Je wilt dat iemand alles uit handen neemt. Je wilt dat iemand de controle overneemt. Je wilt dat iemand de verantwoordelijkheid volledig van je overneemt. Je wilt dat iemand je opraapt, optilt en meeneemt. Je wilt dat iemand je redt. Je bent zo moe van alles, van het strijden, van het gevecht in je hoofd, van het niet kunnen kiezen voor leven of dood. Je wilt wel herstellen, maar je wilt niet al die nare gevoelens aangaan. Je wilt wel weer normaal eten en een normaal gewicht hebben, maar de weg ernaar toe zie je niet zitten. Kon iemand je maar even een stukje dragen op dat pad naar herstel, zodat je zelf niets hoefde te doen en zelf geen keuze had.
Jouw eetstoornis vraagt én levert jou controle. Controle die jou heilig is, die alles voor je waard is. Toch zou je ergens het liefst al die controle uit handen geven. Je zou willen dat iemand anders, waar je volledig vertrouwen in hebt, even zou bepalen wat je at, hoe vaak je at en hoeveel je at. Dat iemand anders er in korte tijd voor zou zorgen dat je van stap 1 op de weg naar herstel terecht zou komen bij stap 101. Die akelige ellenlange weg is zo eng en voelt zo naar en onnatuurlijk. Het voelt zo verkeerd en slecht om tegen die eetstoornis in te gaan. Wat zou het fijn zijn als iemand anders dat voor je kon doen.
Je verlangt soms nog weleens terug naar het moment waarop je kind was en je moeder of vader alle grote boze zaken in jouw wereld voor je oploste. Je liep op een smalle stoep en plotseling kwam er een enorme hond aan wandelen. Je plaste bijna in je broek van angst. Eén blik naar je vader was voldoende: HELP! Hij tilde je op en zonder zorgen en in de warme, beschermde armen van je vader passeerde je de hond. Die bescherming, die warmte en zorg zou je zo graag weer even terug willen. Misschien niet meer door je vader of moeder, dat zou op deze leeftijd raar en onnatuurlijk voelen. Misschien nu wel door die ene krachtige buurvrouw, een leraar of therapeut.
Wat zou het fijn zijn als je even weer kind kon zijn. Klein, onschuldig en onverantwoordelijk. Wat zou het heerlijk en veilig zijn als iemand weer even die beschermende rol voor je kon innemen. Zou dat kunnen? Zou iemand die rol innemen als het maar heel slecht met je gaat? Misschien komt die drang naar zoiemand wel voort uit een gemis in het verleden. Misschien heb je die beschermende ouder die onvoorwaardelijk van je houdt en alles voor je oplost wel gemist en zoek je nu op een indirecte manier invulling voor die leegte? Wat de reden ook mag zijn, de wens is aanwezig en het verlangen is groot. Zo groot dat dit er tevens voor zorgt dat je niet kan kiezen voor herstel.
Je kunt niet kiezen voor herstel, omdat je wacht op iemand die je opraapt. Iemand die je redt, al je problemen uit handen neemt en alles voor je oplost. Als je nu zelf jouw eigen redding bent, dan kan niemand anders je meer redden en zal die leegte of dat verlangen naar klein en kind zijn nooit meer worden opgevuld. Je hebt het idee dat als je zelf nu kiest voor herstel en dat pad bewandelt naar beter eten, misschien meer wegen en minder destructief bezig zijn, alles weer zo eenzaam, angstig en vreselijk voelt. Je zit vast, muurvast, want wat je ook doet… er is nog steeds niemand langsgekomen om je te redden.
Sterker nog, al kwam er iemand langs om je te redden, dan zou die je enkel naar het dichtbijzijnde ziekenhuis kunnen brengen en je daar op kosten van je zorgverzekering laten verzorgen. Ik noem die kosten met opzet, omdat het dus vrij weinig te maken heeft met het verlangen klein en kind te zijn en onvoorwaardelijke liefde en bescherming te ontvangen. Zo nodig zal je opgenomen worden en als eetstoornispatiënt behandeld worden. Er zullen regels opgelegd worden en er zullen medische onderzoeken plaatsvinden. En zo gauw het medisch gevaar is geweken, zal je worden ontslagen en doorverwezen naar een eetstoorniskliniek. Uiteindelijk zal je ook daar zélf, uiteraard met steun, moeten kiezen voor herstel. Je zal zélf die weg moeten bewandelen en je angsten moeten aangaan en overwinnen. Dat kan, hoe graag je dat ook wilt, niemand van je overnemen.
En misschien verlang je helemaal niet specifiek naar die kinderlijke bescherming, maar wil je enkel gewoon dat alles je uit handen wordt genomen zodat je even los kan laten. Je verlangt naar grenzen, vaste maaltijden of misschien zelfs wel naar sondevoeding, zodat je zelf niet meer bij iedere hap die je neemt dat vreselijke conflict in je hoofd hebt. Het kan ook zijn dat je vindt dat jouw eetstoornis pas ernstig genoeg is als iemand alles uit handen moét nemen. Wat de reden ook is, uiteindelijk is het uit handen laten nemen niet de oplossing. Ja, tijdelijk… maar er geldt ook: “Hoe verder je gaat, hoe langer de terugweg” en dat is écht de waarheid. Hoe dieper jij schuilt in je eetstoornis, hoe langer jij wacht met ertegen vechten, hoe langer en hoe moeilijker de weg naar herstel.
Niemand kan jouw eetstoornis oplossen. Niemand kan je redden. Natuurlijk kan tijdelijk iets uit handen worden genomen, maar dat betekent niet dat het gevecht in je hoofd er minder op wordt. Het kan er zelfs groter door worden, doordat de weg naar herstel hierdoor langer lijkt geworden. Juist door zélf, met steun, stappen te zetten, zal je je kracht terugvinden en je motivatie om die eetstoornis te overwinnen vergroten. Het verlangen naar kind en klein zijn is goed om te bespreken, erom te huilen en beetje bij beetje te verwerken. Dit kan geen therapeut, lerares of lieve buurvrouw voor je opvullen.
Het is niet verkeerd om soms even alles uit handen te geven, maar het moet geen doel op zich worden. Dan zal het tegen je werken. Bespreek je angsten en verlangens. Die zijn niets om je voor te schamen. Het komt veel meer voor dan je denkt én het helpt je enkel verder door erover te praten.
Zet ‘m op, je kan hét ♥
Fotografie: Fokeev
Geef een reactie