“Ga jij nog naar school, of werk je?” Is een vraag die ik regelmatig te horen krijg. Ik vind het moeilijk om er antwoord op te geven. Het zorgt altijd voor een groot dilemma in mijn hoofd. Ik vertel niet iedereen over mijn problemen en niet iedereen hoeft alles te weten, maar liegen doe ik ook niet graag en daar ben ik bovendien niet goed in. “Nu even niet,” geef ik vaak als antwoord. Hierdoor kan de ander denken dat ik later weer wat ga doen qua school of werk en daar kan een waarheid in zitten, maar argh, wat vind ik het toch een rotvraag! Hoe goed ik ook begrijp dat mensen ‘m stellen, als je niet studeert of werkt, is zo’n simpel klinkende vraag lang niet zo simpel …
Toen ik achttien was, stopte ik voortijdig met mijn opleiding aan het Grafisch Lyceum. Door de sociale angst kostte het mij een hoop moeite om naar school te gaan, de depressie trok hard aan me en de eetstoornis hield zich ook niet stil. Toen ik een punt achter mijn studie zette, voelde ik letterlijk een last van mijn schouders af vallen. Mijn ouders noemden mijn beslissing dom en idioot, maar zij wisten niet hoeveel spanning school met zich meebracht. Ik hield het echt niet langer vol. Ik kwam thuis te zitten met een Wajong-uitkering en ik spendeerde veel tijd achter de computer in de wereld van De Sims en in online winkels. De buitenwereld werd een wereld die ver van mij af lag.
Lange periode is dit zo doorgegaan, tot ik besloot dat het tijd werd om meer te gaan doen. Ik wilde een baantje. Via het internet kwam ik op het idee om post te gaan bezorgen. Ik nam contact op met een postorderbedrijf en ik kon al snel langskomen voor een gesprek. Wie denkt dat post bezorgen een luizenbaantje is, heeft het mis. Het gaf een hoop werk! Ik moest de post thuis eerst sorteren, om vervolgens alles rond te brengen. Soms hielp mijn moeder mee. Dan ging het een stuk sneller. Ook in regen, in kou, in storm en in hitte moest de post bij mensen bezorgd worden, en dat deed ik, tot ik geen brievenbus meer kon zien. Het werd tijd voor wat anders.
Ik kwam op het idee om op te passen. Kleine kinderen kan ik erg leuk vinden en het leek mij fijn werk om te doen. Ik ging op gesprek bij een gezin, niet ver van huis vandaan. Ik was bang om een rare indruk te maken en niet gekozen te worden, maar ze zeiden “ja”! Ik moest oppassen op een baby en een peuter, en er was ook een hond in huis. In de tijd dat ik daar was, waren de kinderen vooral aan het slapen. Ik vond de kinderen lief en de hond en de ouders ook, maar ik was bang dat zij mij niet goed genoeg vonden, ik vond de verantwoordelijkheid eng om te dragen en ik was zo bang om iets verkeerd te doen. Hierdoor bracht het werk veel spanning met zich mee. Ik dacht dat iemand anders een betere oppas voor de kinderen kon zijn. Daarom besloot ik ermee te stoppen.
Een tijd later heb ik weer opgepast, maar daar werd ik na één keer al niet meer gevraagd. Ik was volgens de ouders te zachtaardig. Ze vonden dat ik harder op had moeten treden toen het kind niet naar bed wilde. Naast deze betaalde baantjes, ben ik aan meerdere studies en hobbycursussen vanuit huis begonnen. Filosofie, striptekenen, schilderen, verhalen schrijven, grafisch vormgeven, biologie … De meesten heb ik helaas niet afgerond. Ik vond het moeilijk om mijzelf ertoe te zetten en genoeg discipline ervoor op te brengen, ik was bang om onvoldoendes te halen en ik kon mij niet altijd op de lesstof concentreren. Vooral niet in slechte periodes waarin ik veel aan mijn hoofd had. Onlangs ben ik weer aan een cursus begonnen die ik vanuit huis kan volgen: illustratief tekenen. Hopelijk zal ik het afronden.
Vrijwilligerswerk heb ik ook een kans gegeven. Ik heb vorig jaar in een moestuin gewerkt van kinderen uit groep 4, wat ik fijn werk vond om te doen. Op het laatst hebben we alle groenten en vruchten uit de tuin gehaald om ze vervolgens te wassen, te koken en te eten. Ik heb tijdelijk op een boerderij geholpen die deel uitmaakt van de GGZ. Ik moest toen vooral schoonmaakwerkzaamheden doen. Voor een vereniging rond eetstoornissen heb ik ook vrijwilligerswerk mogen doen, zoals folders uitdelen bij een theaterstuk omtrent anorexia en boulimia. Ik doe nu nog wel eens wat voor deze vereniging. Met mijn thuisbegeleider ga ik weer op zoek naar iets wat ik buitenshuis kan doen. Iets wat bij mij past. Ik weet niet precies wat dat is, al gaat mijn voorkeur uit naar creatieve bezigheden en verschillende werkzaamheden binnen de zorg. Ik vind het eng om meer de deur uit te gaan en meer onder de mensen te komen, maar ik wil wel.
Het kan beschamend voelen om te zeggen dat je niet studeert of werkt en eventueel een uitkering krijgt. Je kunt bang zijn dat mensen het zullen zien als luiheid en het niet zullen begrijpen, en het kan als falen voelen. School en werk zijn belangrijke zaken in deze maatschappij en als je niet studeert of werkt, kun je het gevoel krijgen dat je niet meetelt. Natuurlijk is dat niet waar. Jij telt even veel mee en je hoeft je echt niet minderwaardig te voelen, want jij als mens bent waardevol, ook zonder studie of werk. Je kunt je echter wel minder nuttig voelen als je thuis zit, maar ook dan kun je blijven leren en je kunt jezelf blijven ontwikkelen. Als je met een eetstoornis of andere problemen kampt, kan een studie of een betaalde baan (tijdelijk) te veel gevraagd zijn. Het is belangrijk om je in de eerste plaats op jezelf en jouw gezondheid te richten, want jij gaat voor.
Ga jij nog naar school, of werk je?
Geef een reactie