Mijn hele leven van kleins af aan voelde ik me al dik. Ik vond mezelf veel minder waard dan anderen, en vergeleek mezelf veel met anderen. Ik had altijd een negatief zelfbeeld en vond niks aan mezelf mooi of leuk. Vanaf kleins af aan was ik al erg perfectionistisch: alles moest er perfect uitzien. Ik had al een paar lijn pogingen gedaan, terwijl ik wist dat ik een gezond gewicht had, maar die mislukten altijd. Tussen groep 8 en de eerste klas veranderde mijn lichaam veel, ik kreeg borsten en heupen. Ik wist toen nog niet zo veel van de puberteit en dacht dat ik gewoon dikker was geworden…
Begin eerste klas was ik een dag ziek en woog mezelf. Ik zag dat ik iets lichter was dan een keer daarvoor. Ik stelde voor mezelf een doel in gewicht om te halen, het was niet erg veel maar het was er zo af. Toen ik dat zag, gaf het me een soort kick, het voelde fijn. Ik ging door. Ik had eindelijk “controle” op mijn leven dacht ik. Binnen no-time vlogen alle kilo’s eraf. Mijn familie maakte zich zorgen. De eerste dag na de kerstvakantie kwamen er veel verschillende vriendinnen naar me toe, ze zeiden dat ze me er slecht uit vonden zien. Ze zagen dat ik erg veel afgevallen was. Ook leraren kwamen naar me toen en mijn mentor wilde een gesprek met mij en mijn ouders. Mijn ouders namen me mee naar de huisarts, ik wilde niet mee, ik was ontzettend boos, want ik vond helemaal niet dat het slecht ging. Uiteindelijk ging ik mee naar de dokter, ze zei dat ik een eetstoornis had en verwees me door naar de GGZ.
Tussen dat ik voor het eerst naar de huisarts ging en naar de GGZ zaten maar 10 dagen, maar in die tussentijd ben ik nog 3 of 4 keer naar de huisarts geweest. Ik moest bloedprikken, ECG’s laten maken en dat soort dingen. Ik had hele erge bewegingsdwang waardoor het afvallen nog veel sneller ging. Elke ochtend voor school deed ik buikspier oefeningen, ik fietste veel, deed aan just dance, 3x in de week deed ik aan volleyballen, ik ging heel vaak mijn hond uitlaten, lange stukken lopen of stiekem rennen. Ik voelde me zo slap als een vaatdoek, uitgeput en ik leefde in een waas. Het leek als of niets meer bij me binnen kwam, alles op dat moment was als of ik er zelf niet bij was, alles ging langs me heen terwijl ik er gewoon was.
Toen we voor het eerst naar GGZ gingen was het een vrijdag, ze schrokken en gaven me de diagnose Anorexia Nervosa. Ze waren heel erg verbaasd dat ik nog niet door de kinderarts was gezien en ze vonden dat dat met spoed moest gebeuren. De pijn op de borst, misselijkheid, paarse handen en voeten, haaruitval, duizeligheid, vermoeidheid werden alleen maar erger. Ik was TOTAAL uitgeput, slap en zwak. Die zelfde vrijdagmiddag kregen we telefoon van het ziekenhuis dat we maandag ochtend meteen moesten komen. Dat weekend was een hel. Ik heb die zaterdag zelfs nog een volleybal wedstrijd gevolleybald. Ik had dat weekend extreem veel ruzie met mijn ouders over het eten. Ik heb letterlijk mijn vader geschopt en ben toen op de grond gelegd, gewoon uit totale machteloosheid van mijn ouders.
Die maandag moest ik naar de kinderarts s’ochtends vroeg, maar ik moest van mezelf eerst zelf naar school fietsen, daarna kwamen mijn ouders me ophalen en gingen we samen naar de kinderarts. Toen ik daar binnen kwam moest ik meteen mijn kleren uit doen en ik werd gewogen. Mijn bloeddruk en hartslag werden gemeten. Toen kwam de kinderarts binnen. Zij zei dat ik een veel te lage hartslag had. Mijn bloeddruk was ook veel te laag. Ik moest op de behandeltafel gaan liggen, ze onderzocht me en zei dat ik echt niet naar huis kon en dat ik opgenomen zou worden. De kinderarts vertelde aan mij en mijn ouders, dat als ik 3 dagen later was gekomen was ik er niet meer geweest. Als ik verkouden of een griepje had gekregen was ik er op dat moment aan dood gegaan.
Op een of ander manier deed het me niks. Ik geloofde ze niet. Ik zou eerst naar een afdeling moeten lopen om bloed te prikken, maar ze vond me te zwak om daar naar toen te lopen. Ik moest meteen naar de afdeling en de mensen van het bloedprikken zouden naar mij toe komen. Ik kreeg bedrust en werd aan een monitor gelegd. Ik mocht helemaal niets meer en er mocht maar 1 persoon per dag op bezoek komen. Die eerste week was zwaar. Ik had inmiddels ook sondevoeding gekregen omdat het eten echt slecht ging. Ik wilde gewoon niet eten. Achteraf, als ik er nu aan terug denk, kan ik me pas bedenken hoe zwak ik toen was, ik kon zelfs niet meer lopen. Het recht opzitten in bed koste me al ontzettend veel moeite, maar dat gaf ik natuurlijk nooit toen.
Ik heb een maand in het ziekenhuis gelegen en toen mocht ik naar huis. Ik had een eetlijst om mee aan te komen en 2 à 3 extra drinkvoeding flesjes. Toen ik thuis was begon alles gewoon weer opnieuw. Ik mocht nog niet naar school en moest eigenlijk thuis nog gewoon rustig aan doen. Het was alles behalve dat: Ik had allerlei manieren bedacht om toch zoveel als eerst te bewegen. Ik moest vaak in de week naar de kinderarts en GGZ, maar ik bleef maar afvallen. Zij zeiden dat het niet langer meer kon zo en ik moest naar een kliniek. Dat wilde ik absoluut niet. We hadden eerst een intake en hun wilden me eigenlijk meteen opnemen. Ik had daar niet op gerekend en had niks bij me…
Ik wilde echt niet, maar iedereen zei dat het thuis gewoon niet langer zo kon,voor mij niet, maar ook niet voor mijn ouders en zusje. Een paar dagen later werd ik opgenomen. Ik vond het echt een hel. Ik was ver weg van huis, helemaal alleen, ik kende niemand, ik moest eten, en de hele dag stil zitten. Ik was verdrietig en eenzaam. In de kliniek zetten ze druk op het aankomen, maar ik wilde alles behalve dat. Ik had daar geen keus meer in. Ik moest eten, stilzitten en mocht eerst alleen naar buiten met een rolstoel.
Na 3 weken mocht ik een kwartiertje lopen per dag en in het weekend naar huis. Die weekenden waren eerst erg zwaar, maar na een tijdje ging alles beter, totdat ik mijn streefgewicht hoorde… Ik was fel tegen en trapte in alles op de rem. Ik werkte overal in tegen om maar niet aan te komen. Het was erg veel boven het gewicht van waar ik vandaan moest komen. Ik vond mezelf al zo dik. Ik ging onderhandelen. Ze deden er eerst niets op uit. Ik wilde en deed het gewoon niet. Ik bleef ontkennen dat ik nog last had van mijn eetstoornis. Ik wilde weg uit de kliniek, maar iedereen zei dat dat niet kon. Ik ging op onderzoek uit en vond van allerlei dingen dat het wel kon.
Ik heb als ik er nu aan terug denk die hele inrichting op stelten gezet. Ik had gesprekken met soms meer dan 7 mensen, heel vaak. Uiteindelijk was het me gelukt, na 3 maand ging ik eindelijk naar huis. Nog erg veel onder mijn echte streefgewicht. Af en toen heb ik echt nog spijt dat ik het daar niet heb afgemaakt. Het was ook geluk bij een ongeluk, want ik kwam uit de kliniek vlak voor de zomervakantie van de 1e klas, ik ben dus nog 4 weken maar school geweest en dat heeft mij nu in de 2e klas ontzettend veel geholpen, omdat ik van mijn 1e jaar amper naar school ben geweest. Eerst wilden ze me laten zitten, maar dat wilde ik per se niet. Na veel overleg hebben de leraren me op school toch overgelaten. Ik zit nu dus in 2 havo/vwo. Het gaat daar ontzettend goed. Ik haal hoge cijfers en hoef er niet veel voor te leren.
Even terug naar de zomervakantie. Ik had besloten dat ik nog een paar kilo zou aankomen, maar dat was nog steeds een heel stuk van mijn echte streefgewicht af. Ik had dat inmiddels gehaald en zag dat hoe meer ik aankwam, hoe dunner ik mezelf ging zien. Vanaf dat moment durfde ik naar mijn echte streefgewicht te gaan. Eenmaal toen ik daar was, voelde ik me goed en voor het eerst weer echt gelukkig. Ik heb leuke vriendinnen en familie, op school gaat het erg goed, ik heb een leuke klas en een heel lief vriendje.
Afgelopen jaar was echt een hel, maar ik heb er ontzettend veel van geleerd en ben voor het eerst in mijn leven écht gelukkig. Ik durf alles weer. En mijn grootste angst, aankomen, is nu iets waar ik zo ontzettend blij mee ben dat ik het heb gedaan. Ik moet nu af en toe nog steeds voor controle, maar dat zal ik nog gewoon een tijdje moeten om te voorkomen om terug te vallen. Ik ben daar nou eenmaal gevoelig voor. Dat is prima, want ik weet nu toch dat ik nooit meer terug wil naar toen.
Geef een reactie