Verboden producten noemde ik het. Fearfoods, las ik later ergens. En dat was het ook echt. Angst voor bepaalde producten die ik als ‘fout’ bestempeld had. Terwijl het bovenal producten waren die ik het allerlekkerste van de hele wereld vond. Ik hield ervan, maar ik was er bang voor geworden. Wat begon met op een onschuldige manier minder ervan eten, eindigde met een totaal irrationele angst voor alles wat met dat product te maken had. Geen hapje, geen druppel en geen kruimel durfde ik ervan te eten. Voor ik het wist at ik een jaar lang geen chocola, terwijl ik niemand kende die daar meer van kon genieten dan ik.
Motivatie
Om te beginnen: waar doe je het voor? Waarschijnlijk heeft je eetstoornis, naar aanloop van dit moment, al honderd smoesjes bedacht. Het hoeft niet per se vandaag. Is het wel zo nodig? Het gaat toch eigenlijk prima zo? Ik kan best zonder, er blijven nog genoeg andere dingen over. Iedereen heeft wel wat. Ja, het begint met een chocolaatje en daarna begint het echte dikker worden…
Bron: brookelark
Tijd om die gedachten te relativeren en om die angsten eens objectiever te bekijken. Dat ene chocolaatje lijkt misschien niet zo erg om achterwege te laten en herstel gaat inderdaad over veel meer, maar het is wel iets dat je eetstoornis al die tijd kan blijven vasthouden. Al die kleine stukjes bij elkaar maken dat de eetstoornis invloed heeft op zo veel in je leven en je zo veel vrijheid, smaak en plezier afneemt. Alles wat je eetstoornis sterker maakt en waar het controle over blijft houden, houdt jou weg bij herstel. Dus dat ene chocolaatje is het wel degelijk waard om voor te vechten!
We zeggen het volgens mij heel vaak, maar iets kan echt pas minder eng worden als je het gaat doen. Er is, ook na honderd relativerende gedachten, geen dag waarbij het ineens een stuk makkelijker gaat zijn. Die dag komt pas als je het aangaat en als je eenmaal hebt ervaren dat je het kon. Dat je het kon en dat het niet zo heftig was als je dacht. Ervaren dat je het overleeft en dat er geen heftige consequenties aan verbonden zijn. Dat bewijs kun je jezelf alleen maar geven als je het probeert.
Inplannen
Hoewel het ook kan helpen om op een spontaan moment voor iets ‘engs’ te kiezen, zodat de spanning niet te ver op kan lopen, werkte het bij mij goed om mijn fearfoods in te plannen. Om mijn eetlijst erbij te pakken en bijvoorbeeld het tussendoortje van maandag te vervangen voor iets wat eerder meestal verboden was. Of in het weekend één dag ontbijten met croissantjes. Op die manier vond ik het zelf makkelijker te behappen. Het maakte een relatief klein verschil in de rest van mijn dag- en weekplanning. Op die manier weet je wat er komt en wanneer het gaat komen, kun je je erop instellen en kun je verder terugvallen op je vertrouwde patroon.
Prik er een moment voor dat jou goed uitkomt (zo goed mogelijk, voor je eetstoornis komt het waarschijnlijk nooit echt lekker uit) en ga ervoor. Op deze manier kun je eigenlijk structureel spannende dingen inplannen. Leg de lat niet te hoog, maar ook niet te laag natuurlijk. Want uiteindelijk is het de bedoeling dat het steeds minder spannend wordt en dat ook je eerdere fearfoods op een gezonde en fijne manier bij je eetpatroon kunnen gaan horen.
Samen eten
Het belangrijkste is natuurlijk dat je een manier vindt die voor jou werkt. De één vindt het prettiger om het alleen te doen, maar het kan ook een hele goede stok achter de deur zijn om het samen met iemand te eten. Inplannen en samen eten zijn twee dingen die mij enorm geholpen hebben, om verschillende redenen.
Ten eerste; omdat je er echt niet onderuit kunt. Je hebt het afgesproken en als je de neiging hebt om terug te krabbelen, kan de andere persoon je liefdevol dwingen om het toch aan te gaan. Je bent niet alleen en ook de spanning die je ervaart, hoef je niet alleen te doorstaan. Je hebt het afgesproken en niet alleen met jezelf; dat kan het makkelijker maken om je eraan te houden.
Ten tweede is er de juiste afleiding. Je hoeft namelijk ook echt niet de hele tijd overbewust met die chocolaatjes, kaasstengel of taart bezig te zijn. Het leven gaat om meer dan eten en het hoort er juist op een fijne manier bij. Met iemand anders kun je je gedachtes bespreken en relativeren, of het gewoon over totaal andere dingen hebben.
Daarnaast vond ik het ook heel fijn om een soort bewijs voor me te hebben. Door iemand anders te zien die precies hetzelfde at als ik en waarvan ik totaal niet het idee had dat er iets heftigs met die persoon ging gebeuren. Dus hoe groot was nu de kans dat dat bij mij, op hetzelfde moment, wel ging gebeuren? Of de dag erna? Anderen mochten dit gewoon eten en het werd tijd dat ik ging voelen dat ik dat ook mocht. Tijd om dat aan jezelf te bewijzen.
Combinatie met eetbuien
Wat ikzelf erg lastig vond was het verschil tussen eetbui-voedsel en mijn meer dagelijkse voeding. Gek genoeg, of eigenlijk helemaal niet gek, mocht ik tijdens een eetbui alles eten dat ik mezelf op andere momenten ten strengste had verboden. Alles waar ik dol op was, alles waar ik van wilde genieten, propte ik in mijn eetbui-momenten. Waardoor er eigenlijk geen plek was voor genieten en die producten altijd verbonden waren aan momenten dat ik mij niet fijn voelde. Als ik dingen weg wilde eten, mij rot voelde, kwamen diezelfde producten terug.
Dus ik mocht die producten wel degelijk eten en tegelijkertijd waren het enorme fearfoods. Want op een ander moment zou ik daar nooit voor kiezen. Voor mij was het belangrijk om die producten te koppelen aan nieuwe momenten. Om als het ware nieuwe herinneringen te maken met de producten die normaal gesproken altijd alleen als eetbui-voedsel diende. Door ze als het ware opnieuw te ontdekken en ze te eten op momenten waarop ik het ook niet kon compenseren. Op dezelfde manier als in de eerdere tips eigenlijk, door het samen met iemand te eten of op een dagelijks moment in te plannen. Zodat de negatieve lading, het verkeerde gevoel wat om dat eten heen hing, plaats kon maken voor een gezonder gevoel.
Hoe ga jij fear(foods) aan?
Geef een reactie