Als kind liep ik van school naar huis. Na een dag spelen, leren en me verschuilen achter een glimlach ging ik angstig en alleen weer naar mijn huis. Ik nam geen vriendjes mee om te spelen, want in mijn huis was er nauwelijks tijd en ruimte om te spelen. Knikkende knieën, in opperste staat van paraatheid en met een hartslag in mijn keel greep ik de deurklink vast, opende de deur en stapte over de drempel.
Observeren door te kijken, te luisteren en te ruiken. Wat kon ik vandaag verwachten van mijn moeder? Waar is mijn stiefvader? Hoe is de sfeer in huis, hoe is de stemming van de medebewoners in dit huis … In dit huis woonde ik met mijn alcoholistische en manisch-depressieve moeder. Even later kwam ook mijn agressieve stiefvader bij ons inwonen. Ik werd uitgescholden. Ik moest zorgen voor het huishouden en mijn moeder. Ik werd geslagen en op andere manieren mishandeld. Ik was en werd misbruikt.
’s Avonds laat keerde de rust weer terug en hadden we in dit huis weer een dag overleefd. Met één oog open ging ik de nacht in en op naar een volgende dag. Een dag met opnieuw proberen te voorkomen dat anderen door zouden krijgen wat er binnen onze vier muren gebeurde, een dag die opnieuw zou eindigen in onzekerheid en angst.
Alle gebeurtenissen heb ik opgeslagen in kamertjes in mijn hoofd. De deuren dichtgedaan en met veel pijn en moeite proberen deze gesloten te houden. Nooit meer naar teruggaan en nooit delen met anderen. Vergrendeld door schaamte, schuldgevoel en loyaliteit bleven de kamers een hele lange tijd van mij alleen … Tot het moment dat de eetstoornis in mijn leven kwam.
Op een indirecte wijze werd heel erg langzaam zichtbaar wat ik al vele jaren had proberen te vergeten en verbergen. “Dank je wel eetstoornis dat jij mij de deuren liet openen”, want ondanks dat het pijnlijk en soms zelfs bijna ondragelijk is om hier naar binnen te stappen ben ik aan het genieten van de grote schoonmaak. Ik kom hierdoor eindelijk thuis: thuis bij mezelf en in een huis waar liefde, verdriet, plezier en al het andere dat bij het leven hoort samenkomt. Het is van mij, het is veilig en er zijn geen geheimen meer.
Wat heb ik dit gemist en wat doet het pijn om dit gemis te voelen. Wat als ik op jonge leeftijd dit al had mogen ervaren? Wat als ik de geheimen eerder naar buiten had gebracht? Wat als de gebeurtenissen achter de drempel van mijn huis toen al het daglicht hadden mogen zien? Heeft echt niemand gezien wat er bij mij thuis gebeurde? Wist niemand dat mijn moeder haar problemen had, waardoor ze niet voor mij kon zorgen? Hoorde niemand het lawaai? Had ik maar harder geschreeuwd. Had ik maar om hulp gevraagd. Had ik maar geweten dat het niet normaal en oké was … had ik maar geweten dat ik meer verdiend had en meer waard was dan wat ik kreeg op de momenten dat ik in mijn huis was.
Wat als iemand had ingegrepen en de twijfels was gaan onderzoeken? Wat als iemand mij echt in mijn ogen had gekeken en het gedrag van mijn ouders in twijfel had getrokken? Het is voor mij te laat en ik heb mijn eigen boontjes inmiddels gedopt; ik voel me krachtig, ik voel me trots en ook gun ik het mezelf dat het destijds anders was gegaan en ik deze boontjes überhaupt niet had hoeven doppen …
Ik hoop dat iedereen om zich heen kijkt. Dat iedereen soms even vraagt wat er achter de deuren en ramen van een huis plaatsvindt. Kijk in de ogen van het kind, kijk naar de gebeurtenissen die plaatsvinden en kijk wat jij zou kunnen doen om ongelukken, verdriet en trauma’s te kunnen voorkomen. Kijk wat jij zou kunnen betekenen voor een kind door het liefde, aandacht, troost en begrip te geven. Wat heb ik jou gemist en wat gun ik ieder kind én alle ouders dat jij er vanaf nu gaat zijn … het kind, de ouders en alle andere betrokken kunnen het niet alleen. Samen zien we meer, samen kunnen we oplossingen bieden en samen kunnen we van betekenis zijn.
Fotografie: Unsplash
Geef een reactie