De Stem in het hoofd van Aafke bepaalt dus wat ze wel mag en wat ze niet mag. De Stem houdt niet van Aafke, en is dus stelselmatig bezig om haar te vernietigen. De vernietiging gaat zo ver dat de rechter er aan te pas moet komen. Aafke heeft al eerder aangegeven dat ze het moeilijk vindt, om over de periode direct na het uitspreken van de Rechtelijke Machtiging (RM) iets te lezen. Wel vindt ze het goed als ik over de rechtszaak zelf schrijf. Ik ga dus een heel klein beetje terug in de tijd.
Omdat de RM met spoed geregeld moest worden, is er eerst een In Bewaring Stelling (IBS) door de Burgemeester afgegeven. Een IBS is eigenlijk een tijdelijke RM, en kan binnen een uur geregeld worden. De rechter bepaalt vervolgens in een zitting of de IBS omgezet moet worden in een RM.
Ineens heeft Aafke een advocaat. Hij is aan haar toegewezen door de Staat, om haar bij te staan tijdens de rechtszaken die gaan volgen. Van de advocaat krijgen we een brief wanneer Aafke ter rechtszitting moet verschijnen. Aan de brief hangen bijlagen van de Rechtbank en de Officier van Justitie. Dit is dus wel heel erg serieus.
De rechtszitting vindt plaats in de kliniek. De sfeer is gemoedelijk, maar tegelijkertijd heel formeel. De rechter leidt de zitting. Naast de kinderrechter zijn aanwezig, de griffier, Aafke uiteraard, de psychiater, een coassistente, de advocaat van Aafke en ik. Op het moment dat ik binnenkom met Aafke, is Aafke erg overstuur. Aafke heeft net gegeten en begrijpt niet wat al deze mensen komen doen. Het is voor haar heel erg verwarrend.
De rechter opent de zitting door zich in eerste instantie tot Aafke te richten. Dat doet de kinderrechter op een aardige en formele toon. Ze heeft een heel dossier voor zich. Om de één of andere reden schrik ik daarvan. “Aafke, de Rechtbank is vandaag gekomen om zij zich zorgen maakt over jouw gezondheid. We hebben van de Officier van Justitie een brief gekregen over jouw gedwongen opname. Etc.” Ik realiseer mij ineens dat heel erg menens is. De rechter vraagt Aafke hoe het met haar gaat. Waarom ze zo overstuur is? Of het klopte dat ze gestopt is met eten? Of ze zelf het idee heeft dat het gevaarlijk is? Etc. Aafke geeft overal een beleefd nauwelijks hoorbare JA of NEE antwoord op. Op de vraag of ze zelf denkt dat het gevaarlijk is, antwoordt zij “NEE”.
Daarna krijgt de psychiater het woord. Zij vertelt hoe het volgens haar met Aafke gaat, en dat hun inschatting is dat als de RM niet afgeven wordt, Aafke over korte tijd komt te overlijden. Ik versteen helemaal van de mededeling. Alsof een loodzware zwarte steen zich verdringt in mijn lichaam en in mijn hoofd . Ik houd mijn ogen niet meer droog. Natuurlijk wist ik wel, dat als je niet eet, je uiteindelijk dood gaat. Maar het leek mij gek genoeg meer een algemene regel, dan dat het echt van toepassing zou zijn op onze Aafke. Zo confronterend is de boodschap nog nooit bij mij binnen gekomen. Ik realiseer mij dat dit dus het punt is, waarop we staan. Aafke staat op het flinterdunne stukje aarde, dat de wereld scheidt in de dood en het leven.
De psychiater wordt door de rechter op een vriendelijke manier aan de tand gevoeld. “Wat heeft de kliniek gedaan om Aafke zelf te laten eten? Hebben ze alles wel geprobeerd? Op basis waarvan moet de Rechtbank aannemen dat het door de psychiater gestelde een juiste inschatting is? Op basis waarvan wordt het gedrag van Aafke voor de aankomende weken ingeschat? Op basis waarvan worden de gevolgen ingeschat?” Daar komen antwoorden op, als “ervaring met Aafke; persoonlijke ervaringen, ervaringen in de kliniek, wetenschappelijke studies etc.” De psychiater vult dat aan met de mededeling dat het beoordelings-vermogen van Aafke als niet realistisch moet worden beschouwd.
Het is alsof ik in een cursus “realistisch incasseren zonder opsmuk” ben terechtgekomen. Daarna krijgt de advocaat van Aafke het woord. Tot mijn grote schrik vraagt hij om de niet ontvankelijkheid van de Officier. Hij heeft namelijk vastgesteld dat tussen de formele diagnose en de handtekening van de waarnemend Burgemeester, slechts 4 minuten zitten. De advocaat stelt zich op het standpunt dat de Burgemeester nooit tot een goed oordeel heeft kunnen komen, en zijn taak niet serieus heeft genomen. Wat hem betreft kan de hele RM van tafel.
Ik heb het gevoel dat de grond onder mijn voeten, van deze tijdelijke Rechtbank, langzaam wegglijdt. Wat gebeurt hier? Deze advocaat handelt helemaal niet in het belang van Aafke. Als klap op de vuurpijl zegt de advocaat vervolgens “dat eten natuurlijk niet het kernprobleem is van Aafke”. Dat kan uiteraard zo zijn; maar dat betekent niet dat er nu niets moet gebeuren!
Gelukkig krijg ik tenslotte ook het woord. Het is moeilijkste wat ik tot nu gedaan heb: tegen een wildvreemde (de rechter) zeggen dat zij een dwangmaatregel op moet leggen aan mijn eigen dochter. Ik vertel de rechter dat wij als ouders volledig betrokken zijn geweest bij het voornemen om een RM te vragen, en dat wij daar dus volledig achter staan. Het voelt als verraad richting Aafke. Tegelijkertijd weet ik dat dit op dit moment het enige is dat wij op dit moment nog voor Aafke kunnen doen. Ik eg tegen de rechter dat wat mij betreft de Burgemeester wel op de vingers getikt mag worden, maar dat dit niet ten koste mag gaan van de gezondheid van Aafke. Voor de duidelijkheid stel ik nog maar even dat de kliniek pas aan de onderliggende problemen kan werken, als het levensgevaar geweken is.
Tenslotte mag Aafke nog als laatste het woord voeren. Maar de ziel van Aafke is de lange draad van het proces al lang kwijtgeraakt. Aafke heeft dan ook niets meer te zeggen. Dan vindt er een heel officieel moment plaats. De rechter neemt het woord en zegt: “De Rechtbank komt direct met een uitspraak. De Rechtbank acht de Officier van Justitie wel ontvankelijk. De Rechtbank heeft geen reden om aan te nemen dat in 4 minuten geen redelijke afweging gemaakt kan worden, van het dreigend gevaar. De Rechtbank beveelt, op grond van hier ter zitting gestelde door alle betrokkenen een Rechtelijke Machtiging voor de voorlopige duur van maximaal 6 maanden.”
Daarna worden er handen geschud, en is alles voorbij. Ik ben onder de indruk van de zorgvuldigheid van de procedure. Ik voel me trots dat ik een land woon, waar zo zorgvuldig omgegaan wordt met de rechten van mensen die het zo moeilijk hebben.
Volgende week: Lichtstraaltjes zoeken in de duisternis
Geef een reactie