Het leven gaat met ups en downs, zo ook het leven met een eetstoornis. De ene dag is de eetstoornis sterker dan de andere dag. Dit kan komen door triggers. Bepaalde gebeurtenissen, opmerkingen of ervaringen die ervoor zorgen dat je dieper in je eetstoornis schiet. Relativeren is belangrijk, maar niet altijd makkelijk. In deze blog bespreek ik vijf helpende gedachten die je erbij kan halen als je voelt dat je getriggerd bent.
Wat een trigger zou kunnen zijn voor jou, is natuurlijk heel erg breed. Een getal op de weegschaal, jezelf vergelijken met een ander, een post op social media, een negatieve beoordeling op school, het gevoel van eenzaamheid of herinneringen aan een heftig trauma. Allemaal erg uiteenlopende dingen. Zelfs de ogenschijnlijk kleinste dingen kunnen tijdens een eetstoornis al ervaren worden als enorm beangstigend.
We ervaren de wereld om ons heen allemaal anders. Wat voor de één niks voorstelt, is voor de ander een big deal en andersom. Je voelt wat je voelt en daar kan je niks aan doen. Vergeet dan ook niet dat een eetstoornis een psychische ziekte is. Dat daardoor iets voor jou veel zwaarder kan wegen dan voor een ander en dat je je niet maar aan het aanstellen bent. Je mag jezelf daar dan ook altijd serieus in nemen.
“Goed voor mezelf zorgen maakt me weerbaarder”
Wanneer ik getriggerd werd, voelde ik me ontzettend zwak en slecht. Door bewust of onbewust te vluchten in mijn eetstoornis hoefde ik dit niet te voelen, maar aan de andere kant hielp ik mezelf er ook niet echt mee. Op de korte termijn voelt de eetstoornis misschien als iets veiligs en krachtigs, maar op de lange termijn heeft het enorme fysieke en mentale gevolgen. Een eetstoornis is niet de oplossing. Het maakte mij niet beter.
Het voelde veilig, maar het maakte me niet werkelijk sterker of weerbaarder. Sterker nog, mijn eetstoornis was niet enkel mijn gedrag, maar had vooral heel veel invloed op mijn gedachten. Niet goed genoeg, niet leuk genoeg, niet sterk genoeg, niet waardig genoeg. Door deze gedachten aandacht te geven, te voeden, kregen ze veel meer ruimte om te groeien. Om me beter te voelen moest ik juist het tegenovergestelde doen van wat ik dacht dat de snelste en makkelijkste oplossing was voor de gedachten rondom triggers: juist wél goed voor mezelf zorgen. Door goed te eten, steun te zoeken, hulp te vragen, mijn gevoelens te erkennen, mezelf te accepteren en mezelf te verzorgen werd ik sterker en weerbaarder. Dat is misschien niet altijd de meest makkelijke weg, maar uiteindelijk wel de meest constructieve weg. Voed die gezonde kant!
“Het zijn maar gedachten”
In eerste instantie kon ik een beetje boos worden van een opmerking als deze. Hoe bedoel je ‘het zijn maar gedachten’? Weet je wel niet hoe dit voor mij is? Weet je wel niet wat ik nu voel? Meteen schoot ik in de verdediging. Maar deze opmerking is helemaal niet zo lullig bedoeld als het in eerste instantie misschien klinkt.
Een mooi voorbeeld hiervan is dat ik me de hele dag goed kon voelen, tót het punt dat ik op de weegschaal stond. Dan ineens was alles helemaal verkeerd en voelde ik me verschrikkelijk. Maar wat was er nou werkelijk gebeurd? Er was helemaal niks aan mij en mijn dag veranderd. De hele dag heb ik hetzelfde gewogen en was het geen probleem; tot het punt dat ik het zag. Als het écht een probleem was geweest, als dat mij écht maakte tot wie ik was, had ik dat eerder op de toch ook wel moeten merken?
Soms kan je je helemaal gek laten maken door een bepaalde gedachte. Echter is een gedachte loslaten lang niet zo makkelijk, dat weet ik ook wel. Dat vind ik ook zonder eetstoornis nog weleens lastig. Hiervoor kan meditatie of mindfulness een goede tool zijn. Gedachten laten komen en gaan. Leren leven in het nu.
“Ik ben meer dan dit moment”
Wanneer er iets negatiefs gebeurde, was het bijna onmogelijk voor mij om er nog iets positiefs naast te kunnen blijven zien. Ik kon helemaal wegzinken in mijn gevoelens en mezelf als niets meer zien dan ik op dat moment was. Een hoopje ellende, vol van angst, met enorme drang om af te vallen, een eetbui te hebben of iets anders destructiefs te doen.
Dit gevoel was er eerst niet. Dan zou het toch ook weer weg kunnen gaan? Wil ik mezelf de kans geven om dit uit te zitten? Uit te stellen in ieder geval? Mag ik verder kijken dan wat nu aan de hand is? Hoe ging het een uur geleden? Wat was positief aan gisteren? Waar heb ik morgen zin in? Ben ik ergens trots op? Wat gaf me vandaag een goed gevoel? Wie ben ik nog meer naast mijn eetstoornis of naast de gedachten rondom hetgeen dat mij zojuist getriggerd heeft?
Het was niet zo dat ik het gevoel dan maar moest ontkennen, maar ik hoefde er ook niet door opgeslokt te worden. Door mijn focus te weerleggen naar dingen die wél goed voelden, kon het gevoel rondom de trigger op een gegeven moment ook afzwakken en zelfs verdwijnen. Gevoelens komen en gaan. Niks is voor altijd. Ik ben meer dan dit moment.
“Het is oké om dingen moeilijk te vinden”
Verschrikkelijk vond ik het om me zo kwetsbaar en zwak te voelen. Ik kon daar echt ontzettend van balen en voelde me vaak een aansteller. Ik moest me niet zo laten kennen en gewoon wat meer m’n best doen. Er waren immers anderen die het veel slechter hadden dan ik, dus ik vond dat ik niet zo moest zeuren. Dat ik gewoon wat sterker moest zijn.
Afvallen was iets dat ik sterk vond. Als ik dat onder controle zou hebben, als ik daar maar grip op zou hebben, dan zou de rest misschien niet meer zo uitmaken. Het was zo; de rest ging me steeds minder uitmaken. Maar ik werd ook steeds minder mezelf. Ik liep verdoofd rond in mijn eigen, super kleine eetstoorniswereld. Geen blik op de toekomst. Het deed er niet meer toe. Niks kon mij nog raken. Maar wat ik niet wist, was dat ik mezelf van binnen opat. Letterlijk en figuurlijk. Is dit leven of overleven?
Het leven is niet altijd makkelijk, soms zelfs heel moeilijk. Dat geef ik toe, maar het leven kan ook heel fijn, leuk, liefdevol en waardevol zijn. Door mijn eetstoornis was daar geen ruimte voor, maar als ik afstand zou nemen van mijn eetstoornis werd alles ineens weer zo moeilijk. Ik was ontzettend bang om te falen. Ik was bang dat het te moeilijk voor mij was, maar het is oké om dingen moeilijk te vinden.
Iedereen vindt weleens dingen moeilijk. We kennen allemaal angst, pijn, onzekerheid, woede en verdriet. Misschien op verschillende manieren en de één wat meer dan de ander. Maar dat is oké, dat maakt niet uit. We zijn nu eenmaal niet allemaal hetzelfde, maar toch verschillen we ook niet zoveel van elkaar. Je mag dingen moeilijk vinden. Je hoeft het niet allemaal zeker te weten. Je hoeft niet altijd sterk te zijn. Je hoeft het niet perfect te doen.
“Ieder mens verdient hulp en steun”
Naast het feit dat je dingen moeilijk mag vinden, mag je ook altijd om hulp vragen als je merkt dat je iets moeilijk vindt. Om hulp vragen was iets dat ik ontzettend lastig vond. Wederom omdat ik vond dat ik me eigenlijk niet zo moest aanstellen, maar vooral ook omdat ik bang was dat de ander me raar, vervelend of een last zou vinden.
“Er bestaan geen domme vragen”, heb ik altijd geleerd. Dat gaat verder dan een vraag over een rekentoets. Ik denk dat het voor elke vraag geldt. Ook een vraag om hulp. Als jij voelt dat je wel wat hulp kan gebruiken, is dat jouw gevoel en is dat terecht. Zo eng als dat ik het vond, zo fijn werd er eigenlijk op gereageerd toen ik langzaamaan oefende met het vragen om hulp. Of die hulp nou in vorm was van praktische hulp, maar ook door iemand met je mee te laten denken, je hart te mogen luchten of juist even afleiding te zoeken.
Om hulp vragen voelt eng en kwetsbaar. Wat nou als iemand je afwijst? Wat nou als iemand je niet kan helpen? Dat kan natuurlijk gebeuren, maar weet dan dat het niet alleen aan jou ligt. Er kunnen tal van redenen zijn dat iemand jou misschien niet kan helpen, redenen die helemaal niet om jou hoeven te gaan. Je mag erop vertrouwen dat een ander ook zijn eigen grenzen aan kan geven.
Toch is die kwetsbaarheid ook ontzettend waardevol, want die kwetsbaarheid kennen we op de een of de andere manier allemaal. Mensen zijn nu eenmaal kwetsbaar. We zijn niet gemaakt van steen. Die kwetsbaarheid herkennen in anderen brengt ons juist dichter bij elkaar. Het maakt ons mens en het verbindt ons. Bovendien is het fijn om iets te kunnen betekenen voor een ander. Ieder mens verdient hulp en steun.
Welke gedachten helpen jou bij triggers?
Geef een reactie