Ik wil aangeraakt worden

Ik geef mijn moeder een knuffel. Ik heb haar bijna een maand niet gezien. Ik had het te druk met mijn studentenleventje. De knuffel is alles behalve gemakkelijk. Ik wil haar graag een knuffel geven en ik wil vooral ook graag dat zij mij een knuffel terug geeft, maar ik merk aan alles dat ze het niet fijn vindt en dat ze mij zo snel mogelijk weer los wil laten. Sinds een tijdje is er iets veranderd in de knuffels die zij mij geeft en dat vind ik erg lastig. Ik heb behoefte aan haar liefde, maar ik voel het niet…. 

Al mijn hele leven heb ik moeite met aanraking. Ik vind het een ingewikkeld iets. Tegenwoordig vind ik aanraking meestal fijn en weet ik ook goed wat hierin mijn grenzen zijn. Tot een paar jaar geleden was dit anders. Al eerder schreef ik over de problemen die ik had met aanraking door mijn vader. Ik wilde tot mijn 18e ongeveer niet dat hij mij aanraakte. Zelfs geen hand op mijn schouder, alles was te veel en ik werd er snel boos van.

Tijdens mijn eetstoornis werd dit in eerste instantie alleen maar erger. Ik haatte mijzelf en mijn lichaam. Ik wilde mijn lichaam niet zien of voelen, ik wilde niet bestaan. Aanraking gaf alleen maar extra bevestiging dat ik er was. Het deed me letterlijk voelen dat ik bestond en dat wilde ik niet. Als mensen mij een knuffel gaven, verstijfde ik en wilde ik dat het zo snel mogelijk zou stoppen. Zelfs als het mijn moeder was die de knuffel gaf. Vaak werd ik er ook ontzettend ongemakkelijk van. De liefde die zij mij gaven door mij een knuffel te geven, kon in niet goed verdragen en ik wist niet hoe ik ermee om moest gaan. 

Op hetzelfde moment hunkerde ik naar liefde. Liefde die ik mijzelf niet kon geven, troost en bescherming in de vorm van armen om mij heen en de warmte van een ander lichaam. De enige momenten waarop ik tijdens mijn eetstoornis die aanraking toe kon laten, waren de momenten dat ik ‘brak’. De momenten dat mijn met de eetstoornis weggestopte emoties mij te veel werden en ik overliep. Wanneer ik zo moest huilen, omdat ik niet meer wist wat ik moest doen en daarom als een klein kindje bij mijn moeder op schoot kroop, zodat zij mij al wiegend tot rust kon brengen. 

Aanraking was een strijd, het bracht me eigenlijk altijd van mijn stuk. Zowel de keren dat ik het prettig vond en toe kon laten, als de keren dat ik dat niet kon. 

Huidhonger 

Toen ik begon met het schrijven van deze blog, deed ik wat vooronderzoek op het internet. Daar kwam ik deze term tegen, Huidhonger. Ik kende het niet en ik vind het een mooie term. Het gaat over de behoefte aan aanraking die ieder mens (en veel dieren) nodig heeft. Misschien ken je het onderzoek van Harlow:

Harlow deed in 1958 een test in de VS met resus aapjes. De pasgeboren aapjes werden 12 uur na de geboorte van hun moeder gescheiden. Ze kwamen in een kooi met twee kunst-apen. Eentje was van zachte stof, de andere van een hard materiaal. Beide kunstmoeders konden de aapjes wel voeden. Toch gaven alle aapjes de voorkeur aan de zachte moeders. Zelfs als het voedsel werd verwijderd. 

Hoewel dit experiment niet alles zegt, laat het wel zien hoe belangrijk een fijne, warme en zachte aanraking is. Hoe kan het dan ook zijn dat zoveel mensen, en met name vrouwen, er moeite mee hebben? 

Aanraking, de frequentie ervan en op welke momenten we het doen is cultuur geboden. In Nederland zijn we behoorlijk afstandelijk. Er zijn culturen waarin het veel gebruikelijker is om elkaar aan te raken of te begroeten met een knuffel. Ook zijn er culturen waarin de ‘persoonlijke cirkel’ een stuk kleiner is dan bij ons. Culturen waar het veel normaler is om heel dichtbij elkaar in de buurt te staan. Wanneer je op vakantie gaat, of iemand van een andere cultuur ontmoet, kant dat soms botsen.

Ondanks dat we in Nederland misschien wat afstandelijk zijn, hoort aanraking bij het leven. Als baby maak je wanneer je huilt, de stresshormonen adrenaline en cortisol aan. Door aanraking en knuffels van jouw ouders, komt het hormoon oxytocine vrij, waardoor de stress weer vermindert. Als je als kind niet genoeg wordt aangeraakt, blijven de stresshormonen hoog en dit kan effect hebben op hoe je later met aanraking omgaat. Je hebt als baby dan niet geleerd dat aanraking een rustgevend en ontspannend effect kan hebben, dus je lichaam zal daar ook minder snel op reageren. Dit is een van de dingen die er voor kan zorgen dat je aanraking minder fijn vindt. 

Ik vermoed dat dit ook bij mij de oorzaak is geweest van mijn moeite met aanraking, of in ieder geval een van de oorzaken. Doordat mijn moeder moeite had met aanraking, vond ze het ook lastig om mij te leren hoe belangrijk en fijn het is. Daarbij hebben nare ervaringen op seksueel gebied de vervelende associatie bij aanraking voor mij versterkt. In combinatie met de zelfhaat die mijn eetstoornis met zich meebracht (of waardoor die ontstond) vond ik het ontzettend lastig om liefde te accepteren, ook in fysieke vorm. 

Liefde en aanraking kunnen aanvaarden

Aanraking kun je leren. Ik weet nog goed dat in de periode van mijn opname in de kliniek, het contact wat ik met mijn vader had verbeterde. In mijn gevecht tegen mijn eetstoornis, leerde ik mijzelf steeds een beetje meer accepteren. Langzaam maar zeker leerde ik dat ik liefde toe mag laten. Daarmee kon ik ook steeds meer de liefde van mijn vader toelaten. Hij bracht mij altijd na een verlof terug naar de kliniek en het afscheid ging eerst alleen met woorden. In de loop van mijn opname veranderde dit naar een kus op de wang en aan het einde durfde ik zijn knuffels toe te laten.

Zelf heb ik ook bewust geoefend om aanraking fijn te leren vinden. Zo heb ik oefeningen gedaan waarbij ik mijzelf moest strelen, gewoon, over mijn armen of benen. Om op deze manier te ervaren hoe het is om aangeraakt te worden, hoe het voelt en hoe het is om op die manier liefde te ontvangen. In het begin voelde het heel gek en ongemakkelijk, maar uiteindelijk werd het iets prettigs. Ook heb ik mijzelf een aantal keer laten masseren. Ik vond dit een minder enge vorm van aanraking, omdat er geen liefde bij komt kijken en er niks van mij terug wordt verwacht. Hiermee heb ik kunnen leren dat aanraking door een ander ook prettig kan zijn en voor ontspanning kan zorgen. 

Ook in mijn relaties heb ik moeten leren dat aanraking fijn kan zijn. Het wisselt nog steeds heel erg wat voor effect aanraking op mij kan hebben. Tegenwoordig vind ik het meestal vooral fijn, maar voorheen kon ik mij snel vies voelen bij seksueel contact of zelfs al bij knuffels of een kus. Door open te zijn over dit gevoel, er met mijn vriendin over te praten en het in therapie te bespreken leer ik er mee omgaan. Dit heeft tijd nodig, maar ik merk dat het steeds beter gaat. Ik kan er steeds beter bij ontspannen en er steeds vaker oprecht van kan genieten.

Hoe vind jij het om aangeraakt te worden?

Bron: psychologiemagazine

Hannah

Geschreven door Hannah

Reacties

16 reacties op “Ik wil aangeraakt worden”

  1. Oh wauw, wat een herkenbare blog, bijna alsof ik mijn eigen verhaal teruglees! Het verlangen naar liefde, maar verstijven wanneer iemand je knuffelt en willen dat het snel ophoudt, de ingewikkelde gevoelens over aanraking van je ouders, het vieze gevoel bij intieme aanraking..
    Wat goed dat je steeds beter leert om aanraking weer fijn te kunnen vinden! Ik zou dat zelf ook graag leren. Ik heb ook een tijdje geleden geprobeerd mezelf wat liever aan te raken, maar het voelde zo ongemakkelijk dat ik snel gestopt ben. Massages nemen is nog wel een goed idee, dat kan ik ook nog wel een keer proberen.
    Dankjewel voor het schrijven van deze mooie herkenbare blog!

  2. Ik haal veel herkenning uit de blogs die je schrijft, soms schrik ik een beetje van de hoeveelheid ervaringen die je beschrijft, die ik herken bij mezelf. Aan de andere kant ook heel fijn om die herkenning te lezen en weten dat ik niet de enige ben. Ook bij deze weer, fijn om te lezen en erg herkenbaar.

  3. Wat fijn om dit te lezen. Ik herken zoveel. De huidhonger, en de enorme moeite met aangeraakt worden. Wel willen maar niet kunnen of durven… Ik hoop dat ik er ook nog in kan groeien.het is fijn om te lezen dat ik niet de enige ben. Dank je wel

  4. Ik hou enorm van lichamelijk contact en ben hier heel vrij in. Heb een hele kleine cirkel en kan mensen snel dichtbij laten komen. Misschien is het ook een beetje anders omdat ik van jongs af aan in de theaterwereld zit. Hier is (intieme) aanraking heel normaal en noodzakelijk voor de samenwerking. Ook mensen die ik nog nooit heb ontmoet kan ik tijdens een auditie heel close mee werken alsof ik ze al jaren ken. Daarnaast ben ik van huis uit ook heel lichamelijk ingesteld. Knuffelen, elkaar massages geven, haar frutselen is bij ons altijd belangrijk geweest voor onze band en ontspanning. Het enige waar ik een hekel aan heb zijn zoenen. Die drie zoenen op een verjaardag veeg ik altijd weg of ik zeg geef mij maar een knuffel want ik hou niet van kussen haha.

  5. Ik heb ook verschrikkelijk veel huidhonger, ik kende de term van toen mijn kinderen geboren werden en borstvoeding kregen. Daar werd dat ook genoemd maar ik had het nooit in verbrand gebracht met mijzelf. Tot ik 6 maanden geleden in therapie ging en ontdekte dat ikzelf helemaal uitge(huid)hongerd was. Door het verblijf in de couveuse na mijn geboorte en de jaren nadien waarin mijn moeder zich niet aan mij kon hechten heb ik dat ‘voedsel’ niet gekregen. Ik werd vol gestopt met melk maar ik snakte naar voelen. Nu, na 46 jaar kreeg ik in therapie eindelijk waar ik zo lang naar bleef zoeken: huidcontact. Het was therapeutisch en echt wat ik nodig had en wat me eindelijk echt geholpen heeft en helpt. De voorbije 6 maanden waren de sessies dus hoofdzakelijk knuffelsessies, pas nu begint dat te evolueren naar knuffelen en/met praten, zingen, spelen, tekenen,… Voor wie nog meer wil lezen over het belang van huidcontact: http://www.hetinnerlijkekind.be/Owc-2017-aanraken-een-mogen-of-moeten

  6. Wat een goede blog. Herkenbaar. Prettig om te lezen dat ik niet de enige ben.

  7. Ik herken dit zo, maar dan deels.
    Bij sommige mensen heb ik er 0 problemen mee aangeraakt te worden en wil ik het zelfs enorm graag – alleen behandelaren (=veilige personen) op het moment eigenlijk, maar van mijn ouders bijvoorbeeld kan ik het echt niet hebben. Omdat ze het wel blijven proberen, vooral mijn vader, wordt ik er ook echt boos en opstandig van. Om me vervolgens heel schuldig te voelen, want het zijn toch mijn ouders en zij proberen me op die manier liefde te geven..

    Zo ingewikkeld.

  8. Ik had op mijn vorige werk twee hele leuke vlotte / knappe mannelijke collega’s. Door hen werd ik wel eens aangeraakt op mn armen / schouder / rug. Klinkt misschien gek, maar ik vond dat echt fijn / lekker en ik kon er echt van genieten.

  9. Ik mis het ook van eens goed getroost te kunnen worden bij elke huilbui…. heb tranen als ik je verhaal lees. Door ASS ben ik erg eenzaam en nooit een knuffel, troost…..

  10. Een kleine aanraking kan soms zo fijn/helpend zijn. Ook bij klinische behandelingen. Ik snap dat er grenzen nodig zijn, maar veel hulpverleners zijn wat dat betreft, naar mijn idee, soms te afstandelijk (voor sommige mensen werkt dat vast goed). Die ene verpleegkundige die af een toe een hand op m’n schouder legde of me een aai over m’n hoofd gaf, gaf me op die manier ook het gevoel dat ik gewoon een mens was.

    1. zou soms ook zo graag willen dat mijn psychotherapeut gewoon even een hand op mijn schouder zou leggen op momenten dat ik huil of het erg moeilijk heb. Ik snap ook wel dat er grenzen zijn maar ik heb niemand die me troost en al mijn problemen kent. Enkel mijn therapeut ziet mijn verdriet…en is de enige die me zou kunnen troosten.

      1. Zou je dit mischien bespreekbaar kunnen/ durfen te maken bij je psychtherapeut en vertellen dat je heel eenzaam bent?

  11. Wauw, wat herkenbaar..!

  12. Ik voel tegenover mijn ouders (met name mijn moeder) zoveel walging en boosheid dat ik er niet aan moet denken om haar een knuffel te geven, of dat van haar toe te laten.
    Langs de andere kant, met mensen met wie ik wel een goede band heb, voel ik wel veel nood aan aanraking. Op een of andere manier wordt dat blijkbaar wel minder normaal naarmate je ouder wordt… Als tiener of prille twintiger kreeg ik regelmatig een knuffel van mijn vrienden, maar als dertiger merk ik toch dat dat niet meer zo evident is (misschien ook omdat ze allemaal een gezin hebben).
    Mijn trucjes om toch aan mijn huidhonger te voldoen: ik dans, in groep, waarbij we mekaar ook vast moeten houden. En ik ga heel vaak babysitten, bij kleintjes die niet liever doen dan aan me plakken. En met 1 collega kan het ook wel, om haar lichamelijk wat toe te laten al zou ik dat ook wel bij anderen zien zitten.

  13. Heel herkenbaar; goede blog!

  14. Aanraking,het is iets waarnaar je echt kan hunkeren .Ik vind het moeilijk om toe te laten,ik heb zo wie zo een grote persoonlijke cirkel nodig ,en ik schrik als mensen dat niet begrijpen en dan voelen zij zich afgewezen,terwijl ik dat zo niet bedoel.

    De behoefte die babys hebben om aangeraakt te worden houden mensen hun hele leven.
    Heel veel mensen zoeken het in eten als in die behoefte niet wordt "voorzien".Ze schamen zich ervoor dat ze een knuffel nodig hebben of een arm om zich heen of weten niet waar ze die kunnen vinden.
    Er wordt wel gepraat over ongewenste intimitiet,maar soms heeft iemand er ook tekort aan en misschien ontstaat het ene (soms) uit het andere.
    Ik denk dat het erg belangrijk is om grenzen en behoeftes duidelijk aan te kunnen geven en voor jezelf te erkennen en om te leren hoe je er op een goede manier mee om kan leren gaan .
    Voor vrouwen is het misschien moeilijk om een knuffel te vragen of zo,maar voor mannen denk ik nog veel moeilijker.Vrouwen kunnen bovendien meer praten over gevoelens enz.maar mannen doen dat niet gauw en ik denk dat zij eigenlijk nog veel meer een aanraking nodig hebben dan wij.☺

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *