Uit een recent onderzoek van de Universiteit van Amsterdam blijkt dat aanraking mensen met een laag zelfbeeld kan helpen. Existentiële angsten worden verminderd door aanraking waardoor depressiviteit en angstenklachten afnemen. De resultaten van dit onderzoek werden gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Psychological Science.
Mensen met een laag zelfbeeld kampen met allerlei existentiële angsten waaronder een angst voor de dood. Aanraking door familie, vrienden en zelfs een knuffelbeer kan deze angst echter verminderen.
Dit alles werd in een reeks studies onderzocht. In één van die studies loopt een onderzoeker over het universiteitsterrein om deelnemers aan het onderzoek een vragenlijst te overhandigen. Bij sommige van de deelnemers raakt ze kort en vriendelijk de schouder aan. Met behulp van de vragenlijst komen de onderzoekers erachter wie veel zelfvertrouwen heeft en wie een laag zelfbeeld heeft. In de vragenlijst staan ook vragen over angst voor de dood. De mensen met een laag zelfbeeld die aangeraakt zijn bleken minder doodsangst te hebben dan degenen die niet aangeraakt werden.
In een andere vragenlijst werd veelvuldig of helemaal niet gesproken over angst voor de dood. Hierna werd aan mensen met een laag zelfbeeld gevraagd wat volgens hen de waarde was van een bepaalde teddybeer die zij moesten vasthouden. De mensen die de vragenlijst hadden gekregen met daarin veelvuldig iets over doodsangst hadden gemiddeld 23 euro voor de beer over, in tegenstelling tot de andere mensen die er slechts 13 euro voor over hadden.
“Onzekere mensen vinden het soms moeilijk om de zin van het leven in te zien en zelfs heel kortstondige aanrakingen kunnen hen daarbij helpen. Persoonlijk contact is zo krachtig. Zelfs het knuffelen van een teddybeer kan doodsangsten doen verminderen”, aldus psychologisch wetenschapper en hoofdonderzoeker Sander Koole.
bron: psychologicalscience.org
Aanraking en de behandeling van eetstoornissen
Als we deze resultaten naast de huidige reguliere behandeling van eetstoornissen leggen, dan is deze wellicht ‘afstandelijk’ te noemen. De vraag is echter of aanraking onderdeel zou moeten uitmaken van therapie of dat de cliënt dit zelf meer binnen zijn of haar eigen leven moet leren opzoeken en toelaten.
Hoe denk jij hierover?
Geef een reactie