Toen ik een eetstoornis had, dacht ik de hele dag aan eten. Mijn hoofd was constant gevuld met gedachten over calorieën, maaltijden en gedachten over mijn gewicht. Zelfs in de tijd dat mijn studie en sociale leven op een laag pitje stonden, hield ik er niet veel vrije tijd op na. Het resultaat was dat ik bijna altijd moe was van de chaos in mijn hoofd. Het voelde alsof ik een gevangene was van mijn eigen gedachten.
Dolgraag wilde ik van mijn eetgedachten afkomen, maar hoe minder je probeert aan iets te denken, hoe moeilijker het wordt. “Waar denken andere mensen dan de hele dag aan?”, vroeg ik zelfs een keer aan mijn psycholoog. Ik kreeg het gewoonweg niet meer zelf bedacht. Voor lange tijd voelde het dan ook alsof ik geen controle had over de frequentie waarop ik aan eten dacht. Toch ben ik er langzaam vanaf gekomen en ik zou graag wat tips met jullie delen die mij hebben geholpen om weer wat ruimte in mijn hoofd terug te winnen.
♥ Creatief bezig zijn
Als het in mijn hoofd te druk werd met eetgerelateerde gedachten hielp het mij enorm om creatief aan de slag te gaan, bijvoorbeeld met de naaimachine. Ook tekenen en schilderen boden mij een fijne afleiding. Het gaat erom dat je bezig bent met je handen, waardoor je hoofd even iets anders heeft om op te focussen. Hou er wel rekening mee dat het gaat om het proces van het maken, en niet om het eindresultaat. Je hoeft bijvoorbeeld geen meesterwerk te creëren om plezier te kunnen halen uit schilderen.
Afhankelijk van hoe creatief je bent kan je ook proberen om je gevoelens rondom eten te uiten in een kunstwerk. Denk daarbij bijvoorbeeld aan boetseren of tekenen om je gevoelens vorm te geven, maar ook van je af schrijven is een vorm van creatief bezig zijn.
♥ Dieren
Toen ik nog thuis woonde vond ik het fijn om lekker op de bank te kruipen met mijn kat. Het werkte heel kalmerend om hem te aaien en op schoot te hebben liggen of met hem te spelen. Het hielp mij om terug te komen in de realiteit en mijn gedachten even op iets anders te kunnen richten. Als je zelf geen huisdier hebt kan het fijn zijn om eens een kinderboerderij te bezoeken of langs te gaan bij familie of vrienden met huisdieren. Dieren hebben een helende werking op mensen en zorgen dat je in beweging blijft.
♥ Natuur
Het is wetenschappelijk bewezen dat de natuur een positieve werking op je humeur kan hebben. Zelf merk ik erg goed dat wandelen en fietsen door de natuur me kalmeren. Als je gedachten over eten je te veel worden kan het daarom fijn zijn om het bos of een park in de buurt op te zoeken.
♥ Contact met andere mensen
Als de gedachten rondom eten je even teveel worden kan het helpend zijn om contact te zoeken met andere mensen, bijvoorbeeld met gezinsleden, huisgenoten of vrienden. Vaak is een klein kletspraatje al genoeg om even terug te keren naar de realiteit. Als er niemand in de buurt is voor een praatje, zou je iemand op kunnen bellen. Je hoeft dan echt niet gelijk te delen waar je mee zit, maar het mag natuurlijk wel, als je dat fijn vindt.
♥ Piekermomentje
Als je iemand bent die veel piekert, kan het fijn zijn om geregeld een piekermoment in te plannen, zodat je daarna je eetgedachten even los kan laten en tot jezelf kunt komen. Natuurlijk is niet alles gelijk helemaal helder en duidelijk in je hoofd na zo’n piekermoment, maar het kan je wel helpen om je gedachten wat beter te ordenen. Het is het proberen waard en oefening baart kunst.
De bovenstaande tips zijn bedoeld als hulpmiddel om je gedachten tijdelijk tot rust te laten komen. Permanent afkomen van ongewenste eetgedachten kost tijd, maar is niet onmogelijk. Bij mij werden de gedachten steeds minder aanwezig naarmate ik herstelde van mijn eetstoornis. Het constante denken aan eten en de chaos die dit in mijn hoofd veroorzaakte was een symptoom van de eetstoornis, dat langzaam verdween toen ik beter werd. Naarmate het me lukte om de restricties die mijn eetstoornis me had opgelegd los te laten, namen ook de gedachtes over eten langzaam af.
Toen ik aan het begin stond van mijn herstel hielp het mij enorm om een voedingslijst te volgen. Het eten aan de hand van een voedingslijst zorgde voor veel rust in mijn hoofd, doordat ik wist waar ik aan toe was. Ik hoefde niet meer zelf te bedenken waar mijn volgende maaltijd uit zou bestaan en dit hielp om de gedachte rondom eten te temperen.
Ik heb een lange tijd baat gehad bij de veilige houvast die mijn eetlijst me bood, maar het was niet genoeg om de eetgedachten in mijn hoofd voorgoed stil te krijgen. De grootste stappen heb ik gezet toen ik leerde om terug op gevoel te eten. Dit was echter een van de laatste fasen in mijn herstel, en ook een van de engste. Het is met piepkleine stapjes gegaan, maar het is me gelukt.
Nu ik op gevoel kan eten hoef ik niet meer constant te denken aan eten. Het is gewoonweg niet meer zo interessant om de hele dag met eten bezig te zijn. Dit komt doordat ik er nu vertrouwen in heb dat ik kan eten wat ik wil, wanneer ik maar wil, zonder dat dit spanning met zich meebrengt. Ik weet nu dat het oké is om een keer een zak chips leeg te snaaien, en dat het oké is als ik op een onverwacht moment trek krijg. Dit klinkt heel zorgeloos, en dat is het eigenlijk ook.
Als geen ander weet ik hoe vervelend en vermoeiend het kan zijn om het gevoel te hebben ‘vast te zitten in je hoofd’, maar mijn herstel heeft me geleerd dat dit gevoel echt over gaat naarmate je beter om leert gaan met eten, ik beloof het.
Liefs, Lotte
Geef een reactie