Toen ik afscheid nam van mijn therapeut waar ik heel wat jaartjes therapie van had gehad, zei ze me onder andere dat ik heel veel mooie, maar ook een aantal gevaarlijke eigenschappen bezit. Jarenlang heb ik dat als iets heel negatiefs beschouwd. Ik startte geregeld met een nieuwe behandeling met in mijn achterhoofd dat ik niet meer zo negatief wilde zijn of dat ik niet meer zo’n korte lontje wilde hebben. Mijn slechte eigenschappen moesten vooral weg en ik stelde mezelf dan ook vaak teleur omdat ik merkte dat me dit niet lukte. Hoe hard ik ook werkte, sommige kanten van mij gingen niet weg.
Er werd mij vaak gezegd dat ik sommige delen van mij moest accepteren. Toentertijd vond ik dat vooral irritant: ik wilde niet accepteren dat ik soms bang was, dat ik een beetje last van smetvrees had of dat ik moeite had met het vertrouwen van nieuwe mensen. Ik vond dat dat niets bijdroeg aan mijn persoonlijkheid en dat het me alleen maar tegenwerkte in het leven. Aan de andere kant heb ik bepaalde eigenschappen door de jaren heen nu eenmaal ontwikkeld om verschillende redenen. Gebeurtenissen van vroeger hebben mij gevormd en natuurlijk heb ik ook een aantal dingen van nature meegekregen. In deze blog zal ik een aantal van mijn minder goede eigenschappen delen en vertellen hoe ik hier nu mee omga.
Controle
Ik heb de behoefte om alles onder controle te hebben en te houden. Ik kan niet zo goed tegen chaos. Op kantoor ben ik vaak degene die spullen netjes neerlegt en tasjes opvouwt omdat ik niet goed kan nadenken als er allemaal rommel om me heen ligt. Ook check ik 9292ov een paar keer als ik ergens heen moet om te kijken welke trein en bus ik precies moet hebben en waar en hoe laat ik dan ergens moet zijn en hoe ik moet lopen. Ik wil niets aan het toeval over laten. Soms zorgt dit er weleens voor dat er weinig ruimte is voor spontaniteit en kan ik behoorlijk gestresst raken als dingen anders lopen dan ik ze in gedachte had. Door de jaren heen is die drang naar controle gelukkig wel minder geworden en kan ik het ook los laten als iemand anders deze dingen bijvoorbeeld van tevoren uitzoekt.
Smetvrees
Ik vind veel dingen vies en maak graag schoon. In mijn eigen huis ben ik heel makkelijk omdat alles dan ‘’eigen” is, maar bij anderen of in het openbaar, heb ik nog altijd sterk de neiging een glas te controleren op viezigheid. Ik zie dan ook snel dingen die in mijn ogen vies zijn en die anderen waarschijnlijk niet eens zien. Hoewel het nog steeds wel een dingetje is, gaat het wel beter. Inmiddels maak ik er met vriendinnen bijvoorbeeld gewoon grapjes over. Zij weten dat ik wat dat betreft een beetje gek doe en dat ik soms even van bestek wil wisselen voordat we gaan eten. Als dit mij net even wat meer rust geeft, dan is dat prima. Het belemmert me niet meer in het dagelijks leven.
Pessimistisch
Als iemand een voorstel doet, dan denk ik vrijwel meteen aan de negatieve kanten van het idee. Dit heb ik eigenlijk altijd al gehad. Ik sta helaas niet heel positief in het leven en mijn glas is dan ook altijd half leeg. Ik heb lange tijd geprobeerd positief te denken en het is nog steeds wel iets wat ik probeer, maar die negatieve neiging zit er bij mij toch wel sterk in. Dit geeft niet, zolang ik me er maar bewust van ben. Ik weet nu van mezelf dat ik altijd als eerste aan alle negatieve dingen denk en dat ik wat bewuster en langer na moet denken over de positieve kanten van een verhaal. Dit betekent niet dat er geen positieve kanten aan iets zitten, ik zie ze alleen niet altijd vanzelf terwijl een vriendin van mij, die wel heel positief in het leven staat, dat wel vanzelf ziet.
Angsten
In sommige situaties ben ik nog weleens erg angstig. Als ik ‘s avonds in bed lig en een geluidje hoor, dan ben ik bijvoorbeeld vaak bang dat er ingebroken wordt. Ik kan over situaties heel lang piekeren en rampscenario’s bedenken die waarschijlijk niet zullen gebeuren. Ook dit is de afgelopen jaren al behoorlijk afgenomen, maar in sommige periodes steekt het toch wel weer eens de kop op. Als ik van mezelf weet waarom ik ergens bang voor ben, dan helpt het mij om tegen mezelf te zeggen: ”Het is logisch dat ik bang ben, maar…” Hiermee maak ik mijn angsten niet weg, die mogen er immers gewoon zijn, en tegelijkertijd bedenk ik een helpende gedachte.
Onzekerheid
Ik ben nog steeds best onzeker over mezelf. Ik twijfel vaak of ik dingen wel goed doe, zowel in mijn werk als privé. Zeker in het begin kon ik mijn blogs wel vijf keer nalezen om te kijken of er niks geks in stond omdat ik bang was dat ik iets verkeerd zou doen. Inmiddels is die angst er nog steeds wel een beetje, maar ben ik niet meer op zoek naar een constante bevestiging. Ik weet van mezelf dat ik mijn best doe, maar ook dat ik soms een foutje maak. Deze twee dingen gingen in het verleden nooit samen, maar inmiddels weet ik dat ik mijn werk ook goed kan doen als ik af en toe een fout maak, dat hoort erbij. Hoewel de onzekerheid nog steeds aanwezig is, geeft deze gedachte me een stuk meer rust.
Al deze eigenschappen, zowel de goede als de minder goede, maken wie ik ben en dat vormt mijn persoonlijkheid. Misschien is het niet de mooiste persoonlijkheid, maar het is wel de persoonlijkheid die mijn vrienden kennen en die ik inmiddels kan accepteren, ook met de mindere kanten. Ik ben benieuwd welke eigenschappen jij bezit en waar jij van vindt dat ze misschien niet zo mooi zijn. Kun jij ze inmiddels accepteren?
Bron: Fotografie
Geef een reactie