Ik was vroeger nooit met mijn gewicht bezig en heb nooit de wens gehad af te vallen of dunner te willen zijn. Een eetstoornis gaat niet altijd over dunner willen zijn en het begint er ook niet altijd mee. Over eten nadenken hielp me achteraf gezien om maar niet over andere dingen na te hoeven denken en ik zocht de controle die ik kwijt was in mijn eten.
Een heel fijn leventje had (heb) ik altijd gehad. Wel zijn mijn ouders gescheiden toen ik nog jong was, een klassieke ‘vecht’ scheiding die nog steeds veel inpakt op ons heeft. Ik heb een broer en een zusje en dat dit invloed heeft op je als persoon kunnen we alle drie goed verbergen, maar makkelijk is/was het niet. Na mijn mbo ben ik een jaar naar Australie gegaan. Een geweldig jaar maar hier gebeurde ook iets waar ik totaal geen controle over had en waardoor mijn vertrouwen helemaal weg was. Wat de emmer blijkbaar heeft doen overlopen en heeft gemaakt dat ik de controle, veiligheid en afleiding van gedachtes in mijn eten ben gaan zoeken.. Onbewust en nooit met het idee om slanker te worden.
Toen ik er zelf achterkwam dat het de hele dag bezig zijn met (niet) eten, het tellen van calorieën, het wegen van eten zodat ik precies wist hoeveel ik binnen kreeg, het zo weinig mogelijk eten maar ook het moeten bewegen, bij mij een obsessie was geworden en ik dit niet meer kon stoppen wist ik het niet meer. Wat moest ik doen? Wat gebeurde er met me? Waarom deed ik dit?
Ik heb contact gezocht met een vrouw die ooit had verteld dat ze vroeger anorexia had gehad omdat ze op hoog niveau had gedanst en nooit dun genoeg was. Ik heb haar op facebook een berichtje gestuurd en gezegd dat ik een vriendin wilde helpen maar niet wist wat ik moest doen. Alsof ze het doorhad stuurde ze me een lief berichtje terug. Ik moest het met iemand delen zei ze. Ik schrok me dood, ik wist zelf niet eens waar ik mee bezig was en wilde dit helemaal niet.
Ik was gestopt met school, ik vertelde iedereen dat ik liever een andere studie wilde doen. Maar eigenlijk ik trok het gewoon niet meer, ik had geen energie meer en het sociale leven, een wijntje, hapje eten, lunch, drankje in de stad.. dat kon ik ook niet meer.
Ik woonde op mezelf dus mezelf verstoppen ging me prima af. Naar de buitenwereld deed ik alsof ik het prima naar m’n zin had. Wilde iemand iets afspreken? Dan had ik altijd iets anders te doen. Maar in de werkelijkheid zat ik thuis, in een dikke trui, voor de tv. Ik heb me nog nooit zo eenzaam gevoeld. Elke keer als de dikke trui uitging, schrok ik me dood. M’n lichaam was niet meer die van mij. Ik was eng dun, kon m’n botten tellen en walgde van mezelf.
Mijn eetstoornis begon dan ook niet met het idee dat ik dunner wilde zijn. Ik gebruikte het de hele dag met eten bezig zijn om maar niet te hoeven denken aan andere dingen. Ik was voor die tijd juist tevreden met m’n lichaam. Tuurlijk, ik had dingetjes die wel anders mochten, ik heb bijvoorbeeld een hele blanke huid en love handles, waar ik dan ook prima over kon klagen hoor, maar echt last had ik er niet van. Ik deed ook nog wel is modellen werk, waar ik wel is een mini maatje kreeg die ik niet paste, maar dan gaf ik heb gewoon terug met de vraag of die er ook 3 maten groter was. Ik was me totaal niet bewust van m’n gewicht of hier mee bezig.
Eerste kerstdag 2013 vierden we bij familie. M’n tante schrok zich dood toen ze me zag en sprak dit uit. Dit was een teken om echt hulp te zoeken. Ik heb op een avond m’n moeder uitgenodigd en het haar verteld. Ze had al die tijd niets gezien, als bescherming van zichzelf denkt ze, ze wilde het niet zien. We zijn eerst naar de huisarts gegaan, die met adviezen kwam als: Drink een pak chocomelk per dag. Wow, hij snapte me dus totaal niet. Ik barstte in huilen uit en werd enorm kwaad. Dit was toch geen hulp?
Ook therapie kon me eerst niet helpen. Ik snapte niets van mezelf en wilde gewoon weer de oude ik zijn! Waarom kon niemand me helpen? En waarom kon ik dit niet gewoon weer de oude zijn? Mijn moeder kwam met de hulpinstelling, waar ik gesprekken heb gehad. Al snel werd er anorexia en PTSS vastgesteld en werd er hulp geboden. Hulp die ik eerst niet aannam. Ik kon dit toch zeker wel zelf? Ik kon toch gewoon weer gaan eten?!
Maar nee.. eten, levensbehoefte nummer 1, lukte mij niet meer. Na een aantal gesprekken kon ik naar de pre-groep. Een groep waar je een keer per week een hele dag heen ging om te onderzoeken wat je nou eigenlijk wil, wat je eetstoornis eigenlijk inhoudt en wat je nodig denkt te hebben. Dit was heel vrij en niets was verplicht. Ik vond het fijn om mensen om me heen te hebben die me eindelijk wel snapten of het zelfde meemaakten. Hulpverleners die me ook snapten en die me hulp boden op het niveau waarop ik dat toen nodig had.
Na de pre-groep werd er een opname in de kliniek geadviseerd, of een 5 daagse therapie. Maar dit wilde ik niet. Ik had dit niet nodig, vond ik, ik kon dit zelf. Ik heb toen toch intake gesprekken gehad bij de afdeling van de kliniek en kon heel snel al starten. Maar er stond ook een vakantie met mijn moeder gepland, die ik toen veel belangrijker vond. Zo liet ik de kliniek aan me voorbij gaan en ging ik op vakantie. Ik heb toen nog veel gesprekken gehad en wilde het liefst naar de 3-daagse therapie. Een groep waar je alleen mocht beginnen als je bmi X had behaald. Prima, dat kon ik.
Maar wat een moeilijke tijd is dat geweest, zowel voor mij als voor mijn familie. M’n familie die me altijd is blijven steunen en rustig en lief bleven als ik weer is door het lint ging, moe was of het niet meer zag zitten. Zonder mijn moeder had ik het bijvoorbeeld echt nooit gered. Ze is er altijd voor me en heeft me altijd, elke dag gesteund op het niveau dat ik dat nodig had. Ik had het gevoel dat ze me snapte, ook al snapten we er beide vaak niets van. Maar ook m’n lieve broer, geweldige zusje, tante, echte vriendinnen en mensen dicht om me heen wil ik bedanken.
En toen ben ik er voor gaan vechten. In de 3-daagse behandeling was het nog een hele klus. In 8 weken moest je bmi 20 behalen. Ik kreeg een eetplan met 4 ‘aanvullingen’, wat heel moeilijk en zwaar was. Maar door de hulp van de behandelaren, de groep waar in ik zat, thuis en mijn doorzettingsvermogen is het me gelukt. Maar toen ik het gewicht had behaald werd het eigenlijk nog moeilijker. Op zoek naar je eigen eetpatroon.. maar hoe dan?! Alles was namelijk wel nog steeds te veel of ‘eng’. Na de 20 weken therapie kreeg ik nog ambulante hulp aangeboden van de kliniek en van een psycholoog. Ik was voor m’n gevoel weer terug bij af. Maar dit kon ik ook snel relativeren. Dat is namelijk niet waar, ik weet nu namelijk waarom en wanneer de eetstoornis er in kan sluipen, hoe ik er tegen moet vechten en dat ik dat kan. Dat heb ik al wel bewezen!
Ik heb nu ambulant nog steeds om de week gesprekken met als doel terug naar gezond gewicht, dit behouden en op zoek gaan naar een eetplan waar ik stabiel op blijf. Want m’n gewicht dat maakt me niet uit en heeft me nooit uitgemaakt. Ik vond het juist vreselijk zo dun te zijn. Daarom snapte ik al helemaal niets van mijn eetstoornis, want ik wilde helemaal niet dun zijn! Als ik maar gelukkig ben en het controle over eten maar wat meer (of helemaal) kan loslaten dan maakt m’n lichaam me niet uit. Mensen moeten me maar accepteren hoe ik ben, en m’n lichaam is daar maar een ‘huisje’ van.
En ik ben er nog niet vanaf, maar ik blijf vechten en vertrouwen houden. En ik hoop dat iedereen met een eetstoornis dat blijft doen! Want er valt tegen te vechten. Laat je eetstoornis stem niet meer winnen, maar kies voor jezelf. In het begin zal dit heel moeilijk zijn en zal je eetstoornis terug vechten. maar geloof me, het wordt minder.. hoe sterker JIJ wordt hoe minder kracht je eetstoornis krijgt. Want jij en je eetstoornis, zijn twee verschillende dingen in een ‘huisje’.
Mij helpt het nu om mijn gedachtes op een wolkje te zetten.. klinkt stom, maar het helpt om tegen mezelf te zeggen: ik heb de gedachte dat.. ‘ik dit niet mag eten’. En hup, op een wolkje die gedachte, weg ermee! Wat me ook helpt is het juist opzoeken van sociale contacten, genieten van en met anderen en ook het praten over m’n moeites in plaats van het voor mezelf houden. En me verheugen op het bijvoorbeeld straks weer naar school gaan, maar ook het genieten van nu!
Laatst zei een vriendinnetje tegen mij: ‘Life isn’t about waiting for the storm to pass, it’s about learning how to dance in de rain…’
Geef een reactie