“Het is weer mijn fout, ik doe echt altijd alles verkeerd!” Mensen moeten me echt niet meervragen wat te doen, want ik faal gewoon heel hard in alles. Altijd, alles, nooit, alweer, typisch mij… dit zijn woordjes die je vaak zal gebruiken wanneer er iets anders loopt dan je zou willen en wanneer je perfectionistisch ingesteld bent.
We denken de hele dag door, vaak zonder het zelf echt te merken. Onze gedachten die we bij ons meedragen zijn dan ook vaak net als automatische commentatoren in ons hoofd die vaak hun eigen wil lijken te hebben. Vaak genoeg komen er immers automatische gedachten ons hoofd binnen gedrongen en meestal zijn deze commentatoren kritisch en negatief waardoor je in een cirkel kan belanden van zelfverwijt. Door deze automatische opmerkingen in je hoofd zal je ook vaak onbewust meteen gaan reageren of je gaan afreageren door te roepen, kwaad te worden op jezelf, te gaan overeten/niet-eten, je verstoppen of dus met andere woorden: jezelf helemaal naar beneden halen.
Ook ik word/werd hier vaak mee geconfronteerd waardoor ik steeds dieper in deze ‘ik faal steeds’ spiraal terecht kwam. Ik werd er op gewezen dat deze gedachten niet klopten of maar deels waar waren. Ik vond het eerst vrij moeilijk toe te geven dat ik deze ‘fouten’ maakte want naar mijn gevoel waren deze allemaal juist. Deze automatische gedachten noemt men ‘denkfouten’ en zijn vaak te vinden in het dagelijkse leven. Ze worden vooral gemaakt door personen die niet zo lekker zitten in hun vel zitten of personen die erg kritisch zijn over zichzelf.
Ikzelf ben dankbaar dat ik deze denkfouten heb leren kennen, omdat je je er steeds van bewust moet kunnen zijn dat als je niet zo goed in je vel zit je toch al snel bepaalde redeneringen gaat maken die eigenlijk helemaal niet kloppen met de realiteit en dus compleet overroepen zijn. Het is heel erg belangrijk om de denkfouten een halt toe te roepen en dus vanuit een groter perspectief te durven kijken naar jezelf en naar je gedachten.
Door bewust te worden van deze denkfouten kun je jezelf beter en ook objectiever gaan beoordelen. Ik besef nu dat als ik te ver mee ga in deze denkfout, ik al snel zal vastzitten of piekeren over gedachten die niet steeds waar zijn. Om deze een halt te kunnen toe roepen moet je ze voor jezelf snel kunnen herkennen en ook erkennen dat je weer een denkfout maakt. Hieronder zie je enkele denkfouten die aanwezig kunnen zijn.
Veel gemaakte denkfouten:
♥ Gedachten lezen
Je neemt aan dat je weet wat mensen denken zonder dat je daar voldoende bewijs voor hebt: hij vindt me een sukkel.
♥ Toekomst voorspellen
Je doet negatieve voorspellingen voor de toekomst door te denken dat het alleen maar erger wordt of dat er gevaar dreigt: ik zak vast voor het examen of Ik krijg die baan toch niet.
♥ Rampdenken
Je gelooft dat wat er gebeurd is of zal gebeuren, zo vreselijk en ondraaglijk is dat je er niet tegen kunt: het is een ramp als ik zak.
♥ Etiketten plakken
Je kent jezelf en anderen algemene, negatieve eigenschappen toe: ik ben onaantrekkelijk of hij is een naar mens.
♥ Het positieve onderwaarderen
Je verkondigt dat de positieve dingen die jij of anderen doen niets voorstellen: zo zijn vrouwen nu eenmaal, dus het stelt niets voor als ze aardig tegen me doet, of dat ging wel goed, maar het was gemakkelijk dus het telt niet.
♥ Negatief filteren
Je richt je vrijwel alleen op negatieve dingen en positieve dingen vallen je zelden op: kijk eens hoeveel mensen me niet mogen.
♥ Veralgemeniseren
Je ziet een algemeen negatief patroon op basis van een enkel voorval: dat overkomt me nu altijd. Er lukt me ook nooit iets.
♥ Alles-of-nietsdenken
Je ziet gebeurtenissen of mensen erg zwart-wit: niemand vindt me aardig of het was complete tijdverspilling.
♥ Moeten
Je gaat uit van hoe de dingen zouden moeten gaan, in plaats van je te richten op wat er in werkelijkheid gebeurt: ik moet het goed doen, want anders ben ik een mislukkeling.
♥ Alles op jezelf betrekken
Je legt een onevenredig deel van de schuld voor negatieve gebeurtenissen bij jezelf en je ziet niet dat bepaalde gebeurtenissen ook door anderen zijn veroorzaakt: het is mijn schuld dat mijn huwelijk is stukgelopen.
♥ Anderen de schuld geven
Je beschouwt anderen als de oorzaak van jouw negatieve gevoelens en weigert verantwoordelijkheid te nemen voor jezelf: het is haar schuld dat ik me nu zo voel of mijn ouders hebben al mijn problemen veroorzaakt.
♥ Oneerlijke vergelijkingen trekken
Je hanteert onrealistische normen. Je kijkt bijvoorbeeld voornamelijk naar mensen die het beter doen dan jij en vindt jezelf daardoor minder waard: zij heeft meer succes dan ik of anderen hebben het examen beter gemaakt dan ik.
♥ Terugblikken
Je bijt je vast in het idee dat je het in het verleden beter had kunnen doen, in plaats van te kijken naar wat je nu beter kunt doen: als ik beter mijn best had gedaan, had ik nu een betere baan of dat had ik niet moeten zeggen.
♥ Zekerheid eisen
Je blijft maar doorgaan met je ‘stel-dat-vragen’ en bent nooit tevreden met het antwoord dat je krijgt: ja, maar stel dat ik zenuwachtig word of stel dat ik kortademig word.
♥ Emotioneel redeneren
Je gebruikt je gevoelens als bewijs voor de werkelijkheid: ik voel me depressief, dus het komt niet goed met mijn huwelijk.
♥ Negatieve gedachten niet kunnen loslaten
Je verwerpt ieder bewijs of argument dat negatieve gedachten tegenspreekt. Wanneer je bijvoorbeeld denkt: niemand houdt van mij, doe je ieder bewijs dat er wel mensen zijn die je mogen af als irrelevant. Daardoor kun je je negatieve gedachte nooit loslaten: dat is niet waar het echt om gaat. Er liggen andere problemen achter. Er spelen nog andere factoren mee.
♥ Oordelen
Je evalueert jezelf, anderen en gebeurtenissen voortdurend in termen van goed/slecht of beter/minder in plaats van ze gewoon te omschrijven, accepteren of begrijpen. Je meet jezelf en anderen voortdurend af aan onduidelijke normen en vindt dat jij en anderen daar niet aan voldoen. Je let daarbij voortdurend op het oordeel van anderen en op je eigen oordeel over jezelf: ik was niet een van de besten tijdens mijn studie of ik ga maar niet op tennis, want ik word toch geen topper of kijk eens wat zij allemaal presteert; ik presteer niets.
Fouten in je denken opsporen
Probeer een soort dagboek bij te houden en schrijf hierin de gedachten op die in je opkomen. Probeer stil te staan bij het maken van deze denkfouten. Op deze manier kun je de cirkel stopzetten en eens objectiever naar je gedachten gaan kijken. Stel een paar vragen waarbij je de gedachtes noteert. Maakte je denkfouten? Welke? Maak je bepaalde fouten vaker dan andere? Hoe sta je er nu tegenover?
Welke denkfouten maak jij?
Geef een reactie