De eetstoorniswereld was mijn veilige wereld. In die wereld draaide het om eten, het tellen van calorieën en compenseren. In die wereld was ik alleen maar bezig met mijn gewicht en met hoe ik eruitzag. Ik was bezig met het skippen van maaltijden en met het plannen van eetbuien. De eetstoorniswereld was heel klein, vertrouwd en vooral gericht op mezelf. In die wereld hoefde ik me niet bezig te houden met de ander. Alles draaide om mij.
Ik ben heel egoïstisch geweest tijdens mijn eetstoornisperiode. Dit is niet heel leuk om over mezelf te zeggen, maar het is wel de waarheid. Ik zou graag willen dat ik in die tijd een lief en zorgzaam persoon voor de ander was. Natuurlijk was ik dat soms ook wel, maar ik was vooral druk met mezelf en het in stand houden van de eetstoornis. Sommige dingen deed ik met een dubbele agenda. Ik deed dan bijvoorbeeld zogenaamd iets om de ander een plezier te doen, maar stiekem plezierde ik daar tegelijk ook de eetstoornis mee. Een voorbeeld hiervan is dat ik met alle liefde mijn moeder hielp met de boodschappen. Dat vond zij natuurlijk heel fijn, want dan hoefde ze niet alles zelf te sjouwen. Ze vond het lief van me dat ik meeging. Maar ik ging eigenlijk vooral mee, omdat ik dan invloed kon uitoefenen op wat er in de boodschappenkar terecht kwam. Mijn eetstoornis was dan weer blij.
Ik was dus veel met mezelf bezig en ik dacht dat mijn omgeving ook veel met mij bezig was. Dat waren ze natuurlijk ook, maar echt lang niet zo vaak als dat ik dacht. Ik werd soms echt paranoia en kon denken dat iedereen mij dik wilde hebben. Dat iedereen in mijn omgeving er alles aan deed om er maar voor te zorgen dat ik meer zou gaan eten en minder zou gaan bewegen.
Ik dacht ook dat mensen niet eerlijk tegen mij waren als ze bijvoorbeeld zeiden dat ik helemaal niet te dik was. Wat heb ik mensen dat kwalijk genomen zeg, omdat ik ze gewoon niet kon geloven. Ik vond het belachelijk dat ze over iedereen een eerlijke, oprechte mening hadden, maar dat ze tegen mij ‘logen’. Nu ik dit zo schrijf besef ik hoe ziek dit is. Ik dacht alleen maar dat iedereen mij voor de gek hield terwijl dit niet zo was. Opnieuw draaide alles dus weer om mij.
Heel hard gezegd heb ik ontzettend veel lak aan mijn omgeving gehad. Het interesseerde me niet zoveel hoeveel zorgen iedereen zich om mij maakte. Het was belangrijker dat ik over kon blijven geven en dunner zou worden. Mijn ouders deden echt alles voor mij. Elke keer weer gingen ze met mij mee naar therapie, omdat dat heel ver rijden was. Ze namen dagen voor me vrij, ze probeerden zoveel mogelijk thuis te zijn zodat ik niet alleen zou zijn. Ze luisterden naar de tips en adviezen van mijn behandelaren. En ik? Ik bedacht ondertussen een ander plan waarmee ik hen om de tuin kon leiden. Alles draaide om mij. Het boeide me niet wat mijn gedrag met de rest deed.
Ik weet dat ik mensen tot wanhoop heb gedreven met mijn gedrag. Ik weet dat ik mensen echt heel veel pijn heb gedaan. En toch ging ik ermee door, elke keer weer opnieuw. De eetstoornis was voor mij belangrijker dan wie of wat dan ook. Elke dag weer KOOS ik voor de eetstoornis. Ik koos ervoor om mijn omgeving te beduvelen. Ik koos ervoor om mijn eigen ongezonde gedrag in stand te houden. Ik heb ook heel vaak gedacht dat het allemaal makkelijker zou zijn als ik gewoon niet meer thuis zou wonen. Mijn ouders zouden zich dan geen zorgen meer hoeven te maken en ik zou mijn eigen gang kunnen gaan. Lekker makkelijk natuurlijk, om zo te denken.
Mijn behandelaar zei ooit tegen mij en mijn ouders: “Jij bent een gijzelnemer. Met jouw gedrag houd jij je hele gezin gegijzeld met jouw gedrag. Zij kunnen niks doen zonder dat jij het gezin, maar vooral ook jezelf dreigt kapot te maken. Als het niet gaat zoals jij het wil, dan dreig je met nog minder eten, met nog vaker overgeven, met nog meer laxeren“.
Die woorden kwamen binnen. In die tijd zat ik ook echt op een keerpunt. Ik wilde toen heel graag anders en was bereid om daar alles voor te doen. Opeens overviel mij dan ook een intens schuldgevoel naar mijn omgeving toe. Ik vond het zó erg dat ik mij als een egoïst had gedragen de afgelopen paar jaar. Ik vond het zó erg dat ik iedereen pijn had gedaan, maar er gewoon mee door ben gegaan. Ik besefte me hoeveel leed ik de ander heb aangedaan. Ik had spijt, diep spijt.
Voorheen werd mijn gedrag vaak op de eetstoornis afgeschoven. Ik deed zus of zo, want ik had een eetstoornis dus dat verklaarde dat gedrag. Ik snap deze gedachtegang en ben het er deels mee eens, maar ik heb geleerd dat je hierin wel je verantwoordelijkheid moet nemen. Het feit dat je een eetstoornis hebt wil niet zeggen dat je je dan maar altijd zo moet gedragen en andere mensen pijn moet doen. Ik wist heel goed dat ik mensen pijn deed met mijn gedrag, maar ik koos er om er mee door te gaan. Ik vond mezelf belangrijker dan de ander. Pas toen ik echt herstelde, durfde ik hier ook pas voor uit te komen. Ik heb mijn oprechte excuses aangeboden en ik zag toen pas in dat niet alles om mij draaide.
Fotografie: Giuseppe Milo
Geef een reactie