Zit jij in therapie, of ga je binnenkort beginnen met een behandeling? Dan ben je vast veel aan het nadenken over de stappen die je hebt gezet en nog gaat zetten. Therapie zet je niet alleen aan het denken, maar maakt ook veel los in je gevoel en zorgt ervoor dat je veranderingen gaat aanbrengen in je gedrag. Het proces van therapie kan zwaar zijn en pijnlijk, maar ook inzichtgevend en interessant.
Toen ik in therapie ging voor mijn eetstoornis wist ik niet wat mij overkwam. Ik had nog nooit bij een therapeut gelopen, dus ik werd overvallen door alles wat ik voelde. Angst, onzekerheid, ongemakkelijkheid, schaamte, schuldgevoelens. Moet ik hier nu drie kwartier een beetje over mijzelf gaan zitten praten? Wat zou die therapeut wel niet van me denken? Dat ik een aansteller ben? Of misschien vindt ze me wel saai! Of irritant. Of gestoord..
In het begin vond ik het heel lastig om mijn gedachten en gevoelens te delen. Ik ken jou helemaal niet. Waarom zou ik mijn hele ziel en zaligheid aan jou bloot stellen? Kan ik jou wel vertrouwen? Kun je mij wel helpen? Wat gaat er eigenlijk gebeuren als ik al deze dingen aan jou vertel? Wat gaat mij dat opleveren?
Later in het therapieproces werd ik vooral bang dat ze mij ging verlaten. Zit ik mij hier een beetje kwetsbaar op te stellen en dan laat je mij straks gewoon weer alleen. Ik ging haar zien als een soort moeder. Een moeder die voor mij kon zorgen, die mij bevestiging kon geven en bij wie ik veilig was. Ik had nog nooit van overdrachtsgevoelens gehoord, waardoor ik dacht dat ik misschien een beetje verliefd was op mijn therapeut.
Aan het einde van de therapie kwamen twijfels over of ik het wel alleen kon. Ben ik wel sterk genoeg? Kan ik het wel zonder haar? Ik behaalde elke week braaf mijn doelen omdat ik beter wilde worden, maar stiekem deed ik dat voor een groot deel om haar te pleasen. Om haar bevestiging en goedkeuring te krijgen. Als de therapie was afgelopen, voor wie moest ik het dan gaan doen? Voor mezelf? Kan ik dat wel? Wil ik dat wel? Wil ik wel op eigen benen staan? Volwassen worden? Verantwoordelijkheden dragen?
Er komt een hoop kijken bij een therapieproces. Er valt zoveel te overdenken en voelen in therapie. Niet alleen in relatie tot jezelf en je problemen. Maar ook in relatie tot je therapeut. Want wat is het toch een vreemde relatie: therapeut – patiënt. Je deelt zoveel met je therapeut, stelt je kwetsbaar op, vertelt je geheimen, je angsten, je verlangens, je pijnen. Zoals in een hele dierbare vriendschap. Maar toch anders, want in een vriendschap deelt de ander ook deze dingen met jou. In een vriendschap is er een balans.
In een therapeutische relatie blijft de therapeut, als het goed is, een betrokken, veilige en stabiele, maar objectieve ‘buitenstaander’. De therapeut is als een groot wit scherm, waar je je innerlijk op projecteert. Of als een spiegel, waar je jezelf in gereflecteerd krijgt. Heel interessant en leerzaam, maar ook best eng.
Ik heb gemerkt dat je in een therapieproces bepaalde fases doorgaat, bepaalde stappen zet. Zowel van binnen – met jezelf – als in het contact met je therapeut. Deze stappen zijn geen wet of staan niet vast, maar kunnen dienen als een soort houvast. Misschien lopen de fases door elkaar heen of doorloop je sommige fases meerdere keren. Maar ze kunnen een herkenning voor je zijn of een globaal beeld geven van wat therapie kan inhouden en brengen.
1 Vertrouwen opbouwen
Je begint met therapie. Je weet niet wat je te wachten staat. Je kent je therapeut niet en de therapeut kent jou niet. Dat is spannend en kan allerlei gevoelens oproepen: angst, paniek, weerstand, boosheid, onzekerheid, schaamte, wantrouwen. Dat is heel normaal. Vertrouwen hoeft er niet na één sessie te zijn. De een voelt zich vrij snel veilig en praat gemakkelijk over wat er in hem/haar omgaat. De ander heeft meer tijd nodig om zich over te geven aan de therapie, de therapeut en zijn/haar gevoel. Er is geen regel voor hoe snel dit moet. Geef jezelf de tijd om te wennen aan de situatie en aan je therapeut.
Soms gebeuren er dingen in de therapie die ervoor zorgen dat het vertrouwen (tijdelijk) geschaad wordt. Bijvoorbeeld omdat je je gekwetst voelt door iets wat de therapeut zei of deed. Dat hoeft niet te betekenen dat je dan stopt met de therapie. Net als dat een vriendschap soms even spaak loopt, kan een therapeutische relatie ook hobbels hebben. Er moet dan weer teruggegaan worden naar deze eerste fase. De vertrouwensband mag weer aandacht krijgen.
2 Wil ik wel?
Als je de vertrouwensdrempel van de therapie over bent, is er nog de vraag: ‘wil ik wel?’. Wil ik wel praten over wat ik voel, denk en doe? Wil ik wel beter worden? Wil ik wel veranderen? Wil ik wel volwassen worden? Wil ik mijn angsten wel aangaan? Wil ik wel in ‘de diepe krochten van mijn ziel’ afdalen en zien wat zich daar afspeelt? Als ik dit stuk van mijzelf loslaat, wie ben ik dan?
Als je eenmaal hebt besloten dat je wilt, als je eenmaal ‘ja’ hebt geantwoord op deze vragen, hoeft dat niet te betekenen dat je vervolgens fluitend over alle obstakels huppelt. Het kan zijn dat je, bij elk nieuw onderwerp of elke nieuwe uitdaging, jezelf weer afvraagt ‘wil ik?’. Maar hoe meer succeservaringen je hebt opgedaan in de therapie, hoe sneller je volmondig ‘ja’ kun zeggen op deze vraag.
3 In contact komen met je gevoel
Een van de engste dingen in therapie is het in contact komen met wat je voelt. Misschien ben je gewend om alles te rationaliseren of heb je jaren geleden al geleerd om al je gevoelens veilig op te bergen. Misschien heb je nooit geleerd om te luisteren naar je gevoel of is je altijd verteld dat gevoelens slecht of zwak zijn. Of wellicht ervaar je je gevoelens als bedreigend, gevaarlijk, overweldigend. Logisch dat je dan niet staat te springen om in de therapie een lekker potje te gaan zitten grienen.
Maar je gevoel is ook een heel waardevol hulpmiddel. Met je hoofd kun je van alles bedenken: je kunt verhaaltjes maken van hoe het zit en hoe het hoort. Maar wat is nu ‘waarheid’? Wat is nu ‘echt’? Je gevoel kan een belangrijke rol spelen in het ontdekken, accepteren en veranderen van problemen en blokkades.
4 Jezelf gaan accepteren
In therapie ga je aan de slag met je gedachtepatronen, je duikt in je gevoelswereld en onderzoekt wat voor invloed je ervaringen, gedachten en gevoelens hebben op je gedrag. Best een pittige onderneming. Waarschijnlijk kom je allerlei overtuigingen tegen met betrekking tot jezelf, je leven, andere mensen en de wereld. Ik ben waardeloos. Ik ben een mislukkeling. De wereld is een slechte plek. Ik kan het niet. Mensen doen je alleen maar pijn. Dat kan erg confronterend en pijnlijk zijn.
Deze overtuigingen uitdagen, ombuigen en veranderen, is een belangrijke stap in de therapie. Jezelf accepteren, los van je prestaties, je uiterlijk, je gewicht en de goedkeuring van anderen, is ontzettend moeilijk. Maar onthoud dat jezelf accepteren betekent niet, jezelf perfect vinden. Het houdt in dat je van jezelf leert houden, met al je imperfecties.
5 Experimenteren met nieuw gedrag
De meeste mensen komen in therapie omdat ze ergens tegenaan lopen. Problemen met gezondheid of slapen, obstakels in werk of relaties, nare ervaringen uit het verleden, angsten of zorgen rondom de toekomst. Wat de reden van de therapie ook is, vaak is het nodig om niet alleen gedachtepatronen te veranderen, maar ook je gedrag. Er is bijvoorbeeld gezonder leef,- of eetgedrag nodig of er moeten uitdagingen worden aangaan in vriendschappen, relaties, op school of werk.
Gedrag verandert niet van de ene op de andere dag. We zitten vol met gewoontes, patronen en overtuigingen: ‘Zo doe ik het nu eenmaal’. Daarbij wordt veel gedrag gestuurd of tegengehouden door angst. Gedrag verandert door te oefenen. Als je experimenteert met nieuw gedrag, door uitdagingen aan te gaan en nieuwe dingen te doen, kom je weer een stap verder in therapie. In het begin voelt het misschien onwennig, naar, beangstigend of zelfs vreselijk, maar hoe meer je oefent, hoe meer je went aan het nieuwe gedrag.
Mijn therapeut zei hierover: “Bedenk met je hoofd wat je wilt veranderen, doe dit vervolgens en je gevoel hobbelt er vanzelf wel achteraan. Vertrouw daar maar op.”
6 Vertrouwen op jezelf
Nu je meer inzicht hebt gekregen in jezelf, doelen hebt bereikt en je allerlei nieuwe vaardigheden hebt eigengemaakt, nadert het moment dat je het ‘alleen’ moet gaan doen. De therapie loopt tot een einde. Wat kan dat veel los maken. Ik kan het helemaal niet zonder therapie/mijn therapeut. Ik kan het niet alleen. Ik wil het niet alleen. Ik voel mij afgewezen. Ik zal falen. Het kan zijn dat de angst om afscheid te nemen van therapie zo groot is dat je ‘terugvalt’ in oude patronen of fases. Het is belangrijk dat je je angsten bespreekbaar maakt met je therapeut, zodat jullie samen kunnen kijken naar ‘bewijs dat je het wel kan’.
Ga maar vertrouwen op jezelf. Vertrouw er op dat je veel hebt geleerd, bent gegroeid en je hebt ontwikkeld. Je hoeft niet ‘af’ te zijn of nergens meer last van te hebben als je de therapie afrondt. Je bent nooit klaar met ontwikkelen en leren: dat mag je de rest van je leven blijven doen. En op eigen benen staan, betekent niet dat je alles helemaal alleen hoeft te doen. We hebben allemaal steun, hulp en liefde nodig.
7 Afscheid nemen
Het is zo ver. Je gaat afscheid nemen van je therapeut. Misschien heb je samen afgesproken hoe dit zal gaan, heb je het voorbereid door een cadeautje te kopen of een stukje tekst te schrijven of wellicht is het geen definitief afscheid, maar zullen er nog terugkomdagen volgen. Onderzoek, eventueel samen met je therapeut, wat voor jou belangrijk is bij het afscheid. Ben je iemand die afscheid nemen moeilijk vindt en dit het liefst uitstelt? Of misschien neem je nooit afscheid, rond je dingen niet af, omdat het te pijnlijk of moeilijk is. Misschien kijk je wel heel erg uit naar het afscheid en ervaar je het als een klein feestje.
Ga voor een afscheid dat past bij de ‘nieuwe jij’. De jij die je hebt ontdekt en ontwikkeld in therapie. Als je het moeilijk vindt om te vertellen wat je voelt bij het afscheid, schrijf dan van te voren op wat je wilt zeggen. Als je je dankbaarheid voor je therapeut wilt uiten door middel van een cadeautje, koop of maak dan iets wat voor jou de waarde van je therapieproces symboliseert. Als je gewoon gezellig wilt vieren dat het klaar is, eet dan samen een taartje. Het hoeft allemaal niet zo groots of zwaar te zijn: doe wat goed voelt en leg niet teveel druk op het afscheid door er allerlei definitieve conclusies aan vast te knopen.
Voor iedereen is therapie anders. We hebben allemaal onze eigen persoonlijkheid, genenpakketje, opvoeding, ervaringen, angsten, problemen, kwaliteiten, verlangens, wensen en dromen. We gaan allemaal onze eigen weg in het leven. Er is geen goed of fout. Er is beleven en ontwikkelen. Er is ervaren en groeien. Er is vallen en opstaan. Het leven is, net als therapie, een proces. Ga dit proces met geduld en liefde tegemoet, en dan komt het wel goed.
Wat voor stappen zet jij in therapie?
Geef een reactie