Het beïnvloedt je hele leven. Je staat er mee op, gaat er mee naar bed en kan er vervolgens niet van slapen. Wat voor anderen de normaalste zaak van de wereld is, lukt je gewoon niet. We doen het simpelweg omdat we willen blijven leven en omdat het ons leven net een beetje leuker maakt. Het kan alles net een beetje meer smaak geven. Niet voor jou, voor jou is dat niet vanzelfsprekend. Eten is al heel lang niet meer gewoon eten.
Het vervelende van een eetstoornis vind ik, dat het net zo hardnekkig is als elke andere verslaving, maar dat je het niet gewoon uit je leven kunt bannen. Als je een alcoholverslaving hebt, werkt het vaak het beste als je het helemaal uit je leven haalt. Zodat je niet meer in de verleiding komt en een leven zonder de alcohol kunt opbouwen. Dat is zeker niet makkelijk, maar je kunt verder leven zonder alcohol en met zo min mogelijk verleiding. Je lichaam heeft het niet nodig. Met eten is dat anders, je kunt niet zonder eten. Je lichaam heeft dat nodig, maar dan op een gezonde manier. Je zal altijd een relatie met eten moeten hebben en je kunt het niet voor je eigen veiligheid uit de weg gaan. Je zult altijd een manier moeten vinden om ermee om te gaan. Je zult een manier moeten vinden om met iets om te gaan wat een lange tijd je grootste vijand is geweest. Vrienden worden met je grootste vijand.
Waarom kon ik niet gewoon eten? Waarom kon ik niet normaal doen? Het is maar eten! Nee, dat is het niet. Het was zeker niet gewoon eten, het was nooit ‘gewoon’ en nooit de luchtigheid die je je daarbij voorstelt. Ik stopte met gewoon ergens wat eten, met gewoon wat in elkaar flansen en het daar gewoon bij houden. Hoe minder gewoon het eten werd, hoe minder gewoon mijn leven werd. Alles stond in het teken van eten, niet eten en eetbuien. Het bepaalde mijn dagritme, mijn stemming en mijn leven. Het had controle over mij en daar raakte ik zo aan gewend, dat dat het nieuwe gewoon werd. Die verstoorde relatie met eten werd voor mij de normaalste zaak van de wereld, terwijl ik ook wel zag dat dat voor anderen totaal anders was.
Al mijn aandacht was er de hele dag op gevestigd. Op een negatieve manier. Ik vond het zo moeilijk om die aandacht ervan af te halen, terwijl dat juist zo hard nodig was. Het moest minder belangrijk worden, alleen dan kon het weer op een gezonde manier in mijn leven passen. Ik dacht ineens; eigenlijk hoef ik alleen maar te eten om in leven te blijven. Doordat ik in leven blijf en mijn lichaam krijgt wat het nodig heeft, kan ik de dingen doen die ik leuk vind. Dat is de enige rol dat eten heeft. Hoe fijn zou het zijn als het iets minder belangrijk kon worden, zodat alle andere aspecten van mijn leven ook meer aandacht konden krijgen.
Afleiding zoeken
Eten hoort bij het leven, net zoals alle andere dingen die bij je dag kunnen horen. Mij hielp het om het eten daar meer een onderdeel van te laten zijn. Een onderdeel van mijn dag en van mijn leven. Iets wat dus eigenlijk betrekkelijk weinig ruimte in hoefde te nemen. Afleiding zoeken hielp mij hierbij, want ook dan draaide het niet alleen meer om het eten. Wanneer ik at of had gegeten hielp het mij om bijvoorbeeld een tv programma op te zetten, even de afwas te doen of ondertussen wat leuke tijdschriften door te bladeren.
Het is een soort hyperfocus waardoor al het andere onbelangrijk wordt. Nu is het niet haalbaar om daar in één dag vanaf te komen, maar met kleine stapjes kun je daar al veel verandering in brengen. Daarin bood de juiste afleiding mij soms echt wat ik nodig had. Ik kende op een gegeven moment alle shows van mijn favoriete cabaretiers uit mijn hoofd, omdat ik het zo fijn en vrolijk vond om naar te kijken tijdens het eten. Als mijn bordje leeg was voelde ik mij nog geregeld te vol of nog niet vol genoeg, maar als ik gewoon eerst even het programma afkeek, kon ik daarna wel weer verder kijken waar ik behoefte aan had. Dat eten kon wel even wachten. Niet omdat je eten altijd moet laten wachten, maar omdat het maar gewoon eten is en het uiteindelijk misschien ook wel goed zou komen.
Morgen weer een dag
Die hyperfocus zorgde er ook voor dat alles wat ik wél mocht eten of waar ik wel bewust voor koos, het allerlekkerste en meest geweldige moest zijn wat ik kon eten op dat moment. Als iets tegen viel of ‘gewoon oke’ was, vond ik dat zonde en kon ik daar heel erg van balen. Had ik die calorieën nu maar opgespaard of besteed aan iets anders. Zonde van de calorieën. Het eten werd veel te belangrijk, in alle opzichten, en daarmee ging het eigenlijk elke dag z’n doel voorbij. Het doel om mij gewoon te voeden, zodat ik de dag door kon komen en ik het nog smakelijk voor mijzelf kon maken ook. Het doel om te leven, in plaats van dat het mij mijn leven ontnam.
Het was alsof elke dag de perfecte eetdag moest worden. Dat was het natuurlijk vanuit mijn eetstoornis al, want toen moesten het de perfecte hoeveelheden zijn. Daarna moest ik de perfecte eetbuien hebben. En daarna moest mijn herstelde eet-leven er ook zo perfect mogelijk uitzien. Dat was veel te hoog gegrepen en bezorgde mij alleen maar stress en aan het einde van de dag een teleurgesteld gevoel. Ik kon daar nooit volledig aan voldoen, dus ik maakte het mijzelf elke dag onnodig moeilijk. Wat zou er gebeuren als het even niet perfect was? Ja, misschien even jammer dat dat broodje niet helemaal was wat ik verwachtte, maar ik heb wel gegeten en ik kan weer even verder met mijn dag. Morgen weer een dag. Morgen weer een kans op iets mega lekkers. De wereld vergaat niet als dat een dagje moet wachten. Ik kan mijn hele leven nog zo veel verschillende en bijzondere dingen eten, dat hoeft niet allemaal in één dag.
Hoe zou je het willen?
Natuurlijk is het niet zo dat alles meteen lukt wat je wil, maar het kan wel heel veel schelen. Toen de twijfels minder werden en ik steeds meer voelde hoe graag ik voor herstel wilde gaan en wat het mij ging opleveren, was het alleen nog een kwestie van die stappen zetten. Ja, die stappen kunnen ontzettend zwaar zijn en gaan gepaard met een hoop angst en tranen, maar er bestaat geen twijfel meer over welke kant je op wil. Dat maakt het elke traan waard. Natuurlijk zijn er ook dan nog twijfels, maar er bestaat geen twijfel meer dat je daardoor van de wijs moet worden gebracht. Die angsten mogen er best zijn, maar ondertussen gaan we wel gewoon door.
Op een gegeven moment wist ik heel goed hoe ik het wél wilde, omdat ik dat de hele tijd om mij heen zag. Ik kreeg een steeds beter beeld van hoe ik wilde dat mijn herstelde leven eruit zag en hoe eten daar een rol in zou spelen. Hoe meer ik dat voor mij zag en hoe meer ik fantaseerde over hoe ik dat leven kon creëren, hoe haalbaarder het in mijn hoofd werd. Het klinkt misschien wat zweverig, maar onderschat nooit de kracht van visualisatie. Hoe vaker jij je iets inbeeld, hoe meer het de werkelijkheid wordt en je dat doel ook echt kunt behalen. Dat is destijds ook wat de eetstoornis je voorhield, dat werd ook de werkelijkheid. Waarom zou dat andersom niet kunnen?
Ik wist dat ik een normaal leven wilde, waarbij ik kon genieten van mijn ontbijt, de deur uit kon gaan om ergens wat te lunchen en ‘s avonds bij anderen aan kon schuiven voor het avondeten. Dat was mijn doel en dat resulteerde in een soort ‘fake it till you make it- mentaliteit’. Ik vond het doodeng en het ging tegen al mijn resterende eetstoornis-regels in, maar ik ging het wel doen. Gewoon leven, gewoon meedoen met de rest en kijken hoe zij met eten omgaan. Eens kijken of ik dat misschien ook zou kunnen. Alsof ik mocht oefenen met het gewone leven en dus ook met het gewone eten. Het gewone taartje bij de koffie. Het gewone broodje wat ik even snel op het station haalde. De gewone maaltijd die mijn moeder had klaargemaakt als ik kwam eten. Ik mocht oefenen en het ging steeds beter.
Hoe beter dat ging, hoe leuker het werd. Mijn leven werd leuker en ook het eten kreeg daar een veel leukere en fijnere rol in. Als je bewust blijft oefenen komt er ineens een dag dat je er al een paar uur niet mee bezig bent geweest. Dat het gewoon is gelopen hoe het is gelopen. Die dag voelde ik mij bevrijd. Ik was er natuurlijk nog niet, maar het was mogelijk en ik kreeg er steeds meer vertrouwen in. Nu, jaren later hoort eten er gewoon bij. Het maakt allemaal wat minder uit, want het is echt maar gewoon eten. Het hoort erbij en het kan mijn leven echt een stuk leuker en smaakvoller maken, maar het is niet meer allesbepalend. Het is maar eten.
♥
Fotografie: daria-shevtsova
Geef een reactie