezelf het liefst nog verder de grond in boren. Terwijl dat alle spanning en afkeuring naar jezelf vaak alleen maar voedt.
Doe eens juist lief als je iets niet goed hebt gedaan, maak het goed met jezelf, vergeef jezelf. Dat voelt ongetwijfeld gek, verkeerd en onverdiend, maar je bent een mens. Je maakt fouten. Je verdient vergeving en je verdient het om gewoon weer verder te kijken. Er komt nog veel aan wat wél kan lukken. Waarschijnlijk lukt dat beter met een beetje liefde, dan met die veroordeling boven je hoofd.
10. Maak een doel voor de volgende dag
Het uitstellen is bij uitstek iets wat de eetstoornis goed ligt. Een ander moment is altijd een beter moment om er tegenin te gaan, terwijl geen enkel moment makkelijk gaat zijn natuurlijk. Maak samen, of alleen, een planning voor de volgende dag. Wat ga je eten? Wat is je doel en wat wordt een uitdaging? Dus niet, we zien wel of we kijken wel hoe het gaat. Stel een doel voor de volgende dag en bespreek het ook met anderen, zodat zij je eraan kunnen houden. Dat voelt naar, onveilig en soms zelfs vreselijk, maar het is precies wat jouw gezonde kant nodig heeft.
Hoe ga jij vandaag tegen de eetstoornis in?
Geef een reactie