Een eetstoornis is complex. Soms juist in al haar simpelheid. Maaltijden lang heb ik gevochten, gehuild. En niemand aan tafel begreep waarom ik mijn bord niet leeg wilde eten. Zo moeilijk was het toch niet..? De zin ‘het gaat niet over eten‘ heb je op Proud2Bme al meermaals kunnen lezen. En met een reden. Want een eetstoornis gaat niet over eten. Het gaat over thema’s die soms te heftig zijn om het licht te kunnen verdragen. Woorden die niet uitgesproken kunnen worden. Alleen weggegeten kunnen worden. Of verdragen kunnen worden door de pijn van een hongerklop.
Nadat ik mijn diagnose kreeg, liep ik tegen een dilemma aan. Ik wilde graag openheid geven in mijn eetstoornis en mentale gezondheid, maar iets hield me tegen. In de blog ‘Dit doen mensen met een eetstoornis toch’ schreef ik hier meer over. Ik had het idee dat iedereen met een eetstoornis mager was. Dat klinkt wellicht heel oppervlakkig, maar dat is ook het beeld dat de media creëert over eetstoornissen. Ergens vind ik het vreselijk dat ik zelf ook zo dacht, maar een eetstoornis grijpt alles aan om maar sterker te worden. Mijn eetstoornis werd hierdoor een wedstrijd. Het moest nog ‘beter’, nog ‘zieker’. Juist omdat ik het idee had dat ik niet serieus genomen werd met een ‘gezond’ BMI. Dat een gewicht puur een symptoom van mijn eetstoornis was, zag ik op dat moment niet. Ik refereerde naar mijn gewicht als noodzakelijk.
Door meerdere opmerkingen vanuit mijn omgeving begon ik me te gedragen zoals zij verwachtten dat ik me zou gedragen. Hoe iemand met anorexia zich zou gedragen. Maar zo simpel ligt het niet. Niet iedereen met anorexia gedraagt zich hetzelfde. Niet iedereen met een eetstoornis telt calorieën of eet te veel of te weinig. Ik strafte mezelf door niet te eten. Ik at wel snoep. Dat is iets wat niet iedereen op dat moment kon rijmen met anorexia.
Tijdens mijn eetstoornis had ik verschillende ‘fases’ van gedragingen. Een daarvan bedroeg mijn snoepgedrag. Daar schreef ik deze en deze blog al over. Dit had meerdere redenen. Aan de ene kant wilde ik mezelf ‘belonen.’ Ik hield me strikt aan de regels van mijn eetstoornis. Dat was pittig. Ik vond dat ik mezelf dan wel mocht verwennen met wat lekkers. Uiteindelijk zorgde dit er juist voor dat het vasten wat ik al deed, compenseren werd. Zodat ik mocht snoepen. Daarnaast was snoep voor mij ook een manier om controle te houden op mijn eten. Ik vond het overzichtelijker dan een hele maaltijd. Het is dan ook wel eens voorgekomen dat ik ergens anders niet at omdat het teveel angst opriep, maar ik later wel snoep at. Puur omdat dit voor mij veel veiliger voelde. Wat dit ook in stand hield, was het niet durven eten in het bijzijn van anderen. Ik was bang dat dat niet paste bij ‘mijn eetstoornis.’ Mensen met anorexia eten niet. Punt. Door mee te gaan met deze vooroordelen hield ik ze echter alleen maar zelf in stand.
Een eetstoornis is complex en iedere eetstoornis heeft een andere voedingsbodem. Voor mij waren dit meerdere trauma’s en karaktereigenschappen die samen zorgden voor een destructieve, kritische stem die later als eetstoornis gediagnosticeerd werden. In deze blog beschreef ik al wat voor mij één van de functies van mijn eetstoornis was. Ik gebruikte mijn eetstoornis als wapen. Ik wilde niet meer voelen. Ik wilde niet ouder worden. Met alles wat ik in me had, probeerde ik dit proces te vertragen en op een manier hielp mijn eetstoornis mij hierbij. Dacht ik althans. Op een manier was dit ook zo, maar eigenlijk ging ik vooral mijn problemen uit de weg. Mijn eetstoornis werd een copingsmechanisme. En dat is iets wat veel eetstoornissen (deels) kunnen zijn; een manier om met een situatie om te gaan, maar ook de drang naar controle. Ik ontwikkelde mijn eetstoornis toen ik het gevoel had dat mijn leven uit elkaar viel. Mijn opa’s en oma’s gingen dood, evenals mijn neef en beste vriend. Mijn ouders lagen in een scheiding en ik wist niet meer waar ik het geluk zoeken moest. Of beter gezegd: de wil om te leven. Ik trok het niet meer. Mijn eetstoornis hielp mij destijds om mijn leven op te pakken op een manier die voor mij wel haalbaar was. Een manier waar ik zelf geen kwaad in zag, maar die levens-verwoestend bleek.
Misschien dat mensen met anorexia zich herkennen in dit verhaal. Misschien dat mensen met boulimia dit herkennen. Misschien dat mensen met NAO dit herkennen. En misschien ook niet. En dat is denk ik ook het hele punt. Iemand met anorexia kan soms meer overlap hebben met iemand met een andere diagnose, en dat is niet gek. Het is niet raar of vreemd. Het is prima. Je hoeft niet te voldoen aan bepaalde regels, je hoeft het jezelf niet moeilijker te maken om gehoord te worden. Ook al weet ik dat dit soms maar al te verleidelijk kan zijn. Ik hoop dat deze blog jou in laat zien dat jij er mag zijn zoals je bent. Dat jou eetstoornis ‘goed genoeg’ is. Je hoeft niet zieker, dunner, dikker, beter. Er is geen beter. Alleen in beter worden.
Geef een reactie