Mijn vader zei vaak tegen mij dat dingen soms gebeuren op een manier die je niet leuk vindt. Hij vertelde dat je daar soms niets aan kon doen en dat je dat dan maar moest accepteren. Boosheid en verdriet waren volgens hem emoties die niet helpend waren en het accepteren van bepaalde zaken zou dan ook maken dat je niet meer verdrietig en boos zou zijn. Hoewel ik wist dat zijn woorden goed bedoeld waren, kon ik er vrij weinig mee. Als iets mij raakt, kan ik dat toch niet zomaar accepteren en de boosheid of het verdriet dat daarmee gepaard gaat, wegmaken?
Ik vond accepteren maar een naar woord. Wanneer andere mensen het over ‘accepteren’ hadden, had ik meestal het idee dat zij daarmee bedoelden dat ik mij niet boos, verdrietig, gekwetst of machteloos mocht voelen. Alsof ik het maar moest negeren. Dat was juist wat ik al jaren had gedaan en wat na al die tijd nog steeds niet echt zinvol bleek.
Ik kan me ergens wel vinden in de uitspraak dat nare emoties niet nuttig zijn. Anderzijds lees ik wel eens uitspraken dat verdriet nodig is om blij te zijn en denk dan dat daar zeker wat voor te zeggen valt. Ik merk echter ook dat boosheid, ontevredenheid, machteloosheid, teleurstelling en verdriet soms heel veel energie slurpen en zie er dan niet perse het nut van in. Ik vraag me echter vooral af of het nodig is om zulke emoties als nuttig of niet-nuttig te bestempelen, of dat niet enkel nog meer energie kost. Soms ben ik nu eenmaal boos of verdrietig. Soms voel ik me nu eenmaal rot. Zinvol of niet, dat gevoel is er. In een aantal ongelukkige jaren waarin ik een depressie en een eetstoornis heb gehad heb ik van alles geprobeerd om die emoties weg te maken, alles zonder succes. Ik kon blijkbaar niet iets accepteren, maar ik wou het wel. Nog steeds wilde ik immers wel van dat nare gevoel af!
Ik bedacht me later dat accepteren voor mij niet gaat om het oké vinden van een situatie zonder daarbij enige emoties te hebben. Accepteren betekent voor mij juist om de nare emoties op de koop toe te nemen, ik kan ze immers niet wegmaken. Je kunt (om in zweverige metaforen te spreken) krampachtig blijven trekken aan een touw om van die rotgevoelens af te komen, maar kunt die strijd tegen je eigen emoties ook stoppen, het touw loslaten, en naast je emoties gaan staan. Toen ik eens op een feestje was, voelde ik mij erg ongemakkelijk omdat ik het idee had niet helemaal aan de dresscode te voldoen. Bovendien waren er allemaal slimme, bijzondere mensen die studeerden aan de kunstacademie, in een bandje speelden en veel kennis hadden over filosofie, psychologie en ‘het leven’.
Ik voelde me in mijn saaie, simpele kleding en studie richting de gezondheidszorg erg ongemakkelijk, dom, oninteressant en alleen. Ik probeerde van dit gevoel af te komen door hard te lachen om grapjes, veel te praten en aangedikte verhalen te vertellen over de overweging die ik vroeger heb gemaakt om ook naar de kunstacademie te gaan. Ik ging me hierdoor even iets beter voelen, maar toen ik ‘s avonds thuis kwam had ik spijt dat ik weer niet mezelf had kunnen zijn. In deze situatie zou het accepteren van die ongemakkelijkheid van pas zijn gekomen. Die situatie was vervelend – maar mocht ook vervelend zijn. Tegenwoordig lukt het me beter om te accepteren dat ik bepaalde nare emoties heb, maar makkelijk vond ik dat niet, zeker niet aan het begin. Hoe doe je dat überhaupt, accepteren?
In eerste instantie zou ik hierop antwoorden dat er niet iets is dat je actief kunt doen om ‘iets te accepteren’, dat het gewoon gebeurt. Ik denk dat dit ook deels klopt: acceptatie kun je niet afdwingen, niet bij een ander, maar ook niet bij jezelf. Wel zijn er wat dingen die mij een beetje hebben geholpen om die acceptatie dichterbij te brengen.
♥ Allereerst hielp het mij om bewust te worden van mijn gedachten in bepaalde situaties waarin ik mij niet fijn voelde. Ik merkte dat ik in deze situaties vaak een soort relativerende, positieve gedachten had als ‘het komt wel goed joh!’ of ‘iedereen maakt wel eens iets mee als dit, het is niet zo erg.’ Niet echt helpend, want problemen kunnen niet opgelost worden door te doen alsof ze niet bestaan. Deze gedachten probeerde ik op te merken door een stemmingsdagboekje bij te houden waarin ik op vaste momenten, bijv. zo’n 3 keer per dag, beschreef hoe ik mij voelde, wat ik op dat moment deed of daarvoor had gedaan, en welke gedachten er door mijn hoofd gingen. Als ik mij naar voelde vulde ik een ABC-schema of een G-schema in.
Op een gegeven moment begon ik deze gedachten ook zonder schema’s te signaleren. Wanneer ik merkte dat ik mijn gevoelens bagatelliseerde, zei ik dan (soms in mijn hoofd, soms schreef ik het op) tegen mezelf: “Misschien komt het inderdaad wel goed of maakt iedereen dit mee, maar dat maakt het voor mij niet minder vervelend op dit moment.” of “Het maakt niet uit of dit gevoel ongepast is of niet, het is er, en daar moet ik mee dealen”. Het heeft namelijk geen zin om tegen jezelf te zeggen dat je gevoel er niet mag zijn. Dat is denk ik het tegenovergestelde van accepteren. Het kan gebeuren dat dit je automatische gedachten zijn en dat deze nu eenmaal af en toe naar boven komen. Dat is ook niet erg. Wel heb jij, als je je daar bewust van bent, de kans om op die automatische gedachte te antwoorden.
♥ Iets anders dat mij hielp, was om niet meteen op zoek te gaan naar oplossingen en afleiding. Hoewel een oplossing uiteindelijk fijn en handig kan zijn, kan het te snel op zoek gaan naar die oplossing of afleiding maken dat je je probleem in eerste instantie überhaupt niet erkent. Soms verplichtte ik mezelf er toe om gewoon even een uurtje op de bank te gaan zitten of in de tuin, zonder tv, laptop, telefoon, boeken of andere afleiding. Ook het reizen in de trein met geluidsdempende oordopjes over het traject dat ik altijd reisde en tot in detail kende, hielp me daarbij. Dit maakte niet dat ik het probleem dan plotsklaps kon accepteren en erkennen. Omdat er geen afleiding was, moest ik echter uiteindelijk wel even toegeven aan dat vervelende gevoel en stilstaan bij het probleem dat dat veroorzaakte.
Aan het einde van dat (halve) uurtje was ik vaker van mening dat ik me eigenlijk best druk mocht maken om dat probleem – en dat, zelfs al zou dat niet mogen (maar van wie? Ik bedacht die regels immers meestal zelf), de problemen en emoties er gewoon waren en dat een oordeel daarover daar niets aan zou veranderen.
♥ Sommige oefeningen uit de Mindfulness of ACT (acceptance and commitment therapy) kunnen je hier wellicht ook bij helpen. Toen ik wilde ‘leren accepteren’, werd mij eens aangeraden om een wekkertje te zetten en op het moment dat deze afging een ‘body scan’ te doen in de houding waarop ik me op dat moment bevond. In tegenstelling tot ontspanningsoefeningen ging de body scan ook over het ervaren van lichamelijke ongemakken. Ik leerde daardoor onder andere dat dingen als pijn en spierspanning vervelend zijn, maar voor mij geen ramp zijn en dat ik er niet dood aan ga. Het deed me beseffen dat ik me niet altijd goed hoef te voelen, maar dat vervelende gevoelens, lichamelijk of mentaal, er ook mogen zijn.
Zoals ik al eerder in dit blog schreef, denk ik niet dat acceptatie afdwingbaar is. Een aantal van bovenstaande tips hebben misschien invloed op je gedachten, maar accepteren is een gevoel. Hoewel gedachten zeker invloed kunnen hebben op gevoelens en emoties, was acceptatie en erkenning bij mij niet iets dat met enkel nadenken lukte. Bovenstaande tips zullen niet maken dat je nare situaties plots kunt accepteren, maar hopelijk helpen ze je wel om wat dichter bij dit gevoel te komen.
Kan jij accepteren?
Geef een reactie