Toen mijn eetstoornis begon woonde ik nog thuis. In jaren die volgde is mijn thuissituatie veranderd. In het begin waren m’n ouders nog bij elkaar, daarna woonde ik eventjes bij m’n vader, toen een hele tijd met m’n moeder en uiteindelijk ben ik op mezelf gaan wonen. Hoe het ook zij, ik bleef te maken hebben met mijn familie en mijn familie met mij. Ze wilden me graag helpen en ik wilde die hulp ook best ontvangen, maar we wisten niet altijd hoe dat moest en dat kon nog wel eens botsen.
Met mijn eetstoornis hield ik er een hoop geheimen op na. Ik wilde er graag vanaf, maar het gaf me ook houvast en die tweestrijd leverde veel spanning op. Wanneer ik dan toch op eetgestoord gedrag werd betrapt kon ik flink uit de slof schieten. Mijn familie probeerde me te helpen, maar mijn eetstoornis vocht hier hard tegen. Dit was voor hun ook niet altijd even makkelijk. Ik domineerde het hele huis met mijn gedrag. Hier kon ik me dan weer erg schuldig over voelen en zo bleef de wisselwerking maar door gaan.
Wanneer ik nu dagboekjes van vroeger teruglees schrik ik als ik lees wat ik toen over m’n ouders schreef. Het kon me allemaal gestolen worden. Ik was soms zo kwaad op ze. Waarom lieten ze me niet gewoon met rust? Ik zou er toch zeker zelf wel uit komen? Op mijn manier! Ik ben blij dat dit slechts momentopnames waren en dat ik het niet echt allemaal zo ver heb laten komen. Mijn familie is me erg dierbaar en al gooit een eetstoornis roet in het eten, ik wilde niet onze relatie er voor op het spel zetten.
In therapie besprak ik hoe het er thuis aan toe ging en hoe ik me daarbij voelde. Ik heb een hoop moeten leren over me open durven stellen en dingen bespreekbaar maken. Dit waren geen dingen die ik makkelijk vond om te doen. Ook systeemtherapie samen met mijn ouders en mijn broertje heeft ons geholpen om elkaar beter te begrijpen. Goed contact met je ouders, gezin of familie kan erg waardevol zijn, al is het soms lastig wanneer je zo veel aan je hoofd hebt. In deze blog wil ik daarom een aantal punten opnoemen die ons hebben geholpen beter met elkaar te communiceren.
♥ Het is oké om van mening te verschillen
Mijn vader en moeder zijn beide erg verschillend opgevoed. Waar mijn vader heel ouderwets was opgevoed, heeft mijn moeder juist een heel vrije opvoeding meegekregen. Dit is nooit echt een probleem geweest en ze vonden altijd een prima middenweg, maar er was dan ook nooit echt iets aan de hand. Toen ik een eetstoornis kreeg en de druk op ons gezin wat hoger kwam te liggen, begon je toch te merken dat m’n ouders er een andere aanpak op nahielden. Daarnaast had mijn moeder ervaring met eetstoornissen en was het voor m’n vader één grote, ongrijpbare, vreemde situatie.
Mijn ouders konden gelukkig goed met elkaar praten en hoewel er af en toe wel eens een meningsverschilletje plaatsvond hebben ze dit altijd goed opgelost. Het is oké om van mening te verschillen. Iets wat niet altijd makkelijk is, maar wel iets wat ik gelukkig van huis uit mee heb gekregen. Ook binnen een familie kan je een andere kijk op dingen hebben en ik denk dat het belangrijk is om daar ruimte voor maken en het te accepteren van elkaar.
♥ Bekijk het ook vanuit hun kant
Luister naar elkaars mening. Niet alleen je ouders naar jou of je ouders naar elkaar, maar ook jij naar je ouders. Dat het oké is om een andere mening te hebben, betekent niet dat jij dan automatisch altijd gelijk hebt want ja, je kan toch gewoon van mening verschillen?! Het is niet alleen belangrijk dat je accepteert dat meningen kunnen verschillen, maar dat je ook oprecht iets van de andere kant probeert te bekijken en begrijpen.
Het voelde voor mij altijd heel kwetsbaar de zaak ook eens van de andere kant te bekijken. Het zou namelijk kunnen betekenen dat ik het misschien niet aan het rechte eind had. Toch heeft deze kwetsbaarheid, en kwetsbaarheid in het algemeen, behoorlijk wat voordelen. Het zorgt voor begrip, het maakt je menselijk en versterkt relaties. Ook is het op deze manier makkelijker voor mensen om zich terug kwetsbaar op te stellen, waardoor je elkaar alleen maar beter leert begrijpen.
♥ ‘Ik’ zeggen
“Nee, maar JIJ doet zus en zo.” Hoe vaak heb ik wel niet met m’n vingertje gewezen naar wat anderen fout deden. Dit is best een harde manier van praten en het zorgt er voor dat er geen ruimte voor een gesprek meer is. Eigenlijk heb je al gezegd dat de dingen nou eenmaal zijn zoals ze zijn en laat je de ander alleen maar rot voelen.
In plaats van “jij” zou je ook kunnen zeggen “ik“. Wanneer ik terug kwam van therapie was ik vaak erg moe. Mijn vader had de neiging allemaal vragen te stellen over hoe het was gegaan direct nadat ik thuis was gekomen. Mijn hoofd stond hier nog helemaal niet naar. “Jij stelt altijd van die vervelende vragen!” Riep ik dan kwaad en meteen was de toon gezet en de sfeer in huis onaangenaam. In plaats daarvan had ik ook best kunnen zeggen: “Ik voel me nu moe vind het dan vervelend als je zo veel vragen stelt.” Op deze manier leg ik niet de schuld bij iemand anders, maar geef ik aan dat het voor mij op dit moment niet goed voelt.
♥ Blijf kalm en vriendelijk
Wanneer onderwerpen die ik nog erg lastig vond in een gesprek naar boven kwamen, kon de spanning nog weleens hoog oplopen. Er vond een tweestrijd plaats in mijn hoofd, terwijl m’n ouders met veel onmacht kampten. Hierdoor konden we best weleens een beetje snauwen naar elkaar. Dit maakte de situatie niet bepaald beter. In plaats van een open gesprek te voeren, stelden we ons op dit soort momenten hard en gesloten op. Wanneer je niet aardig naar iemand bent, kan je ook niet verwachten dat iemand wel aardig tegen jou terug gaat doen. Een goed en helpend gesprek is op zo’n moment ver te zoeken.
Het is erg belangrijk, al is het soms lastig, om kalm en vriendelijk met elkaar te blijven praten. Op deze manier is het veel fijner en makkelijker om naar elkaar te luisteren. Praat tegen elkaar op de manier zoals je zelf aangesproken zou willen worden. Uiteindelijk willen we elkaar toch alleen maar helpen en begrijpen.
♥ Het is geen wedstrijd
Ik ben best een competitief persoon en kan, zeker wanneer ik wat minder lekker in m’n vel zit, van de stomste dingen een wedstrijdje maken. Het kon me niet meer schelen of mijn argument nou goed of fout was, ik wilde gewoon ‘winnen’. Ik wilde absoluut niet verkeerd zitten, want dat voelde als falen. M’n fouten toegeven voelde kwetsbaar, dus ik wilde per se mijn gelijk krijgen, ook als ik dat niet had.
Mijn houding was verkeerd en niet helpend. Een gesprek met je familie gaat er niet om wie er wel of geen gelijk heeft. Het gaat er om dat je samen tot een oplossing komt, elkaar begrijpt, aanhoort en de ruimte geeft. Toon begrip, zowel als ouder, als grootouder, als oom, als tante, als zoon of als dochter. Durf er vanuit te gaan dat de ander je alleen maar wilt helpen en beschrijf wat hun woorden of acties met je doen. Wees open en eerlijk. Ga het gesprek aan en je familie kan je meest waardevolle, liefdevolle vangnet zijn.
Hoe communiceer jij met je familie?
Fotografie door Haley
Deze blog kwam oorspronkelijk online in 2018.
Geef een reactie