Ik werd nooit boos. Boosheid naar anderen voelde ik niet, alsof ik die connectie nooit maakte. Ik voelde mij dan schuldig en bezwaard. Wie was ik om boos te worden op die persoon? Ik ontweek ruzies, confrontaties en daarmee dus ook de boosheid in mijzelf. Ik wilde niet dat het er was en daar had ik alles op ingericht. Boos werd ik alleen op mijzelf, want dat voelde veel logischer. Alle boosheid, frustratie en verdriet betrok ik op mijzelf en ik wist dat altijd heel snel vorm te geven. Vaak vertaalde zich dat in verdriet of somberheid. Al die emotie moest ergens heen en dat was soms veel te veel om kwijt te kunnen. De spanning die ik al genoeg had van mijzelf, werd zo alleen maar meer en het deed mij verkrampen en maakte dat ik nog strenger was voor mijzelf.
Misschien ken je de vijf B’s wel. Blij, bedroefd, bang, beschaamd en boos. De vijf basisemoties. Het feit dat het basisemoties zijn, bewijst dat ze alle vijf bij het leven horen. De één zal soms wat meer overheersen dan de ander, maar ze zijn als het goed is allemaal aanwezig. Omdat ze allemaal aanwezig zijn is het belangrijk om ze allemaal te herkennen en te accepteren. Dit is zo belangrijk omdat je deze emoties niet voor niets hebt. Emoties zijn een innerlijke beleving die gepaard gaan met lichamelijk reacties. Het gevoel en de ontlading die hierbij hoort, dient dus ergens voor.
Boosheid is vaak een emotie van uitersten. Je kan een woedeuitbarsting krijgen en veel te heftig reageren voor wat er eigenlijk aan de hand is, of je voelt de boosheid helemaal niet en ook dan staat jouw reactie niet in verhouding tot het incident. Boosheid hoort erbij, ook als jij dit niet als zodanig voelt of herkent. Je hoofd gaat dan hele andere dingen doen met die emotie en die ontlading ergens anders heen brengen. Naar jezelf bijvoorbeeld, of naar de totaal verkeerde persoon.
Er zijn genoeg redenen om die boosheid weg te stoppen. De angst voor afwijzing of om verlaten te worden kan je tegenhouden om je gevoelens op deze manier te uiten. Misschien voelt het alsof jij niet boos mag worden op anderen. Soms gaat het zelfs automatisch en is de woede richting jezelf veel makkelijker te uiten dan naar iemand anders. Je wilt leuk gevonden worden en geliefd. Boos zijn staat daar voor je gevoel misschien wel een beetje haaks op.
Je hebt recht om boos te zijn. Net zo veel als dat je recht hebt om blij en verdrietig te zijn. Soms doet of zegt iemand nou eenmaal iets wat jou boos kan maken. Dit op de juiste manier kunnen uiten helpt jou en die andere persoon verder. Het helpt je om grenzen aan te geven voor anderen. Hiermee geef je ook prioriteit aan je eigen gevoelens. Jouw gevoelens mogen er zijn en die mogen bewaakt worden. Boos zijn hoort erbij en het is de kunst om hier op een gezonde manier mee om te gaan. Net zoals anderen soms boos op jou worden, hoort dat andersom soms ook te gebeuren. Je mag boos zijn, zonder dat je daar op afgerekend wordt.
Mijn nieuwe doel werd: Hoe kan ik zo goed mogelijk boos worden?
Wanneer ligt iets aan mij en zal ik iets moeten veranderen? Wanneer ligt de fout bij de ander en mag ik voor mijzelf opkomen? Het is een proces waarbij je opnieuw moet leren voelen wat boosheid met je doet en hoe je dat niet in jezelf trekt, maar juist naar buiten brengt.
♦ Sta stil bij het gevoel
Dit kan ontzettend eng lijken, maar probeer stil te staan bij wat je voelt. Wat gebeurd er met je lijf? Hoe voelt deze woede en zou je het kunnen omschrijven? Laat het gevoel toe. Dwing jezelf een invulling te geven aan wat je voelt. Zeg het hardop of schrijf het op, zo staat de boosheid minder ver van je af. Accepteer dat dit gevoel er is en dat dit ook weer zal zakken.
♦ Waar ben je boos over?
Dit klinkt misschien logisch, maar bedenk goed waar je precies boos over bent. Komt dit door een actie van de ander? Is het een combinatie van jouw eigen opgebouwde frustratie en was die actie van de ander misschien net de druppel die de emmer deed overlopen? Deze twee dingen gaan soms door elkaar heen en lijken lastig te onderscheiden. Hiermee kun je achterhalen of je misschien eigenlijk boos bent op jezelf of echt op de ander. Waar komt dit gevoel dus vandaan en probeer dit een plekje te geven.
♦ Spreek je uit
Maak de ander deelgenoot van wat er met jou gebeurt. Misschien is het nodig om de situatie of woordenwisseling te herhalen en aan te geven wat dit met jou doet. Boosheid is een signaal van je lichaam om in actie te komen. Probeer hier dus ook naar te luisteren. Kom in actie en geef de ander de kans om het goed te maken of recht te zetten wat er is mis gegaan. Vaak kun je door het te delen, elkaars vervelende gevoelens voor een deel al wegnemen en er daarna makkelijker over praten.
♦ Wat heb je nodig?
Het belangrijkste om nu verder te komen is bedenken wat jij nodig hebt in deze situatie. Soms wil je gewoon je gelijk halen en je verhaal kwijt kunnen, maar soms vind je het belangrijk dat de ander echt iets veranderd. Denk hierover na en bespreek dit met elkaar. Wat heb jij nodig om je weer tevreden te voelen? Ook belangrijk; wat heb jij nodig om die ander weer zonder verwijten aan te kunnen kijken? Wees ook hier open, anders kan de ander nooit aan jouw verwachting voldoen.
Dat klinkt misschien een beetje gek en onwennig. Boos worden is natuurlijk niet iets wat je in eerste instantie wil nastreven, maar op een goede manier met je boosheid omgaan kan heel waardevol zijn. Voor de mensen om jou heen, maar vooral voor jezelf. Door met je boosheid te oefenen en er direct naar te luisteren zal de spanning nooit meer te hoog oplopen. Dit geldt eigenlijk voor al je emoties. Je leert je emoties herkennen en te verwoorden en ook je angst voor deze emotie verdwijnt. Het mag er nu gewoon zijn, zonder dat het heftige of enge consequenties heeft.
Hoe goed kan jij boos worden?
Bron foto’s: squierr
Geef een reactie