Toen ik problemen met eten had, durfde ik eigenlijk niet naar de huisarts. Ik was ergens bang dat de huisarts mij niet serieus zou nemen – maar eigenlijk was ik nog veel banger dat ze me wel serieus zou nemen en mijn ouders zou bellen. Toen ik op internet wat informeerde hoorde ik verschillende verhalen. Sommige mensen zeiden dat de huisarts altijd zwijgplicht heeft en dat ik daarom met een gerust hart heen zou kunnen gaan. Volgens sommige mensen was dit niet het geval, omdat ik nog minderjarig was. Ook hoorde ik verhalen dat je leeftijd überhaupt niet uit zou maken en dat de huisarts altijd dingen door mocht vertellen aan mijn ouders, als mijn situatie maar erg genoeg was. Ik snapte er helemaal niks van.
Op internet werd ik ook niet veel wijzer van de wetboeken. De gebruikte woorden waren vaak lastig en als ik dan, na 3 uur in mijn Van Dale bladeren, eindelijk wist wat de woorden betekenden snapte ik nog de context van de zinnen niet. In mijn huidige opleiding leer ik veel over gezondheidsrecht. Soms zou ik willen dat ik dit allemaal eerder had geweten. Misschien was ik dan eerder naar de huisarts gestapt, of had ik geen toestemming gegeven voor bepaalde zaken. Blijkbaar ben ik niet de enige die moeite had met al deze regels. In de chats krijg ik vaak vragen hoe het nu precies zit met die zwijgplicht, voor wie dat geldt, hoe het zit als je minderjarig bent, enzovoort. In deze blog probeer ik daar antwoord op te geven. Let op: dit zijn de regels in Nederland. In België gelden wellicht andere regels.
Voor wie geldt zwijgplicht?
Er zijn een aantal beroepen waarbij mensen informatie te horen, te zien of te lezen krijgen die vertrouwelijk is. Hierbij kun je denken aan postbodes, leraren, vertrouwenspersonen, notarissen, advocaten, maatschappelijk werkers. Zij mogen deze informatie niet doorspelen aan derden, dat wil zeggen dat zij hierover niets mogen vertellen aan mensen die hier niet mee te maken hebben, maar ook niet aan je ouders of vriendinnen. Dit staat beschreven in artikel 272 van het wetboek van strafrecht. Houdt iemand zich niet aan dit beroepsgeheim, dan kan hij, als jij hem aanklaagt, een geldboete krijgen of een gevangenisstraf van hooguit één jaar.
Daarnaast zijn er een aantal andere beroepen waarbij mensen ook in vertrouwen dingen te horen krijgen, zoals verpleegkundigen, artsen, GZ-psychologen, tandartsen en apothekers. Voor deze mensen geldt ook het beroepsgeheim dat in artikel 272 van het wetboek van strafrecht gaat, maar is hun beroepsgeheim daarnaast ook nog geregeld in de wet BIG en WGBO. In de rest van deze blog zal ik het over deze wetten hebben. De rest van de blog geldt dus ook alleen voor het beroepsgeheim van verpleegkundigen, artsen, GZ-psychologen, tandartsen en apothekers.
Wat is zwijgplicht?
Het beroepsgeheim dat een hulpverlener in de gezondheidszorg heeft, houdt in dat hij niets over jou mag vertellen aan anderen. Daarnaast mag hij ook geen dingen aan anderen laten lezen: hij mag niet je dossier aan iemand anders laten lezen.
Het beroepsgeheim geldt in principe ook wanneer een hulpverlener voor de rechtbank wordt geroepen. Dit heet het verschoningsrecht. Wanneer een arts bezoek krijgt van een patiënt die bijvoorbeeld vertelt dat hij iemand heeft vermoord, mag de arts dit niet verder vertellen aan de politie en moet hij zich in de rechtbank ‘beroepen op zijn verschoningsrecht‘.
Uitzonderingen
Er zijn een aantal uitzonderingen waarin een hulpverlener wél jouw informatie door mag geven aan anderen. Ten eerste mag een hulpverlener informatie doorgeven aan andere hulpverleners die ook betrokken zijn bij jouw behandeling. Ook aan iemand die jouw hulpverlener vervangt, bijvoorbeeld wanneer je huisarts op vakantie is, mag informatie doorgegeven worden. En, – logisch maar toch – als jij toestemming geeft mogen er ook dingen aan anderen doorverteld worden. Je kunt bijvoorbeeld toestemming geven om je werkgever in te lichten. Dit hoeft dus helemaal niet en mag zeker niet zonder jouw toestemming!
Soms kan het zo zijn dat jij niet (volledig) zelf over dingen mag beslissen. Dit kan het geval zijn als je nog minderjarig bent, of wanneer je (gedeeltelijk) wilsonbekwaam bent verklaard. In dit geval mag de arts informatie doorgeven aan je vertegenwoordiger. Vaak zijn dit, als je minderjarig bent, je ouders of voogd. Voor minderjarigen gelden verschillende regels bij verschillende leeftijden. Als je jonger bent dan 12, moeten jouw ouders toestemming geven voor een behandeling. Gedacht wordt dat kinderen niet altijd even goed over hun eigen gezondheid kunnen beslissen. Een jongetje van 6 zal waarschijnlijk geen operatie willen, omdat dit pijn zal doen. Toch kan zo’n operatie wel hard nodig zijn. Daarom beslissen de ouders bij kinderen jonger dan 12. Dit betekent dat informatie over jou, ook altijd doorgegeven mag worden naar jouw ouder(s) of voogd.
Als je tussen de 12 en 16 jaar bent, wordt de situatie wat moeilijker. De arts bepaalt in dit geval of jij wilsbekwaam bent. Dit betekent dat de arts kijkt of jij ‘in staat bent tot een redelijke waardering van jouw belangen ter zake’. Dat is een hele mond vol! Het betekent dat je de informatie die de arts jou geeft, goed moet kunnen begrijpen. Je moet goed in kunnen schatten hoe belangrijk is en een goede keuze kunnen maken wat je er mee doet. Voorbeeldje: je komt bij de dokter omdat je je schouder hebt gebroken. Jij gaat morgen op kamp en hebt eigenlijk niet zo’n zin om dan de hele tijd met zo’n mitella te lopen… Je dokter vertelt je dat het gevaarlijk kan zijn omdat de breuk dan niet goed kan genezen. Door geen mitella te dragen maak je het misschien alleen maar erger… De meeste wilsbekwame mensen zullen in deze situatie bedenken dat ze hun schouder nog wel even nodig hebben en dat dat belangrijker is dan het kamp, hoe jammer het ook is dat ze die mitella zullen moeten dragen. Wanneer de hulpverlener vindt dat je wilsbekwaam bent, mag jij meebeslissen over je behandeling. Maar jouw ouders moeten ook toestemming geven. Dat betekent bijvoorbeeld dat je niet zomaar terecht kunt bij een psycholoog: je ouders moeten hiervoor ook toestemming geven. Hierop zijn ook weer twee uitzonderingen: wanneer je ouders steeds geen toestemming willen geven, mag de huisarts je bijvoorbeeld wel doorverwijzen naar een psycholoog. Je ouders moeten dan dus wel op de hoogte zijn. De andere uitzondering is dat de behandeling nodig is om ernstig nadeel voor jou te voorkomen. Hiervoor hoeven je ouders niet perse op de hoogte zijn.
Een voorbeeld kan hier bijvoorbeeld zijn dat je als 14jarige een SOA hebt en dit niet tegen je ouders wil vertellen. De behandeling is dan wel nodig om te voorkomen dat jij ernstig ziek wordt. Toen ik 15 was, durfde ik niet naar de huisarts omdat ik bang zou zijn dat de huisarts tegen mijn ouders zou vertellen dat ik een eetstoornis had. De huisarts zou dat niet mogen vertellen, omdat zij vond dat ik wilsbekwaam was. Ik kon eigenlijk dus prima naar de dokter zonder dat mijn ouders er achter hoefden te komen. Als ik een doorverwijzing naar een psycholoog zou willen zou het moeilijker worden. Dit zou wel kunnen, maar dan moesten mijn ouders er dus van weten. Hoe het zit met die tweede uitzonderingssituatie, namelijk ‘ernstig nadeel voorkomen’, is een beetje vaag. Hoe kan de huisarts weten hoe groot het nadeel is als jij niet naar een psycholoog gaat? Op grond van de wet zou het misschien in sommige situaties kunnen – maar in wélke situaties is niet echt duidelijk. Bovendien kun je je natuurlijk ook afvragen of je wel in het geheim naar een psycholoog kunt als je daardoor bijvoorbeeld later thuis komt uit school.
16- en 17-jarigen: Wat betreft de meeste dingen heb je in de gezondheidszorg dezelfde rechten als volwassenen. Dit betekent dat jouw ouders geen toestemming hoeven geven voor een behandeling en dat er, zonder jouw toestemming, ook niets aan hen verteld mag worden. Fun fact: jij mag beslissen welke behandeling jij wil en je ouders hebben hier niets over te zeggen. Toch moeten zij volgens de wet wel betalen ☺
Het woord ‘wilsbekwaam‘ is al een aantal keren genoemd. Wanneer een arts bepaalt dat jij niet wilsbekwaam bent, mag hij dingen delen met je vertegenwoordiger. Bij minderjarigen zijn dit dus de ouders of voogd. Als je meerderjarig bent is dit in principe een curator of mentor. Heb je deze niet, dan is dit je schriftelijk gemachtigde. Dat wil zeggen dat je, toen je wilsbekwaam was, iemands naam op papier hebt gezet met de wens dat deze jou zou vertegenwoordigen. Heb je dit ook niet gedaan, dan is dit je partner. Heb je deze niet, dan wordt het een ouder, kind, broer of zus. Je hulpverlener mag dan alleen aan deze persoon informatie geven over jou. Je vertegenwoordiger heeft deze informatie nodig om een goede keuze te kunnen maken over jouw behandeling.
Er zijn nog een aantal andere situaties waarin een arts zijn beroepsgeheim mag doorbreken. Dit is bijvoorbeeld wanneer de wet dit bepaalt: bij sommige infectieziekten moet melding gemaakt worden bij de GGD, om te voorkomen dat veel mensen ziek worden. Ook als iemand overleden is moet de arts dit melden, of wanneer iemand een ziekte heeft gekregen door zijn werk (bijv. gehoorbeschadiging door luide machines).
Een laatste situatie is het ‘conflict van plichten‘. Dit is iets lastigs. Het is misschien het makkelijkst duidelijk te maken met een aantal voorbeelden: wanneer een vrouw HIV heeft en dit niet tegen haar man wil vertellen, komt de huisarts in een lastige situatie. Hij kan er dan voor kiezen om het zijn patiënt wel te vertellen, omdat deze man anders ook besmet kan worden met de ziekte. Een ander voorbeeld is wanneer de arts weet dat zijn patiënt plannen heeft om iemand te vermoorden of letsel aan te brengen. Het leven van iemand is dan in gevaar. Dit lijkt een beetje in strijd met het verschoningsrecht. Het verschil is alleen dat, als iemand een moord gepleegd heeft, er niet altijd een risico is dat hij dit nogmaals zal doen. Is dit risico er wel – dan mag de hulpverlener zijn zwijgplicht doorbreken voor de veiligheid van anderen. Een voorbeeld hiervan kan ook kindermishandeling zijn. Hier gelden dan weer aparte regels voor.
Zoals je ziet zijn er heel wat regels over het beroepsgeheim. Wanneer je tussen de 12 en 16 bent, zijn de regels het lastigst. Ook is het soms niet helemaal duidelijk of iemand wilsonbekwaam of wilsbekwaam is en maakt dit het ook niet makkelijker als het gaat om wie de informatie nu wel en niet mag krijgen. Belangrijkst om te onthouden is dat, wanneer je ouder bent dan 12 én wilsbekwaam bent, je hulpverleners in ieder geval zwijgplicht hebben, zeker wanneer jij dit nog even duidelijk benoemt.
Let op: deze tekst is geschreven in 2015 met behulp van wetten die toen golden en een rechtenboek uit 2013. Het kan zo zijn dat er in de loop van de tijd wetswijzigingen worden uitgevoerd. Lees je dit later en heb je vragen over de actuele situatie, dan kun je terecht bij je huisarts of een rechtswinkel.
Al eerder schreven wij een blog over jouw rechten als cliënt.
Bronnen: wetten.overheid.nl D.P. Engberts, Leerboek gezondheidsrecht
Geef een reactie