Ik ben het zo moe. Die constante strijd met mezelf omdat ik me zelf in 50 delen wil splitsen. Ik ga het nu voor het allereerst tegen mezelf zeggen: ik kan niet perfect zijn in alles en ik kan niet alles constant goed willen doen. Ik ben moe, kapot en verschrikkelijk verdrietig. Verdrietig omdat ik moet toegeven op verschillende vlakken dat ik het niet meer aankan. Ik moet een keuze maken.
Waar ga ik nu voor het eerst aan werken? Druk maken over wat ze op mijn werk van me vinden, druk maken of ik wel een goede dochter of zus ben? Druk maken of ik de perfecte schoondochter of vriendin ben? Zorgen dat ik een goede moeder ben of zal ik eerst proberen om mezelf aardig te vinden. Dat laatste ga ik doen. Of ja mezelf niet aardig vinden maar goed voor mezelf zorgen. Helaas lukte me dat niet in het poliklinische traject, nu ook niet in het dagbehandeling traject,… dus zijn er nog maar een paar opties over.
Eén daarvan is niet toegeven dat ik het moeilijker heb dan dat ik het soms wil toegeven en wel gewoon thuis kunnen blijven bij mijn uberschattige kinderen. De andere is toch voor een opname kiezen. Hoewel optie één erg aanlokkelijk, is kies ik toch voor optie twee. Ik heb mijn hoofdbehandelaar gevraagd om me toch op te nemen. Ik wil niet dat mijn kinderen en man de dupe zijn van mijn eetstoornis en nu zijn ze dat wel.
Mijn frustratie en angst als er een onverwachte wending komt in onze dag of als simpelweg geen brood meer is en ik niet durf te gaan voor een ander brood. Ik wil niet dat mijn kleine ventjes zien hoe moeilijk mama het vindt om een toetje te moeten eten. Op korte termijn is dit echt niet de leukste optie, maar op langere termijn hoop ik weer de vrolijke energieke Britt te zijn die mijn man, mijn vrienden en kinderen zo verdienen. Ik kies er voor om een gewichtsherstel programma klinisch te gaan volgen.
Om die spanning met mensen te kunnen delen die mij snappen of er simpelweg verstand van hebben. Ik begrijp dat ik niet eetstoornis vrij uit de kliniek zal komen maar een beetje fitter en in ieder geval met een gezonder gewicht. Ok kunnen zij me vast helpen met de gedachten die er nog meer in mijn hoofd tekeergaan. Bang voor mezelf ben ik in ieder geval geworden. Sommige dagen denk ik alleen nog maar dat ik mensen tot last ben en zit in zo een diep dal. Wat doe ik hier nog? Zou iemand me missen als ik het echt opgeef. Zal ik echt de rest van mijn leven met deze gedachten rondlopen? Ik kan me opeens niet meer voorstellen dat ik ooit in de winkel zal rondlopen zonder alle verpakkingen om te draaien en calorieën te tellen. Zal ik mezelf echt ooit weer iets gunnen?
Volgens de therapeuten zit mijn straffende en kritische kant me gigantisch in de weg. Ik vind gewoon dat ik dingen niet verdien. Lekker eten, tussendoortjes, of gewoon een paar schoenen. Niets verdien ik meer, geen tijd voor mezelf en dus ook geen tijd voor herstel. Ik vind mezelf niet meer leuk. De spanning neemt maar toe en toe e n toe. Ik kan steeds minder verdragen dus nu is de tijd echt gekomen. Mijn therapeute heeft me beloofd dat ze de duimschroeven gaat aandraaien. Ik ga geremd worden in bewegingsdrang, minder kans om te rommelen met eten en ze gaan me in de gaten houden na de maaltijden zodat ik niet meer kan vragen als de spanning echt op loopt.
Het voordeel is wel dat ik jullie mooi op de hoogte kan houden over mijn avonturen in de kliniek. Hopelijk wordt mijn kamertje snel opgevrolijkt door leuke kaartjes met lieve woordjes, mooie gedichtjes en vrolijke kleurtjes. Alles om mijn klinische strijd verdraagbaar te maken, want deze schijn- veilige hel wil ik verlaten.
Geef een reactie