De laatste tijd gaat het in therapie steeds vaker over mijn ouders, over mijn jeugdige thuissituatie. Een vrij heftige thuissituatie. Fysiek en emotioneel geweld was bij ons normaal en ik dacht dat dat eigenlijk –in meer of mindere mate- in elk gezin de norm was, wist ik veel. Ik dacht dat alle kinderen die stout waren werden geslagen met houten pollepels, metalen spanen, stofzuigerbuizen of mattenkloppers. Ik dacht altijd dat het vrij normaal was om met je nagels zo diep in iemands oorlel te knijpen dat het bloed uit de oorlel liep. Ik dacht dat dingen naar je hoofd gesmeten krijgen erbij hoorde, wist ik veel…
Natuurlijk wist ik wel dat het niet normaal was dat mijn ouders mij nooit een knuffel gaven. Nooit “Ik hou van jou” zeiden en nooit geïnteresseerd waren in wat mij bezighield. Ik wist ook wel dat het niet normaal was dat ik regelmatig werd uitgescholden voor teef, vieze dikzak of een ander willekeurig kwetsende naam. Of dat er werd gezegd dat ik nooit een vriendje zou krijgen. Niemand zou immers met mij een relatie willen, omdat ik daar te dom en te lelijk voor was. Maar ik dacht oprecht dat ík iets fout deed, dat het aan mij lag. Dat ik het had verdiend om zo behandeld te worden. Als ik niets fout deed, waarom werd ik dan zo behandeld?
Voor zover ik mij kan herinneren is mijn moeder altijd “gek” geweest. Zij en mijn vader hebben een haat-liefde verhouding met elkaar. Alhoewel de haat er veel meer is dan de liefde, bedenk ik me nu. Ik heb mijn ouders elkaar nooit een knuffel of een kus zien geven. Ook heb ik ze nooit een arm om de ander heen zien slaan. Wel heb ik gezien dat ze elkaar (mijn moeder sloeg voornamelijk mijn vader) de hersenen insloegen.
Mijn moeder is het type dat van relatief relaxed naar compleet blinde razernij in luttele seconden kan gaan. Op het moment dat je denkt dat je een fatsoenlijk gesprek met haar voert, kan ze 360 graden omslaan, zonder enige aanleiding. Dan word je uitgemaakt voor de meest afschuwelijke dingen en als je een beetje pech hebt krijg je ook nog iets naar je hoofd gesmeten, of krijg je gratis en vanuit het niets ergens een rotklap mee. Dat maakt mijn moeder extreem onvoorspelbaar en voor mijn gevoel ook extreem onveilig.
Mijn vader daarentegen is het type “volgzaam schaap”. Alle opdrachten die mijn moeder hem geeft, voert hij uit. Het maakt daarbij niet uit wat de opdracht is. Als de opdracht is; het contact met zijn moeder verbreken, zijn kinderen er van langs geven of de spullen van je tijdelijk inwonende 8-jarige kleinkinderen op straat te gooien, inclusief de kinderen zelf en hun moeder, dan worden deze opdrachten hoe dan ook uitgevoerd.
Aan de ene kant vind ik het niet zo verwonderlijk dat mijn vader de houding van het “volgzaam schaap” aanneemt. Als hij namelijk niet doet wat mijn moeder hem opdraagt is hij de sjaak. Dan krijgt hij er fysiek en emotioneel enorm van langs. Aan de andere kant verbaas ik me er ontzettend over. Hoe kun je als vader je eigen kinderen zó in de steek laten? Ik kan dat niet begrijpen. En geloof me, ik heb écht mijn best gedaan om het te begrijpen.
Als kinderen namen wij het in een ruzie tussen onze ouders altijd steevast voor mijn vader op. Juist omdat wij wisten dat hij het onderspit zou delven. Omdat hij niet opgewassen was tegen de allesoverheersende woede van mijn moeder, met alle gevolgen voor ons van dien.
Mensen zijn altijd een beetje in shock als ik ze vertel over het fysiek geweld bij ons thuis. Ze vragen zich altijd af hoe ik er zo ongeëmotioneerd en vrij rustig over kan vertellen. Het fysieke geweld was erg natuurlijk, maar voor mijn gevoel lang niet zo erg als het emotionele geweld. Klappen krijgen met een pollepel, mattenklopper of wat dan ook, levert naast blauwe plekken behoorlijk wat pijn op. Die pijn trekt uiteindelijk weg en na verloop van tijd wen je een soort van aan de pijn. Je lichaam maakt bij hevige pijn een grote dosis endorfine aan, dat enorm pijnstillend werkt. Door de endorfine schakelt het lichaam de pijn gedeeltelijk uit.
Maar wat niet uit te schakelen is, is de emotionele pijn. De pijn van het mijn leven lang moeten aanhoren dat ik niets waard ben. Nooit iets in mijn leven zal bereiken, ik een mislukking ben, die minder is dan stront. Dat iedereen me uitkotst en ik nooit iets goed kan doen. Dat andere kinderen liever, leuker, mooier, dunner, beter en slimmer zijn. Pijn van het altijd op eieren moeten lopen en eigenlijk nooit weten waar je als kind aan toe bent.
De pijn van nooit normaal gesprek met je ouders kunnen voeren zonder dat het uitdraait op een monoloog waarin ik verwijten naar mijn hoofd geslingerd krijg. De pijn die het geeft om vrienden te zien die wél een goede relatie met hun ouders hebben. Dat zij wel ouders hebben die altijd voor hun klaar staan en waarbij ze altijd hun ei kwijt kunnen.
Die pijn is allesoverheersend. Waar blauwe plekken, wonden en pijn van fysiek geweld vervagen en helen, is de pijn van het niet hebben van adequate ouders, als een etterende ontstoken wond die maar niet dicht wil gaan. En elke keer als ik denk dat er eindelijk een korstje op de wond zit en de ontsteking onder controle is, knalt het korstje er weer af en scheurt de etterende wond volledig open.
Nu, vele jaren later, besef ik me dat het niet normaal is dat ouders hun kinderen slaan. Dat ze hun kinderen schoppen, kleineren, chanteren, tegen ze schreeuwen of ronduit vernederen. Ouders horen van hun kinderen te houden, ze te steunen en er onvoorwaardelijk voor ze te zijn. Ze horen hun kinderen niet fysiek of emotioneel te mishandelen met alle gevolgen van dien.
Ik besef me inmiddels dat mijn ontzettende onzekerheid, hechtingsproblematiek, het emotioneel afgestompt voelen en tig andere dingen voortkomen uit de situatie waarin ik mij als kind bevond. Geweld, psychisch, fysiek of seksueel is niet normaal.
Fotografie: Pexels
Geef een reactie