Terwijl ik tijdens het koken van het avondeten al wat pasta uit de pan snoep overvalt me plotseling een vreemd gevoel. Hmm, had ik niet bij het ontbijt ook al iets meer gegeten dan ik eigenlijk wilde? En hoe zat het met de lunch? Volgens mij had ik ook een groter tussendoortje dan gisteren… Plots weet ik het niet meer zo goed, maar ik staar naar beneden, naar mijn lijf. M’n buik en m’n benen voelen plotseling veel groter dan eerst. Er ontstaan wat zweetdruppels op mijn voorhoofd en m’n ademhaling versnelt. Heb ik vandaag soms teveel gegeten?
Toen ik nog een eetstoornis had was ik volledig het overzicht kwijt over wat ik wel of niet at. Ik at, overat, braakte en vaste. Ik was de regelmaat helemaal kwijt en had niet echt een idee van wat ik precies binnen had gekregen. Ook mijn honger- en verzadigingsgevoel waren flink van de leg. Door al het gerotzooi, de hoge spanningen en vele gedachten was het allemaal zo veel om te verwerken dat ik soms ‘s avonds niet meer wist wat ik ‘s ochtends had gegeten en dan brak de paniek uit. Was het misschien te veel?!
Ik wist het even niet zo goed meer. Het eten ging erin en eruit en erin en eruit. Af en toe at ik plotseling een olijf of een koekje. Dit ging zo automatisch dat ik het niet helemaal registreerde, maar toch bleef het vaag in m’n geheugen hangen. Aan het einde van de dag had ik ineens het gevoel veel te veel gegeten te hebben. Dat veroorzaakte onwijs veel spanning. Help! Het moet er uit! Maar… Dan kan er eerst nog wel wat bij. Een eetbui. Braken. Nee, het voelt nog niet goed. Het voelt nog te veel. Nog een keer dan maar. Hoe meer erin ging, hoe meer eruit kon en meer eruit voelde goed.
Het lijkt een beetje dubbel, want aan de ene kant was ik het overzicht helemaal kwijt, terwijl ik aan de andere kant juist zo opzoek was naar controle met het gedrag dat voortkwam uit mijn eetstoornis. Het vasten en braken was toch juist om grip op mijn eten en leven te krijgen? Waarom was ik nu dan ineens zo onzeker? Bovendien telde ik elke calorie, elk eetmoment, wist ik precies wat ik at. Toch?
Toen ik de opdracht kreeg om dit eens te gaan onderzoeken bleek het flink tegen te vallen hoe precies ik dat wist. Dat ene olijfje, dat ene koekje en die 3 pastaatjes die ik uit de pan viste werden in mijn hoofd wel 100 olijven, 200 koekjes en 3 kilo pasta. Ik blies het allemaal enorm op terwijl er eigenlijk niet zo heel erg veel aan de hand was. Hoe heb je dat dan onderzocht, vraag je je waarschijnlijk af? Heel simpel, door m’n eetlijst écht, maar dan ook écht eerlijk bij te houden.
Ja, eetlijsten bijhouden moest sowieso wel en dat deed ik ook al. Alleen vulde ik alleen in wat ik daadwerkelijk ook moest eten. Als ik er tijdens het koken of klaarmaken iets bij snoepte schreef ik dat nooit op. Ik schaamde me daar namelijk onwijs voor. Elke week opnieuw moest ik m’n eetdagboek inleveren bij m’n psycholoog en ik vond het verschrikkelijk als zij zou zien dat ik me tijdens het koken niet gewoon kon inhouden, dus ik schreef het niet op. Ik wilde echt niet dat zij wist dat ik vlak na het ontbijt nog een koekje at of terwijl het nog geen tijd was voor m’n tussendoortje wel al een bakje olijven openmaakte.
Het was echt belangrijk om me over deze schaamte heen te zetten. Dat was heel erg lastig, maar als ik het in therapie niet zou kunnen vertellen. Waar dan wel? In de eerste instantie onderschatte ik dit probleem, maar toen ik het onderzocht had merkte ik dat ik hier steeds op vast liep. Mijn psychologen en diëtiste waren er om mij te helpen, niet om mij uit te lachen. Nu weet ik dat ze dat nooit zouden doen. Jeetje, ze werken met mensen met eetstoornissen. Een beetje raar eetgedrag zouden ze te wel moeten begrijpen?
Ik was zo bang om veroordeeld te worden, omdat ik het niet normaal vond, maar wat bleek? Het is hartstikke normaal om af en toe eens een lik uit de pindakaaspot te eten of iets lekkers te nemen als je daar trek in hebt. Je eetstoornis ziet dit als verkeerd, buiten de plannen om, dus als te veel, maar in werkelijkheid valt dit allemaal wel mee. Opschrijven kan echt helpen om het te relativeren. Bovendien is het alleen maar goed om jezelf af en toe iets te gunnen en goed naar de behoeften van je lichaam te luisteren. Wel was het zo dat het ‘extra’ eten soms uit een eetbuidrang kwam die toch niet doorzette. Hier moest ik mijn onderzoek vervolgen, maar dat ik te veel gegeten had hoefde ik me in ieder geval niet meer druk om te maken.
Heb jij wel eens het gevoel dat je teveel gegeten hebt? Misschien is het dan ook wel een goed idee om eens echt eerlijk op te schrijven wat je nou precies gegeten hebt. Wanneer ik namelijk op dat lijstje terug keek had ik het in m’n hoofd veel groter gemaakt dan het eigenlijk was. Schiet je nou nog steeds in de stress wanneer je het lijstje dat je hebt opgeschreven bekijkt? Vraag het dan eens na bij iemand anders voordat je handelt uit paniek. Vraag het een vriend, familielid of hulpverlener. Is dit nou te veel? Of is het eigenlijk wel oké? En is het echt wat meer dan je dacht… Ga dan eens bij jezelf na: Is het erg om af en toe iets meer te eten? Wordt je daar meteen dik van? Of niet?
Eetstoornisherstel is zie ik echt als een soort onderzoek. Zet de feiten op een rij. Stel jezelf en anderen de vraag. Probeer dingen uit. Ontdek nieuwe waarheden. Vind nieuwe houvast. Het kan echt. Het enige dat zeker is is dat je van die eetstoornis niet gelukkiger gaat worden. Blijf daarom zoeken naar een andere, betere, vrijere weg.
Hoe is dit voor jou?
fotografie: pexels
Geef een reactie