Toen ik in het diepst van mijn eetstoornis zat, voelde ik me compleet overgenomen en was ik mijzelf bijna volledig kwijt. In mijn gedachten kon ik geen onderscheid maken tussen wat ik zelf wilde en wat de eetstoornis wilde. Ik leed aan een soort tunnelvisie waarin alles draaide om eten en afvallen. Tijdens mijn herstel ben ik er achter gekomen dat er wel een duidelijk onderscheid aanwezig was. De eetstoornis wilde alleen maar minder: minder eten, minder leven, minder mij. Het was aan mij om daar tegenin te gaan door meer te gaan eten, meer te durven leven en letterlijk en figuurlijk meer ruimte in te gaan nemen in deze wereld. De ‘echte ik’ ging schuil onder een façade van leugens, getallen en paniek om evergreens, maar ik vond haar langzaam maar zeker terug op het moment dat ik het gevecht met de eetstoornis aanging en begon te herstellen.
Ik dacht dat ik haar had teruggevonden totdat ik een aantal jaren geleden werd gediagnosticeerd met een Borderline Persoonlijkheidsstoornis. Met deze stoornis blijkt het een stuk ingewikkelder om te bepalen welke gedachten en welke karaktereigenschappen bij mij horen en welke bij de stoornis. ‘‘Ik ben niet mijn diagnose’’ vind ik een krachtige en mooie uitspraak van mensen die aan een psychische stoornis lijden, omdat ze daarmee eigenlijk zeggen ‘‘kijk naar mij, zie mij; de persoon achter de diagnose’’. Voor mij is het eveneens een confronterende uitspraak, omdat mijn diagnose zodanig verworven zit in mijn persoonlijkheid dat ik niet meer weet wie ik ben en wie er achter de diagnose schuilgaat. De identiteit die ik dacht te hebben teruggevonden is door de borderline op losse schroeven komen te staan. De moeilijkheid zit hem al in de naam: een ‘‘persoonlijkheidsstoornis’’ is een stoornis die zich nestelt in de kern van wie je bent en hoe je met situaties omgaat. Hierdoor is het ontzettend ingewikkeld om erachter te komen wie je bent en al helemaal wanneer je jong bent en in een fase van je leven zit waarin je dat sowieso nog moet ontdekken.
Voor mensen zonder persoonlijkheidsstoornis is het moeilijk te begrijpen hoeveel impact de stoornis op iemands leven kan hebben en daarmee ook hoeveel energie het kan kosten om er mee om te gaan. Ik mis regelmatig colleges, omdat ik mezelf tot diep in de nacht wakker houd, piekerend tot paniekaanvallen en suïcidaliteit aan toe in een poging de logica in te zien van wie ik ben en wat ik met mijn leven aan moet. Voor sommigen zal dit wellicht ontzettend overdreven en melodramatisch klinken. De meeste mensen hebben een soort basislijn van wie ze zijn; ze kennen zichzelf goed genoeg om te kunnen anticiperen hoe ze reageren op bepaalde situaties en hoe ze omgaan met hun emoties.
Stel je voor dat deze basis er niet is. Stel je voor dat je gehele bestaan afhankelijk lijkt te zijn van de mensen met wie je bent – wat jij denkt dat ze van jou verwachten – en de extreem wisselende stemmingen waarin je die dag verkeert. Stel je daarbij ook voor dat verlatingsangst het hoofdmotief is voor al jouw acties: je bindt je krampachtig aan de mensen om je heen uit angst dat er alleen maar leegte is op het moment dat je alleen bent met jezelf. Momenten waarop het contact met iemand minder is of je wordt even genegeerd, hoe kleinzerig dit voor de ander ook zal lijken, stapelen zich in jouw hoofd op en maken je enorm angstig.
Angst, maar ook andere emoties, voelen alsof iemand de volumeknop op honderd heeft gezet en de speakers kapot dreigen te scheuren terwijl de mensen om je heen koptelefoons dragen en je met scheve hoofden aankijken: ‘‘Waar doet ze zo moeilijk over?’’ Gevoelens kunnen soms zo overweldigend zijn dat ze je verlammen en je niets van je planning meer gedaan krijgt. Je kunt je ook extreem vrolijk en opgewekt voelen, maar wanneer de dag daarna je stemming weer omslaat is het dal des te dieper. Concentreren is bijna onmogelijk wanneer je gedachten worden geterroriseerd door angsten, onbeantwoordbare vraagstukken en onzekerheden. En tot slot de depressiviteit die hierbij op de loer ligt, omdat in bed liggen veiliger voelt dan naar buiten gaan en in alles wat je doet geconfronteerd te worden met de ziekte in je hoofd.
Ik kan nu reflecteren op mijn leven tot nu toe en zien dat ik altijd al iemand ben geweest die heel hechte relaties aangaat met mensen en waar ook heel mooie vriendschappen uit voort zijn gekomen. Als kind voelde ik emoties ook al heviger dan de meeste andere kinderen waardoor ik enerzijds enorm boos kon worden, maar kort daarna ook weer ontzettend kon genieten van de blije momenten. Zijn dit dan dingen die in mijn karakter zitten of vertoonde ik toen al symptomen van persoonlijkheidsproblematiek? Dit soort vragen houden me veel bezig, omdat het al mijn herinneringen en alles wat ik dacht over mezelf te weten in een ander daglicht stelt.
Je kunt je afvragen in hoeverre het helpend is om jezelf met deze vragen in een existentiële crisis te storten. Het zijn namelijk heel ingewikkelde vragen waarvoor niemand een passend antwoord op is aangezien je persoonlijkheid zich blijft ontwikkelen gedurende je leven. Toch denk ik dat het belangrijk is om hierover na te denken wanneer je bijvoorbeeld besluit hulp te zoeken of al hulp hebt voor een persoonlijkheidsstoornis. Praat over dit soort vragen met je hulpverlener en probeer samen duidelijk te krijgen wat het doel is van de behandeling. Juist omdat het een stoornis is die zo ontzettend sterk verbonden is met je karakter is het belangrijk om te bepalen wat haalbaar is om te veranderen aan je gedachtepatronen en gedrag.
Er zijn veel misvattingen en aannames omtrent mensen die lijden aan een persoonlijkheidsstoornis en ik merk om me heen dat er weinig mensen zijn die daadwerkelijk weten wat het inhoudt. Depressies, angststoornissen en eetstoornissen worden in verhouding veel meer besproken in de media. Persoonlijkheidsproblematiek lijkt een onderwerp waar mensen van terugdeinzen. Eetstoornissen zijn nu eenmaal bruikbaarder materiaal om schokkende televisieprogramma’s en items over te maken; iets dat gelukkig steeds vaker benoemd en bekritiseerd wordt. Of deze representaties helpend zijn laat ik dus even in het midden, maar er wordt in elk geval over gesproken. Ik denk dat dit is, omdat iedereen zich er in zekere zin wel een voorstelling bij kan maken of er op een bepaald moment zelf of in de nabije omgeving in aanraking mee is gekomen. Toch lijdt 9,1% van de Amerikaanse bevolking aan een persoonlijkheidsstoornis. Ter vergelijking: 8,7% lijdt aan een eetstoornis. De verschillen zijn dus helemaal niet zo groot en persoonlijkheidsstoornissen komen vaker voor dan je denkt. Waarom wordt er dan zo weinig over gesproken?
Films en series representeren deze stoornissen vaak op een manier waarop het idee wordt gewekt dat mensen die eraan lijden ontoerekeningsvatbaar of zelfs agressief zijn. Echter geldt dit voor een overgroot deel van deze mensen niet en is dit beeld totaal niet representatief voor iedereen die lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis. Zolang we bang blijven om erover te praten, zal de schaamte en de angst voor reacties van anderen vanuit de mensen die een persoonlijkheidsstoornis hebben ook blijven. Zolang we bang blijven om erover te praten, zullen we nooit weten hoe we deze mensen kunnen helpen en ondersteunen. Zolang we terugdeinzen van onderwerpen zoals zelfbeschadiging, suïcidaliteit en stemmingswisselingen, zullen de mensen die hier mee worstelen zich alleen en onbegrepen blijven voelen.
Een luisterend oor en een onbevooroordeelde mindset kan letterlijk levens redden. Probeer je eigen angsten opzij te zetten en vraag er gewoon naar. Wees eerlijk en geduldig; je hoeft niet op eieren te lopen als je met elkaar afspreekt waar jullie grenzen liggen. Uit mijn eigen ervaring kan ik zeggen dat ik het alleen maar fijn vind wanneer ik merk dat ik niet meteen voor aansteller word uitgemaakt, maar iemand moeite doet om te begrijpen hoe ik me voel. Ik verwacht daarbij echt niet dat de ander het volledig begrijpt of weet hoe hij of zij mij kan helpen. Iemand bij wie ik terecht kan, waarbij ik kan zeggen wat ik voel en hoe verwarrend het soms allemaal is, is vaak al genoeg.
Ik hoop oprecht dat ik met deze blog voor sommigen wat herkenning heb kunnen bieden en voor anderen wat inzichten in het leven van iemand met een persoonlijkheidsstoornis. Het is dan wel een strijd in je hoofd, maar dat betekent niet dat je hoofd ook het slagveld moet zijn waarin alle onuitgesproken gedachtes elkaar genadeloos te lijf gaan. Laat schaamte, angst en foutieve representaties je niet het zwijgen opleggen, maar spreek je uit en weet dat dit een strijd is die je niet alleen hoeft te voeren.
Geef een reactie