Naast de nodige leugentjes om bestwil, bedacht mijn eetstoornis ook talloze smoesjes. Smoesjes om niet te eten, het eten uit te stellen, minder te eten of iets anders te eten. Dit om toch die controle ergens te behouden waar ik deze zo nodig los moest gaan laten. Om die eetstoornis iets langer vast te houden. In deze blog zet ik een aantal van deze smoesjes op een rij.
Smoesjes vanuit mijn eetstoornis. Smoesjes die ik anderen vertelde, smoesjes die ik mijzelf vertelde. Hoe ik mijzelf alsnog voor de gek hield, terwijl ik hard aan het knokken was om beter te worden. Ik wilde de eetstoornis achter mij laten, maar de eetstoornis wilde mij niet achter zich laten.
Mocht je één of meerdere punten (gaan) herkennen, is het misschien raadzaam om na te gaan waar dit vandaan komt en of dit voortkomt uit een eetstoornis. Deze punten zaten mij in de weg om echt te herstellen en ik hoop dat ze jou niet in de weg zullen zitten. Probeer dit vooral bespreekbaar te maken en probeer echt eerlijk naar jezelf te blijven….
Dat gaat je verder helpen, dan vasthouden aan deze smoesjes.
1. Ik zit vol
Eén van mijn meest gebruikte smoesjes. Voor mij heel makkelijk om deze zin eruit te gooien, niemand kon het controleren. Niemand kon aan mijn buik voelen of ik echt vol zat of toch nog stiekem honger had. Niemand wist dat ik loog. In het begin van mijn herstel zat ik ook snel vol. Hierdoor was het denk ik voor velen ook wel geloofwaardig dat ik na een tijd nog steeds snel vol zat.
2. Morgen is een betere dag
Ik had al zoveel aan mijn hoofd. Elke dag opnieuw die uitdagingen aangaan, meer loslaten over mijn verleden. Elke dag meer stappen zetten, het was soms wel even klaar. Laat mij vandaag maar even, morgen doe ik mijn best wel weer, ….zei ik die dag erna weer net zo hard.
3. Het is nog te moeilijk
Zeker in het begin van mijn herstel heb ik mij hier wel eens schuldig aan gemaakt. Het was voor mij zo makkelijk om mij soms achter mijn eetstoornis te verschuilen. ‘Ik was net pas begonnen met herstel, dit kan ik nog helemaal niet.’ Soms was dat waar, maar soms overdreef ik dit ook een beetje. Ik had immers een eetstoornis, het is toch niet zo gek om moeites te hebben? Andere meisjes in de kliniek hadden daar ook moeite mee, dan mag ik dat toch ook hebben..?
4. Als ik beter eet mag ik weer sporten
Meer eten en het obessief sporten afbouwen, dat waren mijn hoofddoelen. Het meer eten lukte, dat moest wel in de kliniek. Het eten werd voor mijn neus geparkeerd en dat bord moest binnen de tijd leeg zijn. Het sporten had ik vooral zelf in de hand, dat moest ik thuis aan gaan pakken. Zeker toen ik weer wat meer energie had was het lastig om bij mijn doel te blijven. Nu ik weer beter eet, kan ik toch ook gewoon weer sporten? …vertelde mijn eetstoornis mij.
5. Ik zit in de spaarstand
Toen ik in de kliniek kwam, kwam ik in no time wat aan. Hier schrok ik van. Dit was niet de bedoeling. Een beetje aankomen oké, maar wel op mijn manier. Ik leerde dat mijn lichaam alle energie die binnenkwam meteen opsloeg. Dit gaf mij zodanig veel paniek dat ik dit probeerde uit te stellen, minder te eten.
6. Mijn lichaam is anders
Tijdens mijn eetstoornis, maar vooral tijdens mijn herstel, was ik ervan overtuigd dat mijn lichaam anders werkte dan andere lichamen. Ik kwam sneller aan, viel wel degelijk af door het compensatiegedrag en het aankomen zou bij mij niet stoppen op mijn streefgewicht. Dit waren angsten vanuit mijn eetstoornis, maar door de continue herhaling in mijn hoofd werden dit echte overtuigingen. Ik wist zeker dat ik minder moest eten, dat mijn lichaam minder nodig had dan het lichaam van een ander.
7. Het is toch al verpest
Als het mij niet lukte om ’s ochtends te eten zoals mijn eetlijst mij voorschreef, kon ik zelf ontzettend gefrustreerd raken. Hier haakte mijn eetstoornis slim op in. Het is nu toch al misgegaan, dan kan ik net zo goed vandaag weer even terugvallen. Vandaag telt niet, kan toch al niet meer beter worden. Vandaag is al verpest.
8. Ik heb al gegeten
Gister iets te veel gegeten? Vanavond uiteten? Morgen naar familie? Mijn eetstoornis zocht met man en macht naar redenen om toch nog even ergens te compenseren. Iets minder nemen, omdat ik gisteren misschien wel wat veel had genomen, mijn tussendoortjes skippen, omdat ik vanavond naar een all you can eat buffet ga en sowieso meer ga eten dan de bedoeling is. Dan kan ik nu maar beter vast wat minderen..
9. Ik ga toch in behandeling
Dit speelde mee vanaf het moment dat ik wist dat ik in behandeling zou gaan. Nu kon ik nog even sjoemelen, dadelijk krijg ik de tools, ik hoef nu nog niks. Hiermee kon ik anderen afwimpelen als ik weer commentaar naar mijn hoofd kreeg dat ik te weinig at of teveel bewoog. ‘Het is oké, ik word gefixt.’ Maar voor nu mag het nog even.
10. Mijn vrienden eten ook niet zoveel
Niet alleen had ik de focus op mijn eigen eten, ook hield ik mij constant bezig met wat anderen aten. Ik vertikte het om meer te eten dan iemand anders, ook al moest ik herstellen en had mijn lichaam dit echt nodig. Ik wilde mij spiegelen aan mijn omgeving, alleen was ik niet in de positie om dit al te doen.
11. Ik heb niet veel verbrand vandaag
Iets wat ik veel hoorde in de kliniek en ook zelf wel zo voelde. Ik vond het zelf ook vrij logisch om minder te eten als ik niks verbrand. Dit was voor mij weer een excuus om toch onder het gemiddelde te zitten. Stiekem weer minderen als ik alleen was, als niemand keek. Alleen al om het naar mijzelf op een manier te verantwoorden.
12. Ik word snel misselijk
Nog een excuus die ik snel en makkelijk kon inzetten. Niemand die dit kon controleren. Misselijk is misselijk en dan hoef je niet meer te eten. Helaas voor mijn eetstoornis werkte dit smoesje maar tot op zekere hoogte. Het wordt een beetje verdacht als je elke dag misselijk bent en niet wil eten..
13. Ik heb geen honger
Het hongergevoel was ik verloren, kwijtgeraakt. Ik wilde dit helemaal niet voelen en ik ontkende ook met man en macht als ik wél die honger voelde. Eten doe je als je honger hebt, ook al voelde ik misschien wel honger, dit hardop uitspreken durfde en wilde ik echt niet.
14. Staat niet op mijn lijst
In de kliniek kreeg ik al snel een eetlijst. Dit vond ik eigenlijk heel prettig. Het was voor mij helder wat er van mij verwacht werd en dit maakte het voor mij makkelijker om mij hier ook aan te houden. Het stond op papier, dat moest ik doen. Alles wat van mijn lijst afweek vond ik eng en veel te spannend. Dat stond niet op mijn lijst, dus dan hoefde het niet. Dit zorgde ervoor dat ik te obsessief bleef hangen aan de eetlijst en de angsten voor eten buiten mijn lijst om nog groter werd.
15. Wat speling
Toch net even onder mijn ‘ideale; gewicht zitten? Voor het geval dat ik toch iets ga aankomen van die verjaardag..? Kan ik maar beter even op safe spelen toch..?
16. Ik ben al zoveel aangekomen
‘Vanochtend met het wegen ben ik al zoveel aangekomen, het is wel even goed zo.’ En ‘Het is belangrijk om niet te veel te willen in één keer, dat zei de sociotherapeut vanochtend nog.. Ik kan beter even een stapje terug doen.’ Ik hield mijzelf voor dat ik als ik wat was aangekomen echt wel weer even rustig aan kon doen. Dat ik juist hier moest doorpakken vond ik onnodig.
17. Een pauze nodig
Het herstellen ging snel, soms te snel. Er gebeurde elke dag van alles en elke dag werd er van mij verwacht dat ik nieuwe grenzen op zou zoeken. Mijzelf bleef uitdagen. Op de momenten dat het even teveel was en ik het liefst wilde opgeven, gunde ik mijzelf een pauze. Een pauze waar niemand het mee eens leek te zijn. Deze pauze was mijn manier van even het herstel laten voor wat het was, even verstand op nul en hoofd op eetstoornis.
18. Ik heb al een gezond gewicht
Dit was voor mij een lastig dilemma. Waarom normaal of meer eten als ik al een gezond gewicht heb? Ik heb toch geen probleem meer? Er gaat heus niks mis als ik even weer iets minder..
19. Als ik minder weeg heb ik nog steeds een gezond BMI
Stel, ik zou nu iets afvallen, val ik nog steeds prima binnen die marge. Op deze manier kon ik het eetgestoorde denken naar mijzelf een beetje goed praten. Want, wat kon er nu eigenlijk misgaan..?
20. Ik vind mijzelf nu gewoon mooier
Waarom zou ik mijzelf veranderen, dikker maken? Ik heb zo hard mijn best gedaan om te komen waar ik nu ben, zoveel koekjes laten staan. En dan zou ik nu alles er weer aan moeten eten? Ik ben nu toch veel mooier? Moet ik weer dat dikke meisje worden..?
21. Ik heb nergens last van, mijn lichaam doet het nog
Zelfs op het dieptepunt van mijn eetstoornis kwamen mijn (bloed)testen altijd goed terug. Hardstikke fijn natuurlijk, maar toch vond ik dit lastig. Hoe erg is mijn eetstoornis dan eigenlijk? Als mijn lichaam het gewoon nog doet, valt het vast wel mee. In plaats van deze testen te ontarmen duwden ze mij eigenlijk verder in mijn eetstoornis. Ik kon nog best wel wat zakken in gewicht, zo erg was het toch niet..
Naast deze punten zullen er ongetwijfeld nog meer excuusjes te bedenken zijn die het herstel in de weg kunnen gaan zitten. Manieren om jezelf voor de gek te houden, je eetstoornis ontkennen. Want dat is wat ik deed. Middels deze punten nam ik mij en mijn eetstoornis niet serieus. Ik ontkende dat ik een probleem had waar ik aan moest werken. Het was voor mij veel makkelijker om mijzelf tegen te werken, ook al zou ik dit toen nooit zo gezien hebben..
Geef een reactie