In de tijd dat ik een eetstoornis had, zag ik mijn lichaam in twee uitersten. Óf ik was dun, óf ik was dik. Ofwel; ik was goed of ik was fout. Daar tussenin leek weinig te zitten. Dat bleek wel uit mijn reactie wanneer de weegschaal een ietsjes hoger gewicht aangaf. Ik had een bepaald lichaamsbeeld in mijn hoofd waarvan ik dacht dat het goed was. Mijn omgeving zei dat dat niet realistisch was, laat staan nodig. “Jouw lichaam is gewoon zoals het is en jouw lichaam is hartstikke goed. Helemaal niet raar of lelijk.” Dat vond ik best lastig. Wat is nou eigenlijk een goed lichaam?
Wat is goed? Wanneer ben ik goed genoeg? Wanneer is mijn lichaam goed genoeg? Het was iets dat me ontzettend veel bezighield en ik had er zo mijn mening over. Ik wilde het perfecte lichaam en had duidelijk voor ogen hoe dat eruit moest zien. Namelijk dun. Geen hobbels, bobbels, putten of deuken. Niks dat meetrilde als ik bewoog. Dit dacht ik te kunnen behalen door zo min mogelijk vet te hebben. In die tijd was een gespierd lichaam nog niet zo’n hype, maar anders was heel gespierd waarschijnlijk ook wel oké geweest. Ja, dat was in mijn ogen het perfecte lichaam en dat wilde ik hebben, want dan zou ik goed genoeg zijn. Herkenbaar?
Waarom is je lichaam zo belangrijk?
Ik stelde mezelf deze vragen: Waarom is je lichaam zo belangrijk? Waarom ben je pas goed genoeg als je lichaam in jouw ogen goed genoeg is? Ik kon het wel vertellen. Namelijk omdat ik dacht dat ik op alle andere vlakken tekort schoot. Dit was iets waarvan ik dacht dat ik het onder controle kon hebben. Een eetstoornis gaat niet slechts over eten en ‘er mooi uit willen zien’. Het gaat over veel meer dan dat, maar voor mij was dit wel een onderdeel van mijn eetstoornis. Niet omdat ik nou zo ijdel was, maar omdat ik geloofde dat dit mij een bepaalde waarde zou geven. Dat ik anders niet goed genoeg zou zijn en dat mensen me af zouden wijzen. Het was van levensbelang dat ik niet lelijk zou zijn, want anders zou er niks van me terecht komen. Anders zou ik een waardeloos mens zijn.
Of het realistisch was is een tweede, maar deze overtuiging had zich in mij geworteld en was niet zomaar weg te snoeien. De overtuiging had langzaam maar zeker terrein gewonnen en kracht gekregen. De complimentjes wanneer ik afviel, de plagerige opmerkingen als ik eens teveel at, de dikke kinderen die op school gepest werden en de dunne supersterren op tv. Het klinkt een beetje plat misschien, maar het droeg er wel aan bij. Dit in combinatie met het idee dat ik dom, lomp en saai was, maakte het noodzakelijk om aan het ideale lichaamsbeeld in ieder geval wél te voldoen. Dit alles in combinatie met de gevoeligheid voor eetstoornissen in mijn DNA, pro-ana sites op m’n laptop en een paar subtiele, maar rake triggers vormde een giftige cocktail genaamd ‘eetstoornis’.
Onrealistisch lichaamsbeeld
Vanaf dat punt was het best lastig om nog te zien wat goed of fout was. Nog altijd vind ik het heel gek om foto’s van mezelf terug te zien. Wow, zag ik er zo uit? Ik kan echt niet meer begrijpen dat ik mezelf toen dik en lelijk vond. Dat is toch een hele leuke meid daar op die foto! Dat is het inderdaad, maar wanneer je een eetstoornis hebt, zie je dat niet meer. Het is belangrijk om erbij stil te staan dat een eetstoornis een psychische stoornis is. Niet gewoon een minderwaardigheidscomplex of gebrek aan discipline. Bij die psychische stoornis komt vaak ook een onrealistisch lichaamsbeeld kijken. Je kan jezelf niet zien zoals je bent. In deze blog kan je hier meer over lezen.
Los van hóe het precies werkt, is het in ieder geval belangrijk om te weten dát het zo werkt. Wanneer jij worstelt met een eetstoornis is de kans groot dat jij je lichaam niet ziet zoals het werkelijk is. Ik weet hoe moeilijk het is om dit te geloven en dat het lastig is om hier houvast aan te kunnen vinden. Wat wel goed kan werken is om aan anderen mensen te vragen hoe zij het zien. Dit vond ik niet altijd makkelijk om te geloven, maar toch mag je je omgeving hierop vertrouwen en hiermee oefenen. De volgende keer dat jij je te dik of te lelijk voelt, kan je misschien eens aan een ander vragen of die dat ook zo ziet. Dit mag best een gesprekje worden waarin je jouw twijfels en gevoelens kwijt kan. Voor mij is dit heel helpend geweest van tijd tot tijd. Niet dat het dan ineens opgelost is, maar al die ervaringen zijn wel bouwsteentjes naar een positiever en realistischer lichaamsbeeld.
Daarbij komt ook dat hoe minder van de eetstoornis over blijft, hoe realistischer je naar jezelf gaat kijken. Dat is ook iets waar je op mag vertrouwen en wat je de tijd mag gunnen. Het is een vooruitzicht dat nu misschien nog ongrijpbaar is, maar wel iets om steun uit te kunnen halen. Zo had ik bijvoorbeeld nooit gedacht dat ik oké zou zijn met het gewicht dat ik nu weeg. Ik weeg meer dan ik ooit woog toen ik een eetstoornis had, maar ik voel me zo ontzettend veel beter. Dit is echt een soort van ‘vanzelf’ gekomen met het herstel van mijn eetstoornis. In de blog ‘Staat je mooi, die paar extra kilo‘ schrijf ik er wat meer over. Ik hoop dat mijn ervaring hoop en steun kan bieden.
Wat zegt je BMI?
BMI staat voor Body Mass Index. Deze index meet de verhouding tussen de lengte en gewicht. Je kan je BMI hier uitrekenen. Een gezond BMI ligt ergens tussen de 18,5 en 25. Zoals je ziet, is dat een behoorlijke marge. Als we het over lichamelijke gezondheid hebben, is alles daartussen eigenlijk goed. Heb je een gezond BMI en voel je je toch te dik? Dan heeft het waarschijnlijk niets met je gewicht te maken, maar eerder met je zelfbeeld. Nu weet je waar je aan kan werken. Heb je wel overgewicht of ondergewicht, dan is het voor je lichaam goed om daar iets aan te doen (op een gezonde manier!). Onder- of overgewicht brengt namelijk gezondheidsrisico’s met zich mee. Wat het niet met zich meebrengt, is een gebrek aan waarde. Onder- of overgewicht maakt jou niet een minder goed of minder waardevol mens. Het is niet zo dat je pas met een gezond gewicht meetelt of mag genieten van het leven. Het is niet zo dat je het waard moet zijn om goed voor jezelf te zorgen. Nee, het is precies andersom. Zorg goed voor jezelf omdat je het waard bent, in alle gevallen.
Een positiever lichaamsbeeld
Het is en blijft lastig als je een eetstoornis hebt. Een negatief lichaamsbeeld is ook niet voor niets één van de symptomen. Ook mensen zonder eetstoornis hebben er weleens last van. Alleen zal de reactie op die ervaring waarschijnlijk minder heftig zijn. Ik voel me ook nu niet altijd helemaal top, maar dan weet ik dat het m’n dag even niet is. Ik voel niet de noodzaak om zo snel mogelijk zo veel mogelijk af te vallen. Het waait wel weer over en straks voel ik me weer oké. Toen ik een eetstoornis had, vond ik dit best ingewikkeld. Meteen maakte ik allerlei plannen om niet te eten, waardoor ik mijn lichaam tekort deed of van al die druk juist een eetbui kreeg. Of ik durfde geen sociale situaties aan te gaan. Of ik liet heel mijn dag erdoor in de soep lopen. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Best heftige gevolgen dus en al met al een hoop verwijten naar mezelf. Dat hielp niet echt om me beter te voelen. De volgende dingen hielpen en helpen me wél bij een negatief lichaamsbeeld:
♥ Kleding aantrekken waarin ik me fijn voel. Zo ben ik even niet meer met m’n lichaam bezig, maar kan ik tóch met een goed gevoel een ruimte binnenstappen en eventueel een complimentje ontvangen over die leuke blouse.
♥ Verzorging zoals haren kammen, tanden poetsen en douchen. Het lijken simpele dingen, maar als je dit allemaal doet voel je je waarschijnlijk al een stuk frisser. Bovendien is het een stukje zelfzorg op zowel fysiek als mentaal gebied. Als jij jezelf waardeloos voelt, is dat júist een reden om voor jezelf te zorgen. Want zo geef je jezelf ook een waarde. Denk aan een plant; als je die niet verzorgt, wordt hij alleen maar zieliger. Maar als je er wél voor zorgt, kan hij helemaal tot bloei komen. Gun jezelf ook die tijd, liefde en aandacht. Juist als je het gevoel hebt dat het er even niet inzit op dat moment. Stop het erin!
♥ Om me heen kijken. Hoewel vergelijken met anderen heel negatief kan werken, kon het voor mij ook heel positief werken. Let goed op als je om je heen kijkt. Kijk je heel specifiek naar de dingen die jij niet hebt, of kijk je ook verder dan dat? Zoek je bevestiging in je negatieve gedachten of zoek je bevestiging dat het ook anders kan en mag? Een voorbeeld is dat ik op het strand om me heen kan kijken naar alle mensen in bikini. Dan zie ik dat helemaal niet iedereen een super strak lijf heeft, maar dat ik dat helemaal niet lelijk of een probleem vind. Kijk naar mensen die je leuk vindt, maar die niet voldoen aan jouw perfecte lichamelijke plaatje. Dat zijn er best een hoop, zoals je misschien wel opmerkt.
♥ Wat is goed voor mij? Stel jij jezelf die vraag wel eens? Als je #fitgirl intikt, vind je een shitload aan plaatjes van mega gespierde, dunne vrouwen. Het kán dus wel, dus waarom lukt het jou dan niet? Wees je ervan bewust dat je op social media nooit het hele plaatje zal zien. Dat foto’s bewerkt kunnen zijn, dat lichtval en een bepaalde hoek een enorm verschil maken, dat zelfs bodybuilders maar een kort moment helemaal droog en gespierd zijn. Natuurlijk kan je er naartoe werken, maar wat kost het je? Een leven lang een eetstoornis? Al je tijd en aandacht? Al het plezier dat je ook ergens anders mee kon maken? En wat brengt het je? Uiteindelijk maakt het niet echt gelukkig. Zeker niet als het ten koste van alles gaat. En heel eerlijk: als je gewoon op straat kijkt, hoeveel strak afgetrainde mensen zie je dan rondlopen? Het is geen gemiddelde. Geen maatstaaf. Niet nodig.
♥ Niet op de weegschaal gaan staan, of liever nog: de weegschaal wegdoen. Het lijkt een vorm van controle, maar het triggerde mijn eetstoornis juist heel erg. Hierdoor gingen mijn gedachten met me aan de haal en verloor ik de controle alleen maar meer. Een momentopname op de weegschaal zegt niet zo veel. Pas als je ongeveer één keer per week een aantal weken achter elkaar op de weegschaal staat, kan je zeggen of je gewicht omhoog of omlaag is gegaan. Tussendoor kan je gewicht namelijk schommelen. Dit heeft te maken met je hormoonhuishouding, vochtgehalte en maag- en darminhoud. Laat je dus niet gek maken door dat getal op de weegschaal en vermijd dit apparaat als je niet zo lekker in je vel zit. De kans dat je je alleen maar negatiever gaat voelen,omdat het getal toch nooit goed genoeg is, is veel te groot.
♥ Afleiding zoeken. Iets gaan doen dat niets te maken heeft met hoe jouw lichaam eruit ziet. Dat werkt als fijne afleiding op het moment, maar ook op de langere termijn is het zinvol. Het laat zien dat er veel meer in het leven is dan het lichaam dat je hebt.
Dus het antwoord op de vraag wat een goed lichaam is? Daar is geen antwoord op, want elk lichaam is goed. Wat wel belangrijk is om aan jezelf te vragen is of je het leven dat je leidt goed vindt. Of je je goed voelt. Of je jezelf goed behandelt. Dát is pas belangrijk.
Wat helpt jou bij een positiever lichaamsbeeld?
Geef een reactie