Iemand voor het eerst vertellen dat je problemen hebt met eten of dat je helemaal niet gelukkig bent, is een hele grote stap. En ook wanneer je een terugval hebt en opnieuw in de problemen bent geraakt, kan de drempel om iemand te vertellen hoe het echt met je gaat, enorm hoog zijn. Toch is het heel belangrijk om je mond open te trekken en er niet in je eentje mee rond te blijven lopen. Maar wat zijn er veel redenen en excuses om dat niet te doen!
Ook ik heb enorm lang tegen deze stap aan lopen hikken. Op sommige momenten wist ik heel goed dat het beter was om wel te gaan praten. Maar toch deed ik het niet. Ik wilde ergens heel graag dat iemand zou weten waar ik mee worstelde, maar aan de andere kant was ik ook heel bang voor wat ze dan over me zouden denken, wat ze zouden gaan verwachten of dat ze er juist helemaal niets van zouden begrijpen. Dus stelde ik het uit met de gedachte:
‘’Als ik het vertel dan…”
‘’…zullen ze het toch niet begrijpen.”
Dit was iets waar ik heel erg bang voor was. Ik hoorde mijn ouders wel eens praten over eetstoornissen en ze leken er weinig van te begrijpen. Logisch, denk ik nu, maar toen vond ik dat heel moeilijk. Ik was bang dat we er ruzie over zouden krijgen, ze me voor geen meter zouden begrijpen en dus wist ik ook totaal niet hoe ik het op een goede manier aan ze moest vertellen. Ze zouden het toch niet snappen.
‘’…moet ik er echt iets mee gaan doen.”
Dit was ook een reden die mij tegenhield om erover te praten. Als ze zouden weten wat voor problemen ik met mezelf had, zou ik mijn eetstoornis los moeten gaan laten. Ik wist dat mijn ouders waarschijnlijk meteen ergens hulp zouden willen zoeken en ik wist helemaal niet of ik daar al aan toe was. Wilde ik eigenlijk wel echt beter worden?
‘’…zullen anderen teleurgesteld in mij zijn.”
Als kind wilde ik heel graag dat mijn ouders trots op me waren. Omdat het op school ook al niet zo goed ging en ik mezelf een complete mislukking vond, zag ik het totaal niet zitten om ze nog meer teleur te stellen. Dat verdienden ze niet, ze hadden altijd hun best voor mij gedaan.
‘’…krijgen ze er nog meer zorgen bij.”
Ook wilde ik niet dat mijn ouders en broers zich zorgen om mij zouden maken. Iedereen had al genoeg aan zijn hoofd. Mijn onnozele gezeur met eten verdienden ze er niet bij. Ik vond dat ik tot last zou zijn en dat ik ze er beter niet mee lastig kon vallen.
‘’…kunnen ze me toch niet helpen, ik moet het zelf doen.”
Mede door alle andere excuses kwam ik vaak tot de conclusie dat ik het beter niet kon vertellen en voor mezelf moest houden. Het was mijn probleem en dat moest ik niet bij anderen neer gaan leggen. Ik zou dit zelf wel oplossen en deed opnieuw een poging om mijn eten op de rit te krijgen.
‘’…vinden ze vast dat ik mij aanstel.”
Zoals bijna iedereen met een eetstoornis was ook ik bang dat ze me een aansteller zouden vinden. Al lang voordat ik flink ondergewicht bereikte had ik een eetstoornis. Ik wilde het wel vertellen, maar ik was bang dat ze me niet dun genoeg zouden vinden. Ik was tenslotte niet zo mager als de anorexia patiënten die een onrealistisch gemiddelde afbeeldde in bladen en op tv. Zo erg was het bij mij nou ook weer niet en dus voelde het als aanstellerij en een nep-eetstoornis.
‘’…gaan ze vast heel erg op me letten.”
Ik was heel bang dat mijn ouders meer op mijn eetgedrag en gewicht zouden gaan letten. Dat vond ik niet alleen vervelend, maar gaf me ook het idee dat ik dus controle over mijn eigen geheim zou gaan verliezen. Ik zou ineens veel zichtbaarder zijn en dat vond ik eng. Ik wilde niet tot last zijn en dus ook zeker niet dat mijn ouders op mij zouden gaan letten en me misschien wel zouden overhalen of dwingen om beter te eten.
Weet je, eigenlijk kan ik nog wel even doorgaan met het bedenken van alle excuses die ik had om niet over mijn problemen met eten te praten. Er is namelijk altijd wel een reden om je mond te houden, uit te stellen en door te gaan tot het nog erger is geworden. Maar je verschuilen achter al die angsten en excuses gaat je nergens naar toe helpen, behalve naar de filistijnen. Je gaat er kapot aan door langer te wachten en uit te stellen. En het levert je niets op, behalve nog meer eetstoornis, nog meer schade en nog meer eenzaamheid.
‘’Als ik het vertel dan…”
‘’…hoef ik er niet meer in mijn eentje mee rond te lopen.”
‘’…kan ik hulp en steun vragen aan de mensen om me heen.”
‘’…is er een opening om hulp te krijgen.”
‘’…komt er ruimte voor herstel in plaats van nog meer schade.”
‘’…geef je jezelf de mogelijkheid om te bouwen aan een gelukkige toekomst.”
‘’…hoef je niet meer te liegen en geheimen te verbergen tegenover anderen.”
‘’…kun je jezelf zijn, zonder dat je je anders hoeft voor te doen.”
En zo kan ik eigenlijk nog wel veel meer goede redenen bedenken waarom ik je aanraad om te gaan praten over jouw problemen. Wat die problemen ook zijn. Of je nu wel of geen eetstoornis hebt, blijkbaar heb je een probleem en ben je niet gelukkig. Daar mag je over praten en hulp bij vragen.
Lees ook eens het blog: ‘’vandaag ga ik het vertellen”
Bron foto’s: Weheartit
Geef een reactie