Het is avond, we hebben net gegeten. Ik sta nog te zweten boven de afwas in de keuken. In de woonkamer hoor ik de Nintendo tevreden brommen, haast bedolven onder het gelach en goedbedoeld gevloek. En ineens hoor ik het. Zijn stem. Mijn adem stokt. Even staat mijn lichaam op pauze. Het gedruis begeeft zich naar de achtergrond en ademen lukt even niet meer. Dat kan toch niet..?
Verstijfd sta ik stil. Ik dacht echt dat ik hem hoorde, in mijn woonkamer. Mijn vader. De man van de klamme hand, waar ik het niet verwachtte. De afgelopen week heb ik toch veel gedacht aan het moment in de Hema. Het liet mij denken aan alles wat geweest is en wat niet meer zo zal zijn. Het verdriet en gemis van een vader maar de opluchting van de afwezigheid van diezelfde man. Het verleden spookte door mijn hoofd en het voelt alsof ik nu pas besef wat er allemaal is gebeurd. Waar het toe heeft geleid. Bang ben ik niet geweest, maar wel alert. Iets wat uiteindelijk ook weer is weggeëbt, maar toch even aan de oppervlakte is geweest. Al mijn zintuigen werden even op scherp gezet.
Natuurlijk stond mijn vader niet in de woonkamer, ergens wist ik dat ook wel, maar toen dacht ik zijn stem te horen. De stem die mij liet bevriezen. Een trigger die tot voorheen makkelijk voedsel was geweest voor een paniekaanval. Ik voelde de spanning door mijn lijf razen en uit een reflex sloot ik mijn ogen. Hier was ik op voorbereid, ik wist hoe ik met deze spanning om moest gaan.
1. Ademen
Dit klinkt wellicht ontzettend suf, maar het helpt mij om mij te concentreren op mijn ademhaling. Voor mij is dit het bewijs dat ik hier in het nu ben en dat ik leef. Het is oké, ik leef nog. Ik ben oké. Ik probeer via mijn buik te ademen, iets wat mij redelijk wat energie kost. Op deze manier lukt het mij op mijn adem wat te verleggen, mijn gedachtes af te leiden. Op deze manier ontspant mijn lichaam een beetje en lukt het mij om mijn verkrampte schouders iets losser te krijgen.
2. Ervaren wat je voelt
Iets wat voor mij altijd heel makkelijk klinkt, maar echt helpend is om dit echt aan te gaan. Terwijl ik diep in en uit adem, probeer ik te voelen wat voor signalen mijn lichaam mij geeft. Waar voel ik de spanning? Ben ik misselijk? Wat denk ik eigenlijk? Op dit soort momenten is het voor mij helpend om dit te erkennen. Als ik merk dat ik misselijk ben, spreek ik naar mijzelf uit ‘ik merk dat ik misselijk ben.’ Of ‘ik voel dat ik boos ben.’ Op deze manier erken ik wat ik voel en laat ik het gevoel er zijn zonder oordeel. Ik voel mij misselijk, dat is zo. Punt. Ik hoef er niks mee, ik hoef er niet wel iets mee. Het is aan mij hoe ik hier verder mee omga.
Mijn lichaam reageert zoals het reageert en ik heb in de hand hoe ik dit opvang. Soms is het voor mij helpend om te onderzoeken wat er in mij precies gebeurd en wat dit over mij of de situatie verteld. Wat zorgt er precies voor dat ik mij zo voel? Als het mij lukt om dit nuchter te onderzoeken, kan ik mij van dit gevoel distantiëren.
Een ander trucje dat mij helpt om meer afstand te nemen van mijn angsten en gevoelens is de ‘ik heb een gedachte‘ zin. Elke keer als ik voel dat ik bang ben, ik voel dat ik dwangmatig iets wil ondernemen, plak ik er ‘ik heb een gedachte voor.’ Dit helpt bij in situaties om mijzelf los te zien van mijn gedachtes, ik ben niet mijn gedachtes.
In het verleden vond ik het lastig om mijn gevoelens en gedachtes echt aan te gaan. Huilen was uit den boze, dat was een teken van zwakte. Dit is een overtuiging die ik ondertussen los heb gelaten. Ik denk dat huilen een hele gezonde manier kan zijn om spanning los te laten. Soms lucht het voor mij echt op om het even te laten gaan.
3. Wat wil ik?
Vaak lukt het mij even later pas om over dit deel na te denken. Ik vind het fijn om te kijken hoe ik in het vervolg zou reageren. Hoe zou ik willen reageren? Wat wil ik nu, op dit moment met mijn gevoel? Wat wil ik wellicht later met dit gevoel? Wil ik hier überhaupt iets mee?
Om op deze manier mijzelf de keuze te geven, maak ik het mijzelf makkelijker om te kiezen wat het juiste is voor mij op dat moment. Ik laat mijzelf inzien dat ik niet hoef te handelen zoals ik in het verleden heb gedaan. Dit is mijn leven, mijn lijf, mijn emotie en het is aan mij om te doen wat ik hiermee wil doen. Deze vrijheid zorgt ervoor dat ik vrij direct al wat meer rust in mijn lichaam ervaar.
Op dit moment lukte het mij om rustig te blijven. Ik wist en voelde dat er niks was om op dat moment bang voor te zijn. Ik wist dat mijn vriend in de kamer zat met wat anderen, ik wist het. Ik wist ook dat mijn vader hier met geen mogelijkheid kon zijn. Dit zorgde ervoor dat ik niet in de paniek-golf bleef hangen, maar kon inzien dat ik het kon laten gaan.
Ik merk dat op een moment als dit ik vaak extreem rustig kan blijven. Meestal sla ik dicht door de golf aan informatie en weet ik niet zo goed wat ik op zo’n moment het beste kan doen. Ik ben even niet meer aanwezig en mijn lichaam staat op stand-by. Vaak weet ik achteraf ook niet zo goed wat er nu echt allemaal is gebeurd. Deze oefenen helpen mij, en hebben mij ook geholpen, om iets meer in het hier en nu te blijven. Dit is niet iets wat mij altijd lukt, maar vaak is het voor mij wel helpend om stil te staan bij mijn gevoelens en wat ik hier zelf in kan betekenen.
Geef een reactie