Ineens ben ik over dat punt heen. Ineens is de stress niet meer te houden. Ik kan alleen maar denken aan wat ik allemaal wil eten. Het voelt echt alsof dit mij gaat helpen, alsof dat mijn problemen en mijn gevoelens van dat moment gaat oplossen of verlichten. De hele dag voel ik mij somber en het nare gevoel over mijzelf houdt mij in alles tegen. Ik wil mij het liefst dagenlang verstoppen. In mijn huisje, onder de dekens. Vanaf het moment dat ik besluit dat ik een eetbui ga hebben, lijkt mijn hele lichaam een knop te hebben omgezet. Het gevoel dat je hebt als je in de achtbaan zit, vlak voor het moment dat je op het hoogste punt bent. De spanning heeft zich opgebouwd en het is nu wachten op de rit naar beneden. Je tilt jezelf over dat punt heen en de vrije val naar ontlading is ingezet.
Vanaf dit moment heb ik ook haast, ongelofelijke haast. Ik voel hoe alles in mijn lichaam toe heeft gewerkt naar dit moment. Dit moment, vanaf waar alles zich in een roes af zal spelen. Er is geen moment dat ik mij zo rustig en zo gestresst tegelijkertijd voel. Mijn hele dag staat in het teken van deze eetbui, terwijl de chaos nu pas echt begint. De druk lijkt ervan af en alle scherpe randjes zijn weg, maar ik lijk eerder verdoofd. Als verdoofd eet ik, nee, prop ik alles naar binnen. Twee boodschappentassen vol, waarvan ik één onderweg van de voordeur naar de bank heb laten vallen. De ander laat ik tegelijk met mijzelf naast de bank ploffen. Meestal zet ik iets op, een praat-programma of een talentenshow. Zo iets wat altijd op de achtergrond op kan staan. Je kan het volgen, maar het hoeft niet.
Ik begin aan de eerste boodschappentas en maak alle verpakkingen tegelijk open. Ik kan niet eerst iets opeten. Ik wil van alles een hapje, tegelijk. Zoet, zout, hartig, elke combinatie lijkt perfect en is precies waar ik naar op zoek ben. Langzaam verspreid de inhoud van de tas zich over de bank, de vloer en valt er zelfs soms wat terug in de tas zelf. Morgen opruimen. In plaats van dat ik voldaan en kalm word, word ik rusteloos, wild en bodemloos. Ik sla om mij heen en dring mij op aan alles wat ik in mijn mond kan stoppen Het besef van tijd en ruimte raak ik langzaam kwijt. Niet lang nadat ik thuis ben gekomen plakken mijn handen, heb ik gemorst op de bank en zit ik in mijn eigen kruimels. Dorst! Mijn mond is droog en ik ben misselijk. Drie volle glazen water gooi ik achterover en ik richt mij op de volgende tas. Ik ben misselijk, moe en zou moeten stoppen. Maar ik wil niet stoppen. Ik wil nog alles wat in de tweede tas zit en ik kruip ernaar toe. Een heel nieuw hoofdstuk lijkt daarmee geopend.
Daar zit ik. Vies van eten, vies van mijzelf. Mijn hele huis heeft meegegeten en alles maakt mij misselijk. Ik dweil over de grond, want er moet nog één ding gebeuren voordat ik neer mag storten en in slaap mag vallen. Het moet eruit. Alles. Pas dan is de cirkel weer rond en alleen daarom mocht ik in eerste instantie deze eetbui hebben. Als ik boven de wc hang lijkt het soms net alsof ik even uit mijzelf treed. Mijn lichaam doet dit zelf en hoeft alleen maar hiermee bezig te zijn. Verder hoeft er niets. Verder denk ik aan niks. Verder voel ik niets. Tot het klaar is.
Ik stink en alles doet pijn van de achtbaan die mij net door elkaar heeft geschud. Dit was geen vrije val. Dit was oorlog. Mijn hoofd is rood en mijn klieren zijn opgeblazen. Ik schaam mij kapot en voel mij waardeloos. Waarom zien mijn dagen er zo uit? Waarom ben ik hierin gevangen en te zwak om dit te doorbreken? Hoe kan ik elke verlichting zoeken in iets dat mij alleen maar verder af laat glijden?
Weer dorst. Ik drink alsof ik drie dagen niets gedronken heb. Met de kruimels nog aan mijn voeten geplakt haal ik nog net mijn bed. Ik ben zo leeg, ik wil alleen nog maar slapen. Heel diep slapen. Morgen weer een dag. Morgen opruimen.
♥
Je bent niet alleen
Bron: Lily Zaslavski
Geef een reactie