Tijdens therapie zag je mij niet snel huilen. Met een lach vertelde ik de meest bizarre en heftige dingen. Ook bij vrienden en familie zette ik een glimlach op als ik vertelde dat ik het zwaar had. Op dat moment wist ik niet beter, ik had dit al zo lang zo gedaan. Pas toen anderen dit bespreekbaar maakte ben ik hier stil bij gaan staan. Waarom klopte mijn lichaamstaal niet bij wat ik voelde?
Ik denk dat ik ongeveer 12 jaar was toen ik iemand leerde kennen die altijd lachte. Bij alles. Met mijn zusje besprak ik vaak hoe vervelend en gek ik dit vond. Het is toch raar om lachend te vertellen hoe rot je jeugd is geweest? Nu pas kan ik hier de ironie van inzien. Een aantal jaar later deed ik precies hetzelfde, alleen had ik het zelf niet door…
Mezelf niet serieus nemen
Wat hier precies achter schuil gaat weet ik nog steeds niet helemaal precies. Ik denk dat het er deels mee te maken heeft dat ik mijzelf niet serieus nam. Als ik liet zien hoeveel alle gebeurtenissen invloed op mij hadden, gaf ik indirect toe dat het toch best wel heftig was. In mijn hoofd kon dit niet. Ik vond dat ik mij aanstelde en dat het allemaal wel mee viel. Ik deed dan ook waanzinnig mijn best om die gevoelens te negeren. Deze gevoelens pasten niet, hoorden niet. Waren onterecht. Ze zouden mijn kwetsbare kant belichten en dat vond ik vreselijk. Mijn kwetsbare kant was zwak en ondergeschikt. Niemand mocht die zien. Zelfs voor mij was het vaak verboden terrein. Tenzij ik alleen was, dan kwamen de gevoelens keihard terug. Hier wist ik dan geen raad mee en dit uitte zich in destructief gedrag.
Niet durven voelen
Wat denk ik ook meespeelde is dat ik het niet durfde om die gevoelens aan te gaan en te ervaren. Mijn eetstoornis zorgde ervoor dat ik dit niet hoefde te voelen. Ik gebruikte mijn eetstoornis om mijn gevoelens weg te maken, te vergeten. Ik was bang dat al die opgestapelde gevoelens teveel zouden zijn om aan te gaan. Ik had immers met een reden een vlucht gezocht. Zodra ik lachte, vergat ik als het ware deze gevoelens. Ik kon oprecht even vergeten waar ik echt mee zat. Ik begon als het ware te geloven in mijn eigen masker. Ik nam niet alleen iedereen om mij heen in de maling, maar ook mijzelf. Mijn lach was mijn harnas en dat harnas mocht niet breken.
Ik ben leuker als ik lach
Mijn onzekerheid probeerde mij wijs te maken dat ik niet leuk genoeg was. Ik was niet interessant, niet aardig genoeg, niet mooi genoeg. Ik kreeg het idee dat ik leuker gevonden zou worden als ik meer zou lachen. Huilen is een teken van zwakte en zwakte in onaantrekkelijk. Vond ik zo. Dus zelfs bij heftige verhalen forceerde ik een glimlach. Als ik lachte voelde ik mij oprecht ook leuker, sterker. Ik wilde heel graag naar buiten uitdragen dat het met mij altijd goed ging. Ik wilde niet dat mensen zich zorgen om mij zouden maken. Dat was ik immers helemaal niet waard.
De confrontatie
Ik schrok ontzettend toen ik dit terug kreeg van mijn therapeute. Ik herkende mijzelf hier niet in en ik vond het maar stom. Dit deed ik toch niet? Pas toen ik er echt over na ben gaan denken vond ik toch een kern van waarheid. Ik had even tijd nodig om dit te laten bezinken. Uiteindelijk ben ik het gesprek aangegaan. Het was voor mij heel helpend om hierover te kunnen praten, hoe moeilijk ik dit in het begin ook vond.
Ik zag het als een uitdaging om te onderzoeken waarom ik dit precies deed en wat er zou gebeuren als ik dit masker los zou laten. Alle angsten die ik ervoer rondom het aangaan van mijn gevoelens bleken veel heftiger te zijn dan ik had verwacht. Ik heb ook echt hard moeten werken om dit harnas langzaam los te laten, maar dit is zo waardevol voor mij geweest.
Ik sta meer in contact met mijn lichaam en gevoelens en ik kan mijn gevoelens ook veel beter plaatsen. Ik weet nu vaak waar mijn gevoelens vandaan komen en wat ik zelf kan doen om hier goed mee om te gaan.
Lach jij veel weg?
Fotografie: Pexels
Geef een reactie