Ik wilde eerst mager zijn, voordat ik ergens aan de bel trok om hulp te zoeken. ‘Ze zagen me al aankomen met een normaal gewicht. Dan zouden ze vast denken dat ik me gewoon aanstel, aandacht wil en een nep-eetstoornis heb.’ Eerst nog meer afvallen en dan kon ik eventueel over mijn problemen praten. Dat is wat ik jarenlang dacht, voordat ik aan de bel trok en ging praten over mijn eetstoornis. Of eigenlijk voordat dus aan iemand durfde te vertellen hoe doodongelukkig ik met mezelf en het leven was.
Veel afvallen en mager worden leek mij een goed idee. Voor iemand die geen eetstoornis heeft, is het juist een heel stom idee waarschijnlijk. En dat was het natuurlijk achteraf gezien ook. Hoe ik precies op dat idee ben gekomen weet ik niet meer precies, het is erin geslopen. Af en toe minder eten, gaf me een kick. Af en toe afvallen, voelde goed en zo ging het van kwaad tot erger tot ik steeds hogere eisen aan dat gewicht en lijnen ging stellen. Ik wilde mager zijn, niet gewoon een beetje te dun. Ik wilde anorexia.
Veel mensen met een eetstoornis willen graag afvallen of slank blijven. De een slaat hierin door, de ander heeft het gevoel er steeds in te falen, weer een ander krijgt door het lijnen juist eetbuien of je hebt van alles wat. De gedachte dat afvallen sterk is, is vaak erg aanwezig en lijkt veel meer in te houden dan gewoon een paar kilootjes eraf omdat dat ene jurkje dan beter past.
Aan afvallen wordt bij mensen met een eetstoornis vaak veel meer opgehangen, zoals zelfvertrouwen, identiteit, goedkeuring, mooi gevonden worden, bevestiging, waardering, kracht en zelfs een gelukkig leven ligt aan je voeten als je dun zou worden, denk je. Aankomen veroorzaakt daardoor het gevoel dat al het tegenovergestelde betekent. Falen, zelfhaat, mislukken, niet gezien worden, vergeten worden, ongelukkig en lelijk gevonden worden. Twee gebieden die compleet zwart wit worden als je een eetstoornis hebt, waardoor je niet echt heel reëel naar aankomen of afvallen kijkt.
Doordat afvallen zo belangrijk is geworden als je een eetstoornis hebt, wil je het misschien niet opgeven. Toch weet je dat je niet gelukkig bent door zo te klooien met eten, maar het loslaten betekent dat je niet mag lijnen of zelfs aan moet komen in gewicht als je ondergewicht hebt. Het idee dat mager zijn sterk is, dat afvallen knap is en dat dun zijn je gelukkig maakt moet je loslaten, terwijl dat misschien wel iets is waar je je al maanden of jarenlang aan vasthoudt.
Ook kan het zijn dat je geen hulp wilt zoeken omdat je geen ondergewicht hebt of zelfs een beetje tegen overgewicht aan zit. Niet dat dit een reden is om wel of geen hulp te zoeken voor je eetstoornis, maar zo voelt het soms toch. ‘’Ze zien me al aankomen”, dacht ik met mijn gezonde gewicht wel eens. Toch was ik toen al doodongelukkig en had ik hardnekkige problemen rondom zelfbeeld, zelfhaat, faalangst en overmatig piekeren. Ik had eerder aan de bel moeten trekken…
Het is niet zo dat je pas met ondergewicht een eetstoornis hebt. Het grootste deel van de mensen met een eetstoornis, heeft helemaal geen ondergewicht. Je hoeft dus echt niet te wachten tot je dat wel hebt of er heel erg ‘’je best” voor te doen. Voel jij je *** dan mag je hulp vragen, steun zoeken, praten over wat er in je omgaat en ook dan kun je een eetstoornis hebben, maar daar gaat het dus eigenlijk helemaal niet om. Het gaat er niet om of je een eetstoornis hebt, het gaat erom dat je problemen hebt en je niet goed voelt.
Misschien ben je bang dat je de dikste bent, als je in behandeling gaat en in een groep terecht komt. Herkenbaar voor veel lezeressen denk ik en ook een typische eetstoornis gedachte. Het zou namelijk toch eigenlijk juist fijn moeten zijn dat je een minder ernstig probleem zou hebben? Dan ben je er ook sneller vanaf. Toch denken veel mensen met een eetstoornis dat ze al snel ‘niet erg genoeg’ zijn. Zonde, want daar gaat het niet om en is ook eigenlijk helemaal niet belangrijk. Probeer die wegstrijd om wie het dunste is te staken en te kijken naar waar het echt over gaat. Hulp, steun en een proces waarin je weer gelukkig leert te worden met jezelf en het leven.
Stel geen eisen aan hulp vragen. Soms voel je je inderdaad ineens weer gelukkig een week, maar als je problemen met eten of zelfbeeld steeds weer terug blijven keren, je je periodes heel somber voelt of andere dingen niet goed gaan in je leven, zoek dan steun. Het getal op de weegschaal heeft daar weinig mee van doen. Begin met praten. Dat kan in je omgeving met vrienden, vriendinnen, partner, ouders, vertrouwenspersoon op school, sportleraar, docent of met je huisarts, een diëtist of psycholoog. Blijf niet rondlopen met deze destructieve wens om af te vallen. Op zo’n manier afvallen maakt meer stuk dan dat het je helpt gelukkig te zijn.
Geef een reactie