Daar zat ik weer. De wachtkamer waar ik al zo vaak gezeten had. Alle posters die ik zo vaak uitvoerig bestudeerd had als ik weer te vroeg was, leken me ineens vreemd. De schilderijen op de muur die eens vertrouwd voelde, herkende ik niet meer. Ik was al begonnen met het nemen van afscheid.
Maandenlang had ik hier rondgelopen. De eetzaal was hier net om de hoek, evenals het kamertje van de arts. Het kamertje van de arts, waar ik een jaar geleden voor het eerst gewogen werd, waar ik mijn diagnose te horen kreeg. Het kamertje waar ik regelmatig heen gestuurd werd in de tijd dat ik moest stoppen met compenseren.
Ondanks de merkbare afstand tot de wachtruimte, viel het afscheid me wel degelijk zwaar. In de afgelopen maanden was deze plek vertrouwd gaan voelen. De mensen, de ruimtes. Het was me duidelijk wat er van me verwacht werd, en dat vond ik prettig. Toen ik in therapie zat vond ik het idee dat ik ooit weer zelfstandig de grote wereld in moest beangstigend. Hier wilde ik dan ook zo min mogelijk aan denken. Nu was het zover, ik moest het zelf gaan doen. Gelukkig was ik al veel gegroeid sinds mijn eerste dag, maar toch vond ik dit nog heel spannend. Wat nou als ik niet genoeg hersteld ben? Wat nou als het toch weer misgaat? En herken ik dit wel op tijd?
Op dat moment had ik nog geen terugvalpreventieplan. Ik wist toen denk ik nog niet eens wat dat precies was. In het laatste gesprek bij de kliniek is dit aan mij uitgelegd en dat gaf me wat rust. Alsnog vond ik het ontzettend eng om alles alleen te doen. Ik moest erg wennen en schakelen toen ik eenmaal thuis was. Ik moest zelf mijn eten weer klaarmaken en het eetmoment zelf was vergeleken met zo’n grote groep best eenzaam. En daarbij, hoe moest ik die tijd doorkomen zonder zo’n plan? Want dat had ik immers nog niet.
De week die volgde, had ik het zwaar. Ik wist wat ik op een dag moest eten, maar zo buiten de kliniek om was het wel even wennen. Ik mocht bijvoorbeeld zelf bepalen welke tussendoortjes ik nam, en gek genoeg was ik een beetje vergeten wat ik nou echt lekker vond. Ik had een tijd lang op de automatische piloot geleefd, en gegeten om het eten. De eerste week kocht ik dan ook voornamelijk producten die ik in de kliniek ook kreeg. Zo hoefde ik nog niet zelf te kiezen.
Gelukkig hoefde ik het niet lang zonder plan te doen. De week hierna had ik al een nieuwe afspraak. Dit keer niet in de kliniek zelf, maar op een andere locatie, dichterbij huis. Hier heb ik mijn terugvalpreventieplan gemaakt. Tijdens dit gesprek werd het mij pas duidelijk hoeveel ik precies was gegroeid. Dit gaf me moed. Ik moest opschrijven waaraan ik en mijn omgeving zouden merken als het weer wat minder goed ging met me. Wat zou er in mijn gedrag kunnen veranderen en hoe zou mijn eetpatroon hierop inspelen? Ik had verwacht dat ik het moeilijk zou vinden om hier eerlijk over te zijn, maar gelukkig viel dat mee. Ik wilde niet meer terug naar waar ik vandaan kwam, ik wilde vooruit.
Door het terugvalpreventieplan raakte ik gemotiveerder. Ik had iets meer handvaten gekregen. Ik hing het plan op de koelkast. Zo kwam ik hem steeds tegen voor dat ik ging eten, en dit zorgde er voor mij voor dat ik braaf alles opat. Ook gaf dit anderen om mij heen de ruimte om mij aan te spreken als ze het idee hadden dat het wat minder met mij ging.
Toen ik vorig jaar ben verhuisd heb ik mijn plan weggegooid. Al die tijd heb ik hem bewaard, want stel je voor dat.. Niet alleen vond ik het fijn om hem achter de hand te hebben, maar ergens vond ik het ook oprecht lastig om hem weg te doen. Dit plan stond symbool voor een frisse start. Die frisse start heb ik gemaakt, het plan heeft zijn dienst gedaan. Hoe druk ik ook was met het maken van dit plan, ik heb er nooit gebruik van gemaakt. Ik heb het al die tijd niet nodig gehad. Alles wat ik nodig had wist ik ook wel, maar ik durfde nog niet op mijzelf te vertrouwen hierin. Hoe meer tijd er is verstreken sinds mijn ontslag uit de kliniek, hoe meer vertrouwen ik ook weer heb in mijzelf. Ik durf mijzelf nu te vertrouwen dat ik eventuele signalen zal herkennen en acties durf te ondernemen.
Heb jij een terugvalpreventieplan?
Fotograaf: Dara Shevtsova
Geef een reactie