Mijn eetstoornis begon ooit als anorexia nervosa, maar veranderde langzaam via binge eating disorder naar boulimia nervosa. Mijn dagen bestonden op gegeven moment alleen nog maar uit eetbuien en braken en eetbuien en braken. Het één lokte het ander weer uit en er leek geen einde te komen aan het vicieuze cirkeltje. Toch moest ik het een keer zien te doorbreken en ik kan je vertellen dat dat is gelukt.
Dit ging natuurlijk niet vanzelf. Ik heb een hoop therapie gehad en ik ben wel duizend keer gevallen en heb wel duizend keer moeten opstaan. Soms ging het een tijdje goed, dan dacht ik dat ik het echt onder controle had, maar een week of twee weken later ging het toch weer mis. Terwijl ik me eerst zo krachtig had gevoeld, zonk de moed me even later weer in de schoenen. Ik werd doodmoe van die wisselingen in mijn stemming en heb me regelmatig afgevraagd of het me ooit allemaal wel zou lukken.
Ik ging elke week naar therapie waar ik nieuwe doelen stelde, mijn eetpatroon besprak en aan de achterliggende gedachten van mijn eetstoornis werkte. In groepsverband had ik cognitieve gedragstherapie, gesprekken met de psycholoog en psycho motorische therapie (PMT). Ook zag ik elke week een dietist met wie ik mijn wekelijkse eetdagboek doornam. Therapie was hard werken, maar ook naast therapie was ik dagelijks keihard aan het vechten tegen mijn eetstoornis. De ene dag met wat meer en de andere dag met wat minder motivatie.
Om mezelf te motiveren had ik een kalender aan de muur hangen waarop ik bijhield hoeveel dagen ik eetbui- en braakvrij was. Wanneer ik geen eetbui had gehad en niet had gebraakt tekende ik en grote, groene, breed lachende smiley op de kalender. Op dagen dat ik wel een eetbui had gehad, maar niet had gebraakt een gele smiley met een recht mondje en op de dagen dat ik had gebraakt, na een eetbui of niet, een rood, verdrietig gezichtje.
Wanneer ik zag dat ik al een aantal groene dagen had, vond ik het makkelijker om mezelf te motiveren dit vol te houden. Soms werkte de rode en gele dagen wat demotiverend, maar ik vond het wel belangrijk dat ik niet ontkende dat deze mindere dagen er ook tussen zaten. Op gegeven moment merkte ik op dat, al ging het voor m’n gevoel niet fantasisch, de meeste van mijn dagen toch wel groen waren. Ik was echt vooruit gegaan in mijn herstel en als ik daar dan even bij stilstond voelde ik me ook echt wel beter dan eerst.
De tijd ging verder en de dagen versleten. Met ups en downs hield ik me staande, tot ik plots opmerkte al twee groene weken op mijn kalender te hebben staan. Zo ver had ik het eerder nog niet geschopt. Kom op Irene, nu volhouden. In de volgende week moest ik helaas een keer een gele dag noteren. Ik had een eetbui gehad, maar het was me gelukt om niet te braken. Nu niet opgeven. Eind van de week nog een gele dag, maar ik herpakte me en liet me niet gek maken. Nog twee weken verder stond ik met een grijns van oor tot oor voor m’n kalender. Ik had al 30 dagen niet gebraakt.
Ik moet zeggen dat het heel dubbel voelde. Natuurlijk was ik ongelooflijk blij, zo’n prestatie had ik in de loop van mijn herstel nog niet eerder gezet. Die twee eetbuien waren jammer, maar dat ik niet had gebraakt was op dat moment het belangrijkste. Die eetbuien van twee weken geleden voelde ik al lang niet meer in of aan mijn lichaam. Toch voelde ik me ook een beetje verdrietig. Ik ben al jaren aan het proberen om te herstellen van mijn eetstoornis en ik heb nu pas 30 dagen niet gebraakt.
Een oneerlijke gedachte, een oneerlijkge vergelijking. Ja, ik heb al een lange tijd een eetstoornis, maar weet je wat voor mij ook lang is? 30 dagen niet braken. Dat was echt een prestatie waar ik hard voor heb gevochten. Het was helemaal niet makkelijk, maar ik heb het gedaan. Ik wist mezelf te overtuigen van mijn kracht, maar de volgende twijfel ramde zich genadeloos in mijn gedachtegang: “En nu?“
En nu? Ik voelde me zowel blij als teleurgesteld, maar ik was ook best een beetje bang. Wat nou als het nu weer mis ging? Of wat nou als het nooit meer mis ging? Ik wilde wel herstellen van mijn eetstoornis, heel graag zelfs, maar mijn eetstoornis was ook mijn veilige plek. Wat nou als dat nu weg zou zijn? De gedachte geen eetstoornis meer te hebben voelde bevrijdend, maar die vrijheid vond ik ook best wel eng.
Ik denk dat heel veel mensen met dit soort gedachten te maken krijgen in hun herstel. Het is ook helemaal niet zo’n gekke gedachte. Je eetstoornis heb je niet voor niks, maar brengt het je werkelijk net zo veel als dat het je kost? Nee, in geen geval is een eetstoornis de moeite waard. Het is niet erg als de gedachte je soms overvalt, maar houd je ogen op de weg, weet waar je het voor doet en blijf voor herstel kiezen. Dus dat deed ik en ik kwam weer terug bij die andere vraag. Wat als het nu mis ging?
Zoals je misschien wel had verwacht, ging het inderdaad mis. In de loop van de volgende week tekende ik weer een rood gezichtje op mijn kalender. Mijn eerste reactie was dat ik alles had verpest, maar na goed gesproken te hebben met mijn psychologen en omgeving wist ik het toch in een ander daglicht te zien. Die 30 braakvrije dagen pakt niemand mij meer af. Dat is en blijft een prestatie waar ik hard voor heb gewerkt en het liet duidelijk mijn vooruitgang zien. Ik ben nog best een paar keer hard onderuit gegaan wat braken en eetbuien betrof, maar ik wist dat ik het kon, dat ik herstellende was en dat ik vol moest blijven houden.
Wat je doel ook is, elke dag dat het goed gaat is weer een nieuwe dag en die mag je in je zak steken. Tel niet slechts de dagen dat het je niet is gelukt. Misschien wegen die in jouw ogen het zwaarst, maar is dat werkelijk zo? Ik denk dat de positieve dagen zouden moeten zwaarder wegen, omdat je daar echt hard voor hebt moeten knokken. Je bent sterker dan je denkt. Elke dag dat het goed gaat is weer een stapje dichter bij je doel: Herstel.
♥
Fotografie door Vic Xia
Geef een reactie