Weinig dingen doen zo’n pijn als het voelen van spijt. Intense spijt kan me wakker houden en een knoop in mijn maag leggen. Het is de hele tijd aanwezig en ik kan er, natuurlijk, niets meer aan veranderen. Iets wat ik gezegd heb, of juist niet gezegd heb. Mijn haarkleur die ik heb verpest tijdens een vrije middag in de badkamer. De verpeste middagen, uitjes en hele vakanties waarin ik enkel bezig was met mijn eetstoornis. Spijt heeft altijd te maken met mijn eigen acties, iets wat alleen ikzelf anders had kunnen doen. Pijnlijk, confronterend en geen ontsnappen aan dus. Extra voeding voor een hoop oordelen en zelfhaat. Maar kunnen we spijt ook anders bekijken? Want te lang in die spijt in blijven hangen, daar gaan we geheid spijt van krijgen.
Nuttig
Fouten maken we allemaal. Groot en klein. Een onaardige opmerking, een miskoop, misschien zelfs die kleine tatoeage, maar ook een verkeerde studiekeuze. Het nut van spijt is dat we ons die fouten herinneren; dat kan ons helpen om die fouten dus niet nog een keer te maken. Het kan ons gedrag op een positieve manier beïnvloeden, omdat je jezelf op een bepaald vlak wilt verbeteren. Dat is handig als je ook daadwerkelijk een fout gemaakt hebt natuurlijk. Je kan het niet veranderen, iets wat het gevoel van spijt wel onuitstaanbaar kan maken, maar je kan er wel van leren. Spijt laat je inzien dat je iets in het vervolg anders zou willen doen.
Het kan goed zijn om te onthouden dat niemand leeft zonder spijt. Niemand is perfect, niemand maakt enkel goede keuzes, dus het is een illusie om te denken dat je hier onderuit gaat komen. Misschien is het alternatief om dan maar zo goed mogelijk met die spijt om te gaan. Om jezelf te vergeven, te rouwen om dat wat je mist of niet goed hebt gedaan, en de volgende keer alert te zijn als een soortgelijke situatie zich aandient. In die zin is het altijd een les. Een harde les weliswaar, maar wel een hele belangrijke. Anders had het ook niet zo veel indruk gemaakt. En ook dit gevoel gaat over, ook deze pijn wordt met de tijd minder.
Niets fout gedaan
Maar spijt betekent niet altijd dat je ook echt iets verkeerd hebt gedaan. Spijt krijgen we volgens mij ook als iets niet heeft uitgepakt zoals we zouden willen of zoals we hadden verwacht. Hebben we dan echt een fout gemaakt? Of probeer je soms ook gewoon de juiste keuze te maken met de kennis die je op dat moment hebt? Je probeert in heel veel gevallen te doen wat jou het beste lijkt. Als dat niet goed uitpakt, kun je spijt hebben van je keuze, maar had je dat ook niet kunnen voorkomen. Dat inzicht heb je pas nadat je de weg al bent ingeslagen. Die keuze had je dus eigenlijk nodig, om tot een nieuw – en misschien beter – inzicht te komen.
Spijt zorgt bij mij dikwijls voor het gevoel het niet goed gedaan te hebben. Ik was niet slim genoeg. Ik had beter moeten weten. Ik heb het verpest. Maar daarmee draai ik het niet terug en kom ik eigenlijk ook niet meer vooruit. In geen enkel geval ga je het verleden terug kunnen draaien, maar je diskwalificeert jezelf wel door er niet van te mogen leren. Ik had gewoon niet zo stom moeten zijn, voelt achteraf gezien ook niet als verantwoordelijkheid nemen. Ik voelde me hierdoor juist een slachtoffer van mijn eigen ‘stomme keuzes’ in plaats van dat ik mezelf in de positie stelde er iets mee te kunnen en mogen doen.
Spijt van herstel
Wat nou als ik spijt krijg van herstel? Ik snap als geen ander dat die eetstoornis niet alleen maar slecht voelt, hij is er tenslotte niet voor niets. De eetstoornis heeft een functie en heeft je – hoe tegenstrijdig ook – ook iets gebracht. Ontlading, een doel, verdoving, een identiteit. Het gaf je iets en daarmee kan het, zeker na een lange tijd, voelen alsof je iets hebt opgebouwd. Een eetstoornis is een vijand, maar kan ook voelen als een vriend. Je laat het niet zomaar los en je hebt ook niet altijd de garantie dat je je meteen beter voelt naarmate je gaat herstellen. Je hebt er niet meteen iets voor terug, terwijl je iets groots en belangrijks wilt loslaten. Dat is niet niks. Herstel is zwaar en kan een paar jaar duren.
Wat nou als ik dit het allemaal niet waard vind? Ik worstelde hiermee. Op het punt dat ik meer moest gaan eten, maar ook op het punt dat ik moest gaan stoppen met compenseren. Beide momenten voelde gevaarlijk en als ik er eenmaal aan zou beginnen, zou het onomkeerbaar zijn in mijn beleving. Mijn behandelaar zei toen: “Dan ga je toch gewoon weer terug naar hoe je het eerst deed? Als het je niet bevalt, doe je het toch weer zoals het nu jaren hebt gedaan. Dat ben je echt niet meteen verleerd hoor.”
Ik kan me niet herinneren dat ik hier een reactie op gegeven heb, want ik kon mijn oren niet geloven. Ik denk dat als je op die manier redeneert, als het voelt alsof je iets kostbaars weggooit, je niet alleen denkt vanuit de eetstoornis, maar ook vergeet dat je dit deed met een reden. Niet omdat het je zo veel heeft gebracht, want anders was je nooit op dit punt gekomen. Het heeft je wel iets gebracht, ongetwijfeld, maar niet genoeg om mee verder te kunnen. En dat zet denk ik pas de deur open naar herstel. Gek genoeg was ik nooit goed genoeg in mijn eetstoornis, maar op het punt van verandering was het ook allemaal zonde om weg te gooien. Daarin kwam naar voren hoe ziek het patroon van een eetstoornis is en hoe het je op die manier in z’n greep kan houden.
Er is een noodzaak om te veranderen. Spijt krijgen van herstel, of van de strijd die herstel met zich mee kan brengen, heeft denk ik niet te maken met het feit dat je een andere keuze had moeten maken. Het zegt denk ik vooral iets over de verwachting die je had bij herstel en dat dat – zeker in het begin – tegen kan vallen. Het werpt nieuwe, zware uitdagingen voor je voeten. Een eetstoornis kan behoorlijk romantisch voelen in het begin, maar datzelfde geldt voor herstel. Een hersteld leven is niet perfect en zeker niet foutloos. Ook niet zonder spijt. Het is eetstoornisvrij. Hoe zou je je voelen als je het nooit een kans hebt gegeven?
Spijt van de eetstoornis
Spijt van de weggooide jaren. Spijt van de tranen om simpele boterhammen. Spijt van de ruzies die ik gemaakt heb toen mensen mij wilden helpen. Spijt van alle gemiste kansen, waar ik door de eetstoornis geen ruimte voor had. Ik denk dat je dat proces kunt vergelijken met rouw. Rouwen om dingen die je gemist hebt, die je anders had willen doen, maar niet meer terugkrijgt.
Dit gevoel kan soms best benauwend, of zelfs verstikkend zijn. Bedenk goed dat je ook hierin probeerde te doen wat op dat moment het beste was. Je handelde, want je moest. Je zocht een uitweg om jezelf te helpen. Met de kennis en inzichten van nu, had je misschien gewild dat je een andere keuze had gemaakt. Maar is een eetstoornis ontwikkelen een kwestie van een keuze hebben? Heb je ooit het gevoel gehad een keuzemoment te hebben? Of gebeurde het gewoon? Bracht het je op dat moment wat je nodig had en verloor je gaandeweg langzaam de controle? Heb je spijt van wat het je niet gebracht heeft, maar wel heeft laten verliezen? Is het niet veel te streng om jezelf verantwoordelijk te houden voor het ontwikkelen van een psychische ziekte, terwijl je wel de verantwoordelijkheid hebt genomen om het anders te willen doen? Ik hoop dat het antwoord op deze vragen je kan helpen om wat milder naar jezelf te zijn. En om jezelf in staat te stellen vooruit te kijken en ervan te mogen leren.
Spijt kan alleen maar achteraf. ‘Achteraf’ betekent dat er dus ook iets achter je ligt. Misschien ben je er nog niet, maar je hebt ook niet stilgestaan. En met de kennis van toen heb je invloed op vandaag. Je mag het nu anders doen.
Geef een reactie