Tijdens onze eerste informatie bijeenkomst gisteravond voor ouders en omstanders kwam de vraag naar boven: Wil mijn dochter niet beter eten of kán mijn dochter niet beter eten? Een moeilijke vraag waar weinig antwoorden op kwamen. Daarom leek het me waardevol om hier eens een blog aan te wijden. Want hoe zit het nou precies? Kán je echt niet anders als je lijdt aan een eetstoornis of wíl je niet anders? Ikzelf denk dat het een combinatie van beiden is.
Toen ik nog middenin mijn eetstoornis zat wilde ik allerlei dingen niet veranderen. Ik wilde niet aankomen in gewicht en ik wilde niet anders eten. Daarentegen wilde ik wel heel graag gelukkig zijn en onbezorgd kunnen leven. Ik wist echter mijn god niet hoe en de weg hiernaartoe leek me ook zo’n lange weg, dat ik deze niet durfde aan te gaan. Durven. Ik denk dat het woord durven in deze eigenlijk de kern is van het antwoord op de vraag: Wil of kan ik niet genezen van mijn eetstoornis? Ik wilde het ergens wel en ik zou het ergens ook best wel kunnen, maar ik durfde het niet.
‘Natuurlijk wilde ik wel zo zijn als andere meisjes, gewoon normaal en gelukkig. Maar dat was ik niet. Ik voelde me altijd anders, ik was ongelukkig en had geen idee wat met al die negatieve gevoelens te doen. Het rommelen met eten was voor mij een manier om me goed te voelen. Het was mijn tijdelijke oplossing. Ik had geen idee hoe tijdelijk, maar dat boeide me op dat moment niet. Ik kon er immers ieder moment weer mee stoppen, toch? Bovendien vond ik het afvallen wel mooi en voelde het als preseteren, het leverde me dus vooral veel op.’
Ieder van ons is fysiek in staat om eten naar zijn mond te brengen, dit te kauwen en door te slikken. Toch zeggen we vaak ‘Ik kan het niet’. Feitelijk klopt dit natuurlijk niet, want je kán het best. Is het dan een kwestie van niet willen? Niet per se. Het kan zijn dat je ook niet wil veranderen, misschien omdat je nog nauwelijks door hebt wat er met je aan de hand is. Misschien heb je nog niet geaccepteerd dat je werkelijk een eetstoornis hebt en dat jouw eetstoornis een ongezond coping mechanisme is voor andere problemen en nare gevoelens. Misschien vind je zelf wel dat je helemaal geen last hebt van je eetstoornis en vind je de mensen om je heen maar lastig. Je wilt dat dus niet beter worden, omdat je nog niet erkend dat je een werkelijk probleem hebt. Wanneer je je hier wel bewust van bent, spelen willen, kunnen en durven allen een rol.
In behandeling gaan kon ik wel en ook doen wat er gezegd werd was niet iets wat ik niet zou kunnen. Maar ergens wilde ik gewoon echt nog niet. Ik maakte wel stappen, maar niet alle stappen. Ik wilde wel, maar toch ook weer niet. Toen het eten eenmaal beter ging en mijn gewicht redelijk was hersteld, merkte ik dat ik nu wel echt beter wilde worden. Ik zag wat het me opleverde en wilde er voor gaan. Toch lukte het af en toe niet en had ik het idee dat ik het echt niet kon. Ik wist gewoonweg niet hoe ik met bepaalde gevoelens om moest gaan. Gelukkig heb ik daar in therapie veel over geleerd en mezelf echt helemaal uitgeplozen, waardoor ik op een gegeven moment echt de stappen kon en wilde zetten die nodig waren. – Nouska
Willen, kunnen en durven staan eigenlijk heel erg in verband met elkaar. Wanneer je je beseft dat je een probleem hebt en je ergens wel van dit probleem af wilt, maar niet weet hoe en wat je ervoor in de plaats krijgt, kan er veel angst om de hoek komen kijken. Je bent bang voor het onbekende, het onveilige. Wat als ik straks mijn veilige eetstoornis en mijn veilige gewicht loslaat en er komt niets positiefs voor de in plaats? Sommige dingen vind ik misschien ook best wel fijn, waarom zou ik die dan loslaten? Dan ben ik straks én ongelukkig én ik heb geen eetstoornis meer om in te vluchten. Dan heb ik helemaal niets meer en heb ik ook geen reden meer om hulp te vragen.
Iedereen om je heen kan roepen dat een leven zonder eetstoornis beter is, maar hoe weten die mensen dat dit ook voor jou geldt? Misschien ben jij wel de uitzondering? Misschien ben jij wél als enige minder mooi met gezond gewicht. Misschien stopt jouw gewicht niet en blijf je aankomen?
De angst voor al dat onbekende kan ervoor zorgen dat je het gevecht met je eetstoornis niet aan durft te gaan. Je wilt het ergens wel, maar je durft het niet en daarom kan je het niet. Toch zal je die angst aan moeten gaan als je verder wilt komen. Dat is met alles zo in het leven. Als het jouw droom is om een eigen bedrijf te starten, maar je durft de stap niet te zetten om ermee te beginnen, zal je nooit weten of het een succes wordt. Natuurlijk is het eng, maar juist de mensen die succesvol zijn, zijn de mensen die risico’s nemen in hun leven. Die hun angsten aangaan en vechten voor hun dromen.
Het is niemand zijn levensdroom om ondergewicht te hebben. De wens om ondergewicht te hebben komt voort uit andere wensen, verlangens en angsten. Het vasthouden van ondergewicht of ongezond eten is geen levensdoel, voor niemand. Het is slechts een manier om te overleven omdat je een andere manier van leven niet aandurft.
Eenmaal in therapie is het daarom soms nodig om duidelijke regels op te stellen of om een time-out in te stellen bij het meermalen verbreken van die regels. Dit kan heel oneerlijk aanvoelen, maar het kan ook een manier zijn om toch die angst aan te gaan. Je wilt graag die hulp, je wilt graag van je eetstoornis af, maar je durft geen stappen te zetten. Jij hebt dan een keuze. Dat is geen eenvoudige keuze en het kan goed zijn dat je het allemaal alsnog niet durft, maar dan is het aan jou om te onderzoeken wat jij nodig hebt om het wel te durven. Als je je blijft verschuilen achter ‘Ik kan het niet’ dan kan ook niemand je helpen.
‘Pas toen mensen niet meer meegingen in mijn ‘Ik kan het echt niet – excuses!’ en grenzen gingen stellen, besefte ik dat ik aan het werk moest en mijn angsten aan moest gaan, wilde ik mijn leven positief veranderen. Ik voelde me vreselijk in het nauw gedreven, maar wist ook dat het zo niet verder kon. Dat ik met roepen dat ik het niet kon, niet gelukkig zou worden. Ik was doodsbang voor alle veranderingen die zouden komen, maar met de juiste hulp en heel veel liefde en steun is het me wel gelukt.’
Probeer in plaats van ‘Ik kan het niet’ eens ‘Ik durf het niet’ te zeggen en probeer dan samen met jouw omgeving uit te zoeken wat je nodig hebt om het wel te durven. Als je niets kan bedenken wat jou kan helpen, dan zou je je nog weer eens kunnen afvragen of je het dan ook daadwerkelijk echt wel wilt. Wees eerlijk naar jezelf en je omgeving, daarmee bereik je uiteindelijk het meest. En ook voor de omgeving is het belangrijk dat deze zijn eigen grenzen trekt. Soms kan dit hard of onaardig aanvoelen, maar beter helpen dan altijd maar meegaan in het ‘ik kan niet’ gedrag.
Wat denk jij?
Is het niet willen, niet kunnen of niet durven?
Geef een reactie