Ik ben net begonnen bij bij mijn nieuwe baan. Een mooi restaurant midden in het centrum van Amsterdam. De sfeer is goed en ik vind mijn collega’s vanaf moment één ontzettend aardig. Het klikt goed en als ik klaar ben met mijn eerste dienst, drinken we een biertje. Ze zijn niet verlegen en stellen mij flink wat vragen om er achter te komen wie ik ben. Ik vertel wat over mijn leven en kom automatisch uit bij het deel waarin ik zwaar in mijn eetstoornis zat. Ik word een beetje zenuwachtig, omdat ik niet goed weet wat ik moet doen…
Ik zou er makkelijk omheen kunnen praten. Aan de andere kant is het ook onderdeel van wie ik ben; het heeft mij gevormd en is bepalend geweest voor de keuzes die ik in mijn leven heb gemaakt. Ik twijfel… Ga ik het vertellen? Hoe zullen ze reageren? Heb ik zin in de vragen? Wanneer je een eetstoornis hebt, of hebt gehad, heeft dat hoe dan ook invloed op wie jij bent als persoon. Vertel je mensen erover? Het is vrij persoonlijk, dus wat is dan een goed moment om het te vertellen? Sommige reacties lijken op elkaar, soms schrikken mensen en soms vind je juist onverwacht herkenning. Hoe ervaren de leden van de redactie het als zij over hun eetstoornis vertellen?
Als Lonneke vertelt over haar eetstoornis…
Sinds ik bij Proud werk, praat ik sneller en makkelijker over mijn eetstoornis. In het verleden was dit een thema dat ik liever ontweek. Ik schaamde me al snel voor mijn gedragingen en ik was bang dat mensen me niet zouden begrijpen. Nu ik er zelf meer over schrijf en over leer, kan ik inzien dat ik op een manier misschien ook wel logisch was hoe ik reageerde. Het was niet gezond, maar ik had het denk ik nodig om te overleven. Hoe gek dat ook mag klinken. Ik denk dat dit heel belangrijk is geweest voor mijn eigen acceptatie. Het was een strijd die ik heb gevochten en daardoor sta ik nu waar ik nu sta. Dit is een deel van mij geweest en doordat ik er nu mijn werk van heb gemaakt, is het dat op een manier nog steeds.
Door mezelf zo open te stellen, neemt het gesprek soms een kwetsbare wending. Meestal vind ik dit prima, maar als ik er niet over wil praten, kan ik dit natuurlijk ook aangeven. Ik merk wel dat het voor de ander vaak dan ook makkelijker is om iets intiems te delen, wat het gesprek heel waardevol kan maken.
Als Daphne vertelt over haar eetstoornis…
Sinds mijn werk bij Proud is een simpele “Wat doe jij eigenlijk?” per ongeluk al een voorzetje voor een wat dieper gesprek. Ik vertel waar ik werk en al snel volgt natuurlijk de vraag hoe ik hier terecht ben gekomen. Nu (maar ook in de periode hiervoor) merk ik dat als ik er open over ben, ik hele openhartige reacties terugkrijg. Na deze vraag heb ik bijna standaard een gesprek over hoe eetstoornissen ook de levens van mijn gesprekspartners hebben gekruist. Over een zus, een moeder of nicht waarmee het niet goed gaat. Of over de zware periode die deze persoon zelf ook achter de rug heeft.
Mijn ervaring is heel vaak dat als ik open ben, als ik juist over moeilijke dingen vertel en mij kwetsbaar opstel, ik heel veel openheid terugkrijg. Veel eerder hoor ik: “Hey, dat herken ik”, in plaats van dat ik veroordeeld word. Voor mij is dit elke keer een bevestiging van hoe menselijk het eigenlijk is en hoe weinig we van elkaar verschillen. Dat iedereen er wel iets in herkent en dat iedereen het soms moeilijk heeft. Nog steeds verbaas ik me er weleens over hoe veel goeds het mij brengt als ik het wél benoem.
Als Irene vertelt over haar eetstoornis…
Voor zover ik nu kan bedenken, komt dit onderwerp eigenlijk nooit in gesprekken naar voren, tenzij ik het over mijn werk heb. Ik denk dat als ik dit werk niet zou doen, ik zelden over mijn eetstoornis zou spreken. Niet omdat ik dat niet zou durven, maar omdat het naast mijn werk geen rol meer speelt in mijn leven. Ik heb het nooit echt lastig gevonden om over mijn eetstoornis te praten. Alleen de eerste keer opbiechten tegen mijn ouders en huisarts vond ik spannend, maar daarna ben ik altijd wel vrij open geweest.
Ik kan me niet herinneren dat iemand ooit heel negatief is geweest wanneer ik vertelde over mijn eetstoornis. Wel was en is het zo dat mensen het niet altijd even goed begrijpen. Dan krijg je zo’n opmerking als: “Maar eet je nu wel gewoon pizza en patat?” Vroeger kon ik me dit heel erg aantrekken, maar nu begrijp ik dat onbegrip niet per se onaardig is bedoeld. En als het wel onaardig is bedoeld, dan zegt dat meer over hen dan over mij. Als ik er zin in heb, leg ik het uit. Als ik er geen zin in heb, reageer ik met iets als: “Gelukkig wel!” Dat ligt geheel aan het gesprek en de persoon natuurlijk.
Als Hannah vertelt over haar eetstoornis…
Het is misschien gek, maar zelfs nu ik alweer een tijd voor Proud werk, vind ik het soms nog steeds spannend om te vertellen dat ik een eetstoornis heb gehad. Dat heeft voornamelijk te maken met mijn ervaring dat mensen het vaak vrij heftig vinden als ik het vertel. Ze schrikken ervan. Weten niet hoe ze moeten reageren of wat ze moeten zeggen. Ik heb dan het gevoel dat ik degene ben die de ander weer op zijn of haar gemak moet stellen, terwijl ik ook degene ben die net iets heel persoonlijks heeft verteld. Ook heb ik soms geen zin in de vragen en opmerkingen. “Hoeveel woog je dan?”, “Heb je foto’s van toen?”, “Jij, een eetstoornis?! Dat had ik echt niet gedacht”. Of de ‘opluchting’ die mensen ervaren als ik zeg dat ik boulimia had.
Ik weet dat eigenlijk al deze opmerkingen voortkomen uit onwetendheid en daardoor voel ik vaak ook een soort verplichting om mensen uit te leggen hoe het zit en hoe het werkt. Om de persoon te zijn die mensen iets leert over eetstoornissen. Ik wil het gesprek erover aangaan. Dat mensen beter op de hoogte zijn van wat een eetstoornis is en hoe het eruit kan zien. Hoe serieus de ziekte is. Ik vind het ook belangrijk om dat te doen. Daarbij is het een essentieel onderdeel van mijn leven, van wie ik ben. Juist ook nu ik bij Proud werk. Daardoor komt het onderwerp ook vrij snel aan bod.
Ik merk dat het vaak een fijn gesprek kan worden. Mensen reageren uiteindelijk respectvoller en bedachtzamer wanneer ze van de eerste ‘schrik’ bekomen zijn. Dan komen de echte vragen. Op die momenten realiseer ik ook dat er echt nog veel stappen te zetten zijn in het spreken over psychische problemen. Doordat ik er door mijn werk zo dagelijks in zit, lijkt het normaal. Soms vergeet ik dat het nog helemaal niet zo normaal is is. Door zelf open te zijn over de dingen die ik heb meegemaakt, merk ik dat mensen ook sneller open naar mij toe durven te zijn. Hierdoor komen mooie gesprekken op gang en leer ik mensen beter kennen. Na zo’n gesprek ben ik toch altijd weer blij dat ik mij over de eerste spanning en onwetende opmerkingen heen heb gezet.
Als Nadine vertelt over haar eetstoornis…
In de periode dat ik een eetstoornis had, wisten alleen mijn ouders, vriend en beste vrienden het. Ik sprak er nooit met iemand anders over, ook niet als het ergens ter sprake kwam. Ik schaamde me ervoor en was heel bang dat mensen zouden denken of zeggen: “Maar je bent helemaal niet extreem dun?” of “Ik zie je toch best vaak snoepen?” Ik wilde allesbehalve de aandacht vestigen op mijn eetpatroon, dus deed juist overdreven luchtig over eten en snoepen. Volgens mij hadden veel mensen een compleet ander beeld dan het daadwerkelijk zat.
Daarnaast heeft het best lang geduurd voordat ik zelf überhaupt toe kon geven dat ik een (eet)probleem had. Ik nam het zelf in het begin niet serieus en was bang dat anderen dat dus ook niet zouden doen. Daarom heb ik het pas laat aan de rest verteld. Ik kan me niet meer zo goed herinneren hoe iedereen reageerde, maar als het negatief was geweest, had ik het vast onthouden.
Tegenwoordig vind ik het geen probleem om erover te praten, maar dat is wel pas gekomen nadat ik een tijdje klaar was met therapie. Nog steeds vertel ik het eigenlijk niet uit mezelf als ik er geen reden voor zie. Ja, het is een onderdeel van mijn leven geweest en soms komt het nog even naar boven, maar het speelt nu niet meer dagelijks. Dan heb ik nog wel tien andere dingen die ik óók zou kunnen vertellen. Maar als ik vertel dat ik (tijdelijk) voor Proud2Bme werk, krijg ik bijna altijd de vraag waarom. Ik heb besloten om het dan wel altijd vertellen. Vooral omdat ik écht vind dat het niet iets is om je voor te schamen. Maar eerlijk is eerlijk; het is een stuk makkelijker als je er niet meer middenin zit. En ik treed eigenlijk nooit in detail. Ik heb gewoon geen zin om het allemaal weer naar boven te halen, daar ben ik al genoeg mee bezig geweest. Ik focus me liever op wat nu wél goed gaat en hoop dat ik daarin een inspiratie kan zijn voor anderen.
Hoe reageren mensen als jij het vertelt?
Geef een reactie