Wel of niet op die weegschaal gaan staan? Dit kan een zwaar beladen vraag zijn wanneer je een eetstoornis hebt. Wanneer de weegschaal veel spanning met zich meebrengt en een negatieve invloed op je gedrag rondom eten heeft, kan het zijn dat het beter is om eventjes niet op die weegschaal te staan. Toch heb ik ook een goede ervaring met wegen in betrekking tot het herstellen van mijn eetstoornis. In deze blog deel ik mijn verhaal met jullie.
Tijdens mijn eetstoornis had ik een heel slechte relatie met mijn weegschaal. Ik stond er meerdere keren per dag op en liet mijn geluk afhangen van het getal dat op het digitale schermpje verscheen. Het hele punt was alleen, dat dat geluk nooit te bereiken was, omdat het getal nooit precies zou zijn wat ik hoopte dat het was. Misschien was het dat een enkele keer wel, maar hoe lang kon het dan zo blijven? Wanneer je alleen al een glas water drinkt weeg je namelijk al 200 gram zwaarder. Die 200 gram maakte voor mij een wereld van verschil, terwijl er in wezen helemaal niks met mijn lichaam veranderd was. Zo voelde het echter wel. Je gewicht kan wel 1 of 2 kilo schommelen op een dag. Focussen op die 200 gram slaat dus eigenlijk helemaal nergens op. Toch maakte mijn eetstoornis mij wijs, dat het wel van belang was.
Wanneer ik ook maar het minste verschil in mijn gewicht opmerkte moest ik daar van mijn eetstoornis meteen naar handelen. Was ik afgevallen? “Mooi, dan kon er nog wel meer af.“ Was ik aangekomen? “Vet varken! Nu moet er al helemaal wat af.” Was ik gelijk gebleven? “Nou vooruit, toch kan je nu beter zo min mogelijk eten, gewoon voor ‘de zekerheid’.” Het rommelen met eten resulteerde dan weer in eetbuien en braken, waardoor mijn lichaam alleen maar meer ontregeld raakte en mijn gewicht nog wisselendere getallen aan ging geven. Dit was voor mij heel frustrerend en verwarrend. Ik moest maar helemaal stoppen met wegen, dacht ik, anders kom ik nooit van die eetstoornis af. Het levert me gewoon te veel spanning op.
Ik was op dat moment in groepsbehandeling voor mijn eetstoornis. Ik vertelde tijdens therapie dat ik echt niet meer wilde wegen, omdat het me zo onwijs veel stress opleverde en eigenlijk het gevoel had dat het averechts werkte. Ik kon het niet laten elke dag meerdere keren op die weegschaal te staan en te handelen naar mijn bevindingen. Toch moest ik blijven wegen van mijn behandelaren. Hier hadden ze een hele goede rede voor. Ik had het van tevoren niet kunnen bedenken, maar het wegen heeft uiteindelijk toch in mijn voordeel kunnen werken.
Allereerst was het echt heel erg belangrijk om maar 1 keer per week te wegen op een vast moment van de dag. Dit weegmoment vond plaats tijdens therapie en het was dan niet de bedoeling om thuis nog vaker te gaan wegen. Dit vond ik heel lastig, daarom heb ik mijn weegschaal tijdelijk aan mijn moeder gegeven. Zij verstopte de weegschaal voor mij zodat ik er niet stiekem op kon gaan staan. Dit leverde veel stress op, maar ik had geen keus. Als de drang erg groot werd zocht ik afleiding tot het gevoel weer was weggeëbd. Het vaste weegmoment vond altijd plaats voordat de therapie begon. Op deze manier hadden we naderhand de tijd mijn gevoelens over het getal te bespreken. Hierdoor kon ik het beter een plekje geven en een plan maken voor het geval dat ik er later nog eens over in paniek zou raken.
Mijn therapeut had een grafiekje voor mij gemaakt dat ik moest invullen elke keer nadat ik had gewogen. Verticaal liep een lijn met getallen die mijn gewicht moesten voorstellen en horizontaal moest ik elke keer de datum noemen dat ik had gewogen. Bij elk weegmoment moest ik een stipje zetten bij het gewicht van die dag. Op deze manier hield ik mijn gewicht bij. Na een week of 8 liet mijn behandelaar mij een lijn trekken tussen al die puntjes en met grote ogen keek ik naar het papiertje met het grafiekje wat voor mij op de tafel lag. Ik was met stomheid geslagen…
De lijn die ik trok was nagenoeg een rechte lijn. Soms ging hij wat omhoog en soms ging hij wat naar beneden, maar over het algemeen was mijn gewicht die twee maanden lang helemaal stabiel gebleven. Een kleine schommeling van 1 of 2 kilo is heel normaal om te hebben wanneer je gewicht stabiel is. Het kan van allerlei dingen afhangen zoals je maaginhoud of je vochthuishouding. Deze schommeling was zichtbaar, maar er is nooit iets heel extreems met mijn gewicht gebeurt. De resultaten die uit het grafiekje bleken, kwamen totaal niet overheen met hoe ik mij in die afgelopen weken had gevoeld.
Voor mijn gevoel had er wel 20 kilo aan schommelingen plaatsgevonden tijdens die twee maanden. Ik dacht dat mijn gewicht van hot naar her schoot en dat ik onwijs zou aankomen van de dingen die ik gedurende de week at. Wanneer ik niet lekker in m’n vel zat voelde ik me plotseling zeker 10 kilo zwaarder. Het maken van deze grafiek heeft dit gevoel weten te ontkrachten. Ik wist er helemaal niks meer tegenin te brengen, het stond zwart op wit. Mijn gewicht was stabiel, hoe dik ik me af en toe ook voelde. Ik bleef wekelijks stipjes zetten en ging verder met het maken van de grafiek. Stukje bij beetje heb ik er op deze manier meer vertrouwen in gekregen dat er echt niet zomaar iets raars met mijn gewicht zou gebeuren. Je kan niet ineens heel dik worden van de één op de andere dag. Ook niet als je wel een keertje wat meer eet dan normaal.
Ik had het niet verwacht, maar op deze manier heeft het wegen me juist wel geholpen in het herstellen van mijn eetstoornis. De weegschaal kon wel mijn vriend zijn, kon mij vertrouwen geven dat er niks geks met mijn gewicht ging gebeuren. Dit kon ik misschien niet alleen, maar samen met mijn behandelaren en het doel wat zij voor ogen hadden is het een heel waardevolle ervaring voor mij geweest. Het is, wanneer je met zo’n plan aan de slag gaat, echt heel erg belangrijk je aan de gemaakte afspraken te houden. Ik moest echt thuis niet gaan wegen, het echt goed blijven bespreken en echt mijn geduld bewaren tot ik de resultaten kon bekijken. Je kan uit een momentopname niks aan informatie halen wat je gewicht betreft. Ja, je kan zien wat je op dat precieze moment weeg, maar je kan niks zeggen over het verdere verloop van je gewicht. Meerdere keren op een dag en zelfs meerdere keren per week op de weegschaal staan is daarom zinloos. Pas wanneer je je 1 keer per week weegt en dit een aantal weken bijhoudt, kan je zien of je nou aankomt, afvalt of gelijkblijft met de bijbehorende, normale schommelingen.
Op deze manier heeft de weegschaal mij juist geholpen vertrouwen te krijgen in mijn eetpatroon, mijn gewicht en mijzelf. Het verliezen van die zogenaamde controle, daar hoefde ik achteraf toch niet zo bang voor te zijn als ik al die tijd had gedacht.
Heb jij positieve ervaringen met de weegschaal?
Vanavond is er naast de gewone chats ook een ervaringsdeskundige-chat met Irene van 20.00-21.00u. Je bent van harte welkom om te komen praten en vragen te stellen. Tot dan!
Geef een reactie