Voordat ik met deze blog begin: helaas is het niet voor iedereen vanzelfsprekend om ouder te worden. Zinnen als ‘we worden allemaal ouder’ of ‘ouder worden is iets dat je overkomt, het gebeurt gewoon’, kunnen veel oprakelen. Want nee, ouder worden is niet voor iedereen vanzelfsprekend, niet iets wat iedereen gebeurt, en dat is vreselijk. Iets waar jij misschien in je directe omgeving ervaring mee hebt. Iets waar je regelmatig bij stilstaat.
In deze blog ga ik het echter wel hebben over ouder worden. Over hoe je lichaam in de loop der jaren kan veranderen, evenals je blik hierop. Hoe je jezelf bekijkt en behandelt. Hoe ik, en misschien herken jij dit ook, jarenlang verlangde naar een kinderlichaam. En dat terwijl ik al een volwassen vrouw was. En hoe dat werkt? Dat weet ik nog steeds niet echt.
Verlangen naar vroeger
Inmiddels heb ik, door de jaren heen, best veel geschreven over mijn jeugd, mijn opvoeding. Ik vond het, tot voor kort, nog best lastig om te ‘erkennen’ dat ik het niet makkelijk heb gehad, maar ik denk dat ik dit wel hardop kan zeggen. Een vader met een verslaving en narcistische trekken, geweld, agressie. Het kwam allemaal voorbij. Toch denk ik dat ik op een manier, toen ik zelf geen kind meer was, verlangde naar een bepaalde geborgenheid, veiligheid. Gevoelens die velen (hopelijk) associëren met hun jeugd. Natuurlijk heb ik die gevoelens ook wel gehad, maar ik heb me vanaf een bepaalde leeftijd nooit honderd procent écht veilig gevoeld, geliefd gevoeld. Dat is geen steek naar mijn moeder toe – ik weet hoe hard ze haar best heeft gedaan om het voor ons oké te houden. Wanneer ik het heb over dat stukje geborgenheid, heb ik het wel over mijn moeder. Bij haar heb ik me vroeger, voor zover ik mezelf dat toestond, wel veilig gevoeld. Maar soms kan je van iemand houden en alsnog gekwetst worden. Alsnog veel meenemen, beschadigd raken.
De controle terugnemen
Ik was nog jong toen ik begon te ‘rommelen’ met eten. Meer dan dat dacht ik ook niet dat het was. Maar mijn eetstoornis, wat het later bleek te zijn, had veel functies. Functies die ik op dat moment absoluut niet kon benoemen – het erkennen van een probleem vond ik al moeilijk genoeg – maar achteraf steeds beter kan plaatsen. Het willen wegmaken van mijn gevoelens, misschien wel weg willen maken van een heel deel van mij, mijn eigen verhaal willen schrijven, niet meer ‘teren’ op alles dat er was gebeurd. Zelf iemand worden. Zelf een identiteit willen creëren. Het terugnemen van de controle. Het ontwikkelen van een eetstoornis.
Een eetstoornis is een mindfuck. ‘Trap er niet in!’, wil ik je zeggen. Maar voor je het weet sta je tot je nek in het drijfzand. Het is niet logisch, het is niet uit te leggen. Maar dat beklemmende gevoel; daar kom je niet onderuit.
Het terugnemen van die controle bleek een belangrijk onderwerp. Juist omdat ik het gevoel had dat ik tot dusver nooit zelf invloed op mijn leven had gehad, wilde ik er alles aan doen om zélf de regie te pakken. En toch… loste dat niets op. Het verlangen bleef, het gemis en het gebrek bleef. Ik kon mezelf zo rigide mogelijk aanpakken, maar alleen was ik nog steeds. Het verlangen naar iemand die me zag om wie ik was, bleef.
Mijn kinderlichaam voelde veilig
Waar ik, toen ik jong was, de onveiligheid buiten mezelf ervoer, begon ik dit steeds meer naar binnen te ‘trekken’. Ik had associaties gemaakt, mijn lichaam, hoe ik me daarin voelde, belangrijk gemaakt. Mijn lichaam, het gewicht dat het met zich mee droeg, voelde onveilig. Ik was volwassen en mijn leven stond in het teken van het opnieuw verkrijgen van een kinderlichaam. Het klinkt volkomen gestoord, maar het voelde alsof dat het enige was dat belangrijk was. Dat me daadwerkelijk zou helpen. Ik vocht tegen het ouder worden, en daarmee vocht ik mezelf de dood in. Om me weer even veilig te voelen.
Ook al zijn de meeste heftige dingen in mijn leven gebeurd toen ik zelf een kind was, achteraf heeft het meer met me gedaan dan op die momenten zelf. Toen ik een kind was, was het beter. Dat hield ik mezelf voor. Maar het was niet beter, ik wist alleen niet wat er om me heen gebeurde, ik begreep het nog niet. Maar ook dat begreep ik toen nog niet. Ik wilde mezelf kleiner maken, onzichtbaar maken. Alles uit handen geven, maar de controle behouden. Geen keuzes maken, wel zelfstandig zijn.
Door mijn lichaam weer ‘kind’ te laten zijn, zagen anderen me niet als een vrouw. Een volwassen of compleet persoon. Mensen behandelden me anders en dat gaf me rust. Niemand verwachtte iets van me, want ik was ziek, ik was weer even kind. Maar was dat ook beter? Nee, dat was het niet. Ellendig voelde ik me nog steeds. Ik stelde de dagen uit, de maanden, mijn leven en maakte het daarmee juist veel moeilijker voor mezelf.
Ja, ouder worden is normaal, maar nee, niet vanzelfsprekend. Misschien maakt het veel in je los. Misschien zijn er mensen om je heen vroeg gestorven. Misschien vecht je zelf tegen een mogelijk leven. Misschien… Misschien is dit je teken. Jij mág ouder worden. Jouw lichaam mag ouder worden. Het is niet gezond om terug te willen naar een lichaam dat niet meer bij jou, bij je leeftijd en je levensfase past. En iets oplossen doet het ook zeker niet. Je mag voor de toekomst kiezen, je mag jezelf bevrijden.
Geef een reactie