Wat voor ieder ander waarschijnlijk een doodgewone vrijdag was, was voor mij een hele bijzondere dag. Ik kwam vandaag thuis met lieve kaartjes en berichtjes en op de keukentafel stonden cadeautjes voor mij klaar. Nee, ik was niet jarig, maar ik was vandaag wel héél erg gelukkig! Zo’n geluksmoment dat ik het liefst meteen zou willen delen, alleen is dit voor mij niet zo makkelijk. Dit is iets wat een ander niet zal begrijpen. Maar waarom zou ik eigenlijk niet mijn geluk mogen delen? Ik heb jarenlang gedaan alsof ik gelukkig was en vanaf vandaag kan ik dat hoofdstuk afsluiten door mijn verhaal te delen. En wat een ander daar ook van vindt, tja.. als we ons aanpassen om mensen kwijt te raken, verliezen we onszelf.
Ik heb een eetstoornis. Die heb ik maar ik ben het niet. Laat ik daar mee beginnen. Ik hoop met mijn verhaal andere meiden te kunnen motiveren die in dezelfde strijd zitten, maar wat ik vooral hoop is dat ik een steentje bij kan dragen om het taboe rond eetstoornissen te kunnen verbreken. Er word vaak alleen maar aan anorexia en ‘magere meiden die niet meer kunnen functioneren’ gedacht. Het is natuurlijk ook de meest zichtbare, maar wat veel mensen niet weten de minst voorkomende. Veel meer mensen lopen rond met ‘onzichtbare eetstoornissen’. Ik ben daar één van en heb de eetstoornis NAO (niet anderszins omschreven). Het heeft symptomen van anorexia, boulimia en BED, maar voldoet niet aan alle criteria. Je past niet in een bepaald hokje. Dat is knap lastig. Een jaar geleden durfde ik er geen woord over uit te spreken of überhaupt op papier te zetten. Ik heb nu geleerd te delen en bovendien is delen het beste medicijn tegen een eetstoornis. Dan moet ik het ook gelijk maar goed doen.
Het afgelopen jaar heb ik in groepstherapie gezeten. Eén dag in de week op vrijdag. Zo kon de rest van de week mijn leventje gewoon doorgaan. Vandaag was mijn laatste dag. Alleen al door het woordje therapie zou ik me dood schamen. Dat was niets voor mij. Ik kan dat zelf wel oplossen. Hoef niet over mijn gevoel te praten. Maar toen ik er een paar keer geweest was begon ik me toch op mijn gemakje te voelen. De meiden die in die groep zaten, jong en oud, het maakt niet uit, ze hadden allemaal dezelfde problemen als ik. Op eetstoornis gebied, maar ook vooral op hoe ze waren. Leuke volwassen meiden met ieder een druk leventje. School, werk, gezin, huismoeder. Allemaal stuk voor stuk ‘normale’ mensen waar niets van af te lezen zou zijn. Zelf had ik dus blijkbaar ook een vooroordeel over eetstoornissen. Deze groep gaf me het gevoel niet meer alleen te zijn. En dat gaf enorme troost maar ook was het de harde realiteit dat ik besefte écht niet gezond te zijn.
Jarenlang heb ik gestoeid met mijzelf op het gebied van eten en gewicht en dat heeft zich langzaam tot een eetstoornis ontwikkeld. Hoe ik er precies aan gekomen ben is een lastige vraag. Er is geen eenduidige oorzaak aan te wijzen want het is een combinatie van verschillende factoren geweest die ik liever maar privé houd. Het is in elk geval rond mijn 15e begonnen, ik begon op mijn manier met afvallen en ik bleek er verdomd goed in te zijn. Ik zocht controle in mijn onzekere puberleventje en die had ik op die manier gevonden. Ook al begon het zó onschuldig.. eten, de weegschaal en mijn zelfbeeld hebben me vanaf toen tot nu nooit meer losgelaten. Jaren lang was dit mijn geheimpje waar niemand van wist. Ik had een tweede leventje. Inmiddels ben ik gaan leren in de echte wereld te gaan leven door mijn geheim te onthullen. Vorig jaar november heb ik het mijn vriend verteld, waar ik toen inmiddels al 2 jaar mee samen woonde. Niet zomaar, ik stond op het punt dat het voor mij allemaal niet meer hoefde. Ik had voor de zoveelste keer boven de wc pot gehangen.
Emotionele eetbuien waarin ik van alles naar binnen propte en binnen no time alles inclusief mijn emoties eruit kon braken. Het was mijn manier om met emoties om te gaan. Ik had er zelf ook geen controle of grip meer op als het gebeurde. Ik had het nodig.. het gaf me rust.. hoe gek dat ook klinkt. Maar die bewuste middag gaf het mij geen rust meer. Ik kwam tot besef dat het foute boel was met mij en dit kon zo niet langer door gaan. Ik belde mijn vriend op en voor ik het wist zat ik diezelfde avond bij mijn ouders aan de keukentafel te vertellen dat ik zwaar in de knoei zat. Eigenlijk kon ik geen woorden uitbrengen want ik wist eigenlijk niet eens wat ik had. Ja ik geef soms over. Is dat het probleem? Wat zullen ze wel niet van me denken? Waarom zijn ze niet boos omdat ik de hele wereld altijd maar bij elkaar lieg? Ik schaamde me diep en voelde me waardeloos dat ik niet gewoon eerder bedacht had hiermee te stoppen. Ik wist toen nog helemaal niet hoe ver ik eigenlijk heen was en hoe diep het zat. Maar vanaf die dag werd meteen de druk erachter gezet en zat ik 2 dagen later bij de huisarts.
Het was echt een geschikte huisarts die begripvol en serieus reageerde. Veel huisartsen kunnen eetstoornissen niet herkennen. Onlangs heb ik me nog ontzettend boos gemaakt toen een kennis naar de huisarts ging met haar issues en daarbij vertelde dat haar zelfbeeld haar humeur bepaalde en ze weleens over had gegeven. En de huisarts zei tegen haar; ‘Jij kan geen eetstoornis hebben, want dan had jij hier niet gezeten. Dan had je niet kunnen werken of functioneren.’ Ik ben er dagenlang boos over geweest en ik merk dat mijn toetsenbord ook nu weer flink te keer gaat. Gelukkig was mijn huisarts wel scherp genoeg en verwees me door naar de GGZ en daar werd tijdens de intake eetstoornis NAO vastgesteld. Ik stond daarna 2 maanden op de wachtlijst. Een wachtlijst.. dacht ik toen nog. Zouden er dan zo veel meer zijn? Achteraf hoefde ik maar 2 maanden te wachten. Sommige meiden uit mijn groep moesten wel een half jaar wachten. Maar goed, ik kon in januari starten.
15 januari was mijn 1é dag. de start van de eerste 3 maanden waarin ik de eerste punten al aan ging pakken. Daarin moest ik beginnen aan de basislijst. Eten wat een vrouw gemiddeld per dag eet. Het doel; stabiliseren van gewicht. Stabiliwat? Oke, het zal wel. Ik zag het niet als moeilijk. Ik pakte het vrij snel op en zag het probleem niet van een meid die zo’n moeite had met pindakaas of boter op haar brood. Zie je nou wel, ik heb geen probleem met eten. Hierdoor had ik in het begin heel weinig motivatie. Ik kon heel moeilijk accepteren dat ik in deze groep zat en tussen deze ‘eetgestoorde’ mensen was gezet. Maar dat was een behoorlijk trucje van mijn eetstoornis. Binnen 3 maanden wil ik hier wel weer vertrokken zijn en kan ik het normale leven zelf wel weer oppakken. Dat heb ik toen ook wel duidelijk proberen te maken.
Met mij was het allemaal niet zo erg. Van binnen vond ik mezelf ook een behoorlijke aansteller. Maar daar sprak ik niet over. Het heeft heel lang geduurd voordat ik ging delen wat ik dacht en het toch maar toe gaf en écht aan mijzelf kon gaan werken. Wat ik toen heel erg heb moeten leren is de stem van de eetstoornis in mijn hoofd te herkennen. Ik dacht altijd dat ik al die nare dingen zelf dacht. Maar een eetstoornis zit in je als een 2e persoon waar je niet voor gekozen hebt. Een stem in je hoofd die vertelt wat je wel en niet mag doen en waar je naar luisteren moet.
Als je je eigen gedachtes en die van de eetstoornis los kunt koppelen, kun je er tegen vechten. En daar ben ik toen uiteindelijk mee begonnen. Het was héél vermoeiend bewust te worden van wat er allemaal gebeurde in mijn hoofd. Ertegen vechten was nog veel vermoeiender. In die periode heb ik ontzettend veel geslapen. Ik was zó moe van alles. Ook moest ik stoppen met wegen. Het getal op de weegschaal bepaalde hoe ik over mijn lichaam mocht denken. Maar ook hing het getal ervan af of ik naar een feestje mocht, of zonder pyjama naast mijn vriend kon slapen. Dat moest eruit. Het getal mocht me niet meer beheersen. Vanaf toen ging ik 1 keer in de week onder begeleiding wegen. Ik heb er héél veel onrust van gehad maar kon er langzaam mee leren omgaan.
Op zich gaf de basislijst me rust, ik at nu gewoon wat een gemiddelde vrouw ook zou moeten eten en de weegschaal vertelde mij dat ik er niet van aankwam. Als ik maar niet aankwam, dan was alles goed. Want de angst voor aankomen had ik behoorlijk. Maar ook had ik andere bepaalde onrust. Zin aan meer eten. Het eten wat me goed kon laten voelen als ik me klote voelde. Alsof je een sigaretje wilt roken maar je mag het niet. Maar ook had ik een honger die realistisch was door mijn lichte ondergewicht. Mijn lichaam vroeg naar meer. Jarenlang heeft mijn lichaam niet geweten waar het aan toe was. Want niet alleen gaf ik over na emotionele eetbuien maar ook gaf ik over na het avond eten als ik me ‘dik’ voelde of iets had gegeten wat ik niet van mijzelf mocht eten.
Ik had namelijk tig regels met de jaren ontwikkeld waar ik me aan houden moest. Toen ik ze eenmaal begon te noteren bleek ik A4tjes vol regels te hebben. Maar nu at ik gestructureerd(nog wel redelijk binnen de regels) en gaf ik niet meer over, tenminste niet elke dag meer. Ik menstrueerde weer normaal en mijn stoelgang werd flink op gang gezet. Ik zette mijn lichaam dus weer aan het werk. Het begon naar meer te vragen. En daarvan kwam honger, eten, spijt, overgeven/compenseren of de vrijbrief ‘alles is toch al verpest’ en weer van voor af aan. Verschrikkelijk als ik erop terug denk. Die visuele cirkel waar ik maar niet uit kwam.
Na 3 maanden kwam er een nieuw behandelplan. Daarin stond dat ik de basis+lijst moest gaan eten. Aankomen dus. Oh my god, die kwam onverwacht. Want ik dacht dat het zo goed ging. Overgeven deed ik niet meer, ik dacht probleem opgelost. Maar het bleek het eerste laagje van mijn probleem te zijn. Het was het eerste wat ik aanpakken kon. Niet meer overgeven door nooit meer alleen te eten, na het eten niet alleen te zijn, activiteiten bedenken en afleiding zoeken. Een avondje bankhangen, alleen zijn zat er voor mij niet in. Vind ik nu soms nog steeds lastig. Maar het is wel de manier niet meer in mijn eigen wereldje te kruipen. Maar hiernaast moest ik beginnen met aankomen. Ik had licht ondergewicht en dat is iets waar een eetstoornis zeer tevreden over is en wat de eetstoornis in stand houd. Ik hield me aan een getal vast en daar moest ik van af komen door te ‘groeien’. Ik had het gevoel alsof ik door de grond zakte. Gezond worden prima, aankomen.. not done. Het is uiteindelijk heel moeilijk geweest en heeft lang geduurd. Ik had overal een smoesje voor klaar staan en had vele trucjes het er weer af te krijgen. Het zat écht in mijn automatische systeem.
Bewust aankomen terwijl de halve wereld met afvallen, strak worden en ‘healthy life style shit’ bezig is werkte ook niet echt mee. Ik heb er nu nog steeds een verschrikkelijke hekel aan. Het is alsof iedereen elkaar aansteekt voor het streven naar perfectie. Wat naar mijn idee tot nog veel meer eetstoornissen in de toekomst lijdt. Maar goed, het maakte het mij allemaal zo moeilijk. Overal triggers die ik negeren moest. Mensen die van niets wisten klote opmerkingen maakten en mensen die ik het toch in vertrouwen had verteld er niets van begrepen. Dat vond ik nog het meest lastigste. Je leert de mensen om je heen kennen en niet altijd in het voordeel.
Maar ondanks al die narigheid.. langzaam maar zeker lukte het me. Ik werd met de week sterker door het gewoon te doen en elke keer als ik mezelf had uitgedaagd dacht ik; zie je wel, de wereld is niet ten onder gegaan. Dat gevoel hielp me altijd bij de volgende stap. Hoe zwaarder de weegschaal, hoe lichter ik me voelde. Daarbij kwam kijken dat ik leerde dat ik óntzettend veel moest eten om aan te kunnen komen terwijl ik dacht van 1 bounty al een kilo te groeien. De angst voor het getal en de angst voor aankomen werd daardoor steeds minder.. het werd rustiger in mijn hoofd en er kwam ruimte voor mijn eigen IK. Ik heb mezelf écht opnieuw leren kennen. Ook het voelen, houden van, of juist niet houden van.. het was allemaal veel intenser. Alsof ik jarenlang op een andere planeet ben geweest. En al die tijd heeft nooit iemand het geweten.
Niemand wist dat het getal op de weegschaal mijn dag kon verpesten of de spiegel mijn vijand was als ik er in mijn nakie voor stond. Ik at ook wel gewoon met de pot mee. Zag altijd wel eerst wat de ander naar binnen schoof zodat ik niet meer als een ander zou eten. ‘vol’ of ‘verzadigd’ zijn kon ik niet goed meer voelen. En tja, als ik dan toch teveel of te ongezond gegeten had.. of meer dan een ander.. kon dat er wel weer uit. En ten slotte stelde het me gerust dat ik eigenlijk alles wel kon eten zonder aan te komen. Wat een uitkomst dacht ik toen. En niemand die het ziet, niemand die het door heeft. Alles draaide maar om 1 ding, slank blijven. Want slank zijn maakt gelukkig. Maar ook had ik vaak genoeg een vrijbrief om wel gewoon te snoepen en te eten. Dus met mij niets aan de hand. Het ene moment mezelf niets gunnen het andere moment mocht ik alles. Balans heb ik jaren niet gehad. Het is altijd een grote puinhoop in mijn hoofd geweest. Ik zat ik een cirkeltje van afvallen, sporten, opgeven, eten, composeren, sporten en weer van voor af aan. Daarom is het zo goed onzichtbaar te houden. Maar ik kan nu vertellen dat ik het knap lastig heb gehad en nu nog steeds enorme uitdagingen zijn tijdens uit eten, verjaardagen, BBQ feestjes, met de kerst gourmetten, op vakantie gaan.. ik heb er de laatste jaren nooit meer 100% van kunnen genieten.
Maar nu ben ik een jaar verder. Ik ben gevallen en weer opgestaan. En heb de therapie met gezond gewicht verlaten. Het cijfer kan dat geluk niet in de weg staan. Ik leef, en dat gevoel is zoveel meer waard. Maar goed, ik heb mijn momenten nog steeds. Je kunt een eetstoornis niet inleveren. Je moet accepteren dat je het hebt en er voor altijd tegen blijven vechten. Opstaan met de gedachte; waar heb ik zin in, wat zal ik eten? dat kan ik nog niet. Op de menukaart kiezen wat ik het lekkerste vind? Dat kan ik nog niet. Er komen nog steeds honderd gedachtes achter waarom ik toch beter voor wat anders zou kunnen gaan. Ik heb die discussie nog elke dag in mijn hoofd. Over alles wat ik doe of eet. En ik weet dat als ik mijn best er voor doe en zo blijf door gaan die stem in mijn hoofd volledig kan verslaan. En ik een leven kan leven zoals ik het wil. Op naar een mooie toekomst! En misschien mag ik ooit eens moeder worden van een prachtig meisje, maar dan hoop ik niet dat ze de genen van mij heeft. Dan hoop ik dat ze blij is met zichzelf zoals ze is. Dat is wat ik alle meiden en vrouwen mee wil geven. Wees bewust van wat je doet en waar je aan begint.. want voor je het weet leef je in je eigen gevangenis. Kijk realistisch naar jezelf. Wees trots op het lichaam dat je gekregen hebt!
Geef een reactie