Jij hebt een eetstoornis. Jij hebt autisme. Jij hebt een persoonlijkheidsstoornis. Jij hebt een depressie. Jij hebt ADHD en jij hebt een angststoornis. Zo, een diagnose voor iedereen. Een hokje waar je in past. Opheldering of stereotypering? Herkenning of vooroordeel? Duidelijkheid of beperkend?
In hokjes denken
Eigenlijk stoppen we allemaal de hele dag door dingen in hokjes. Dat is logisch en iets dat we doen vanuit ons instinct. Denk bijvoorbeeld aan dat elk huis een huis is en dat je niet bij elk rijtjeshuis, elke villa of elke boomhut die je ziet helemaal opnieuw moet bedenken wat het nou eigenlijk is of wat je er mee kan. Op die manier zijn we niet dag in dag uit onnodig veel tijd kwijt om telkens weer het wiel opnieuw uit te vinden.
In sommige grappige gevallen wil dit nog wel eens in ons nadeel werken. Zoals wanneer je een glas met water gekleurt door waterverf vergist voor een glas limonade. Been there done that, maar in de meeste gevallen is het dus hartstikke praktisch en handig. Zo hebben we collectief besloten dat de kleur rood ‘gevaar’ of ‘stop’ of ‘verboden’ betekent en schrikken we allemaal van geel/zwart gekleurde vliegen of het nou een wesp of een onschuldige zweefvlieg is. Het zekere voor het onzekere, denkt ons brein.
Heel handig dus, maar wanneer je dit op mensen betrekt lijkt het toch een heel ander verhaal. In hokjes gestopt worden voelt soms heel benauwend en verstikkend. Mijn afkomst, huidskleur, geloof, haarkleur of bijvoorbeeld kledingstijl zegt helemaal niets over hoe ik ben als persoon. Het zegt niets over mijn karakter, niets over wat ik wel of niet leuk vind, niets over mijn intelligentie en nog veel meer. Het enige waar (bijvoorbeeld) mijn geloof iets over zou zeggen, is over mijn geloof en de normen en waarden die daar bij horen.
Vooroordelen en misvattingen
Helaas zit de wereld wel vol met voordelen en misvattingen als gevolg van het in oh zo handige hokjes denken. Het zit in onze natuur, we doen het haast automatisch. Zo was er op mijn vakantie in Nepal een jongen die plots naast me kwam lopen en met me kwam praten. Hij vroeg waar ik naartoe ging en hij zou me wel de weg wijzen. Ik wilde niet onbeleefd zijn, maar ik vond het ook wel een beetje eng. Het was opzich een aardige, slimme jongen van mijn leeftijd. Hij maakte maakte grapjes en flirtte wat. Toen ik opmerkte dat we al 20 minuten aan het lopen waren, terwijl ik wist dat mijn bestemming 10 minuten lopen was, zei ik: “Hey, maar hallo, dit klopt volgens mij niet?” Waarop hij antwoordde dat ik echt totaal de verkeerde kant op was gelopen en het daarom extra tijd kostte.
Ik was sceptisch, maar volgde hem toch maar. Ondertussen was ik druk bezig met om me heen kijken tot ik een punt zou zien dat ik herkende. Plotseling stonden we op de hoek van de straat en hij zei: “Nou, hier is het! Asjeblieft en een fijne dag. Heel leuk om je te ontmoeten en blijf lachen.” Hij liep gewoon weg en ik was op mijn plaats van bestemming. Hij wilde verder niks van me. Een schuldgevoel overviel me, omdat ik had gedacht dat hij wel iets van me wilde zoals m’n tijd of m’n geld. Ik was immers een (toen) blond meisje uit Europa in een land als Nepal, maar het was gewoon een oprecht aardige jongen.
Vooroordelen? Ja. Ja, die had ik zeker gehad in dit geval. Aan de ene kant klopten die dus totaal niet, maar aan de andere kant was het denk ik ook wel goed om daar waakzaam over te blijven. Stel je voor dat het wel zo zou zijn dat het niet helemaal in de haak was. Ik gaf deze jongen het voordeel van de twijfel, maar veel mensen heb ik ook gewoon genegeerd als ze naar me toe kwamen. Al met al besefte ik al best snel dat Nepal een heel veilig land is en dat de mensen gewoon geboeid waren door mijn westerse verschijning, maar toch is logisch dat mijn instinct altijd opzoek is naar gevaar om mezelf daarvan te beschermen. Het oermens in mij wil immers overleven en dat gevoel is soms sterker dan rationele gedachten.
Oke, het is denk ik wel duidelijk nu dat we in hokjes denken en dat dat zowel positief als negatief kan uitpakken. Dat we er vaak niet zo veel aan kunnen doen, behalve er bewust van zijn en open staan voor wat er nog meer mogelijk is. Dat probeer ik altijd wel te doen. Ik word immers zelf ook vaak in hokjes gestopt. Dat is soms best lastig. Zo zouden mensen met tattoos en geverfd haar dom en asociaal zijn of alle mensen die roller derby spelen agressieve rauwdouwers. Dit, terwijl ik juist een behoorlijk bescheiden en vrolijke meid ben. Natuurlijk is het vaak een bepaald type mensen dat een bepaald soort dingen doet, maar het zijn geen regels.
Wat betekent mijn diagnose?
Zo is het ook met psychische stoornissen. Aan de ene kant heeft het hebben van een diagnose een heel belangrijke functie. Door bepaalde kenmerken te categoriseren en een algemeen naampje te geven kan je ook een algemeen behandelplan bedenken voor veel verschillende patiënten tegelijkertijd. Dat is handig, efficient en effectief. Daarnaast kan een diagnose veel rust, erkenning en herkenning bieden. Zo vond ik het bijvoorbeeld heel prettig om de diagnose ADHD te krijgen. Eindelijk begreep ik waarom ik sommige dingen zo lastig vond en dat ik niet gewoon dom was. Ik had een soort handleiding voor mezelf gekregen waar ik ontzettend veel houvast aan had.
Toch is het niet voor iedereen zo positief. Naast erkenning en herkenning komen er ook veel vooroordelen kijken bij diagnoses door anderen, maar soms ook door jezelf! Vandaar dat wij ook de bekentenissen en misvattingen blogs hier op Proud plaatsen. Op deze manier hopen we dat we elkaar wat beter kunnen begrijpen en beter kunnen helpen en misverstanden zo veel mogelijk de wereld uit kunnen werken.
Een ander nadeel is de tunnelvisie die soms ontstaat wanneer je een diagnose hebt gekregen. Plotseling heeft voor je gevoel alles te maken met je diagnose. Al die dingen die je nog meer bent lijken als sneeuw voor de zon te verdwijnen. Zo liep ik een tijdje terug bijna onder een tram en dacht ik meteen: “Zie je wel, ADHD!“. Onzin. Zo is het ook niet zo dat je wanneer je bijvoorbeeld borderline hebt, je geen recht meer hebt om boos te worden of je verongelijkt te voelen. Zo is het ook niet zo dat je naast je eetstoornis niks anders meer bent. Het is juist belangrijk om niet in gevecht te zijn met je diagnose, maar er rekening mee te houden door het te accepteren en te leren hoe je ermee om kan gaan. Het zou geen negatieve stempel hoeven zijn, maar een hulpmiddel om jezelf beter te begrijpen.
Wat betekent een diagnose voor jou?
Geef een reactie