“Anorexia. Het lijkt op boulimia, maar dan met zelfcontrole.” Deze leus staat in het Engels gedrukt op een trui die te koop is bij Amazon. Veel mensen struikelen hierover en vinden het niet kunnen. Door de hashtag #BoycottingAmazon te verspreiden laten ze duidelijk merken dit niet te pikken. De tekst op het shirtje raakt me, juist, omdat ik mijn eigen, zieke gedachten erin herken.
Het is een ongelooflijk wrange en misplaatste tekst. Ik begrijp niet hoe het heeft kunnen gebeuren dat dit op een trui staat en te koop is in een webwinkel. Een eetstoornis is geen grapje. Anorexia is niet beter dan boulima. Beiden zijn levensgevaarlijke, psychische stoornissen die het leven verzieken. Elke eetstoornis is erg en moet serieus genomen worden. Zo’n tekst op een trui is verschrikkelijk, keihard en niet waar, maar ik besef dat er veel mensen met boulimia rondlopen die wel in deze gedachte geloven. Zo hebben de woorden op de trui die nu te koop is jaren geleden al door mijn hoofd gespookt.
Rond mijn 14e begon ik te rommelen met eten. Een beetje afvallen, dat kon geen kwaad, toch? Ik was immers wat zwaarder dan de rest van mijn vriendinnetjes en mijn omgeving vond het ook een goed idee. Ze steunden me erin, het was uiteraard allemaal goed bedoeld. Ik begon enthousiast met het aanpassen van mijn eten en dat lukte me goed. Ik begon me steeds beter voelen. Vol trots merkte ik op dat mijn eerst nog strakke broeken losser begonnen te zitten. Ik kon zelfs kleinere maten gaan kopen. Ik kreeg complimentjes over mijn uiterlijk en voelde me hier zelfverzekerd door. Wat begon als onschuldig afvallen, sloeg echter door in anorexia. Mijn hele eigenwaarde begon af te hangen van mijn gewicht. Dag in dag uit stond ik op de weegschaal en bekeek ik mezelf onder een loep in de spiegel, maar het was nooit goed genoeg. Het kon altijd beter, er kon altijd meer af. Dat was immers wat me zo goed deed voelen, waar ik mijn kracht vandaan haalde. Ik verloor grip op de realiteit, sloeg door in mijn zucht naar controle en kon niet meer helder denken.
Mijn ouders stuurde mij naar therapie. Dit wilde ik niet, maar ik durfde ook geen nee te zeggen. Ze waren immers zo bezorgd en ik had geen zin om hier een conflict over aan te gaan. Ik zou wel een manier vinden om iedereen tevreden te houden en toch niet aan te komen. Dat lukte een tijdje, maar uiteindelijk pakte ik een normaler eetpatroon op en kwam stukje bij beetje aan. Mijn lichaam gaf aan een inhaalslag nodig te hebben en ik ervoer plotseling extreme honger. Een verschijnsel dat vaker voorkomt en helemaal geen ramp hoeft te zijn, wanneer je hier goed over blijft praten. Echter heb ik dit nooit gedaan. Erover praten was voor mij geen optie, want het voelde zwak. Het ging niet slechts over eten. Het ging over goed genoeg zijn, presteren, de lat enorm hoog leggen en niet mogen falen. Ik had mezelf niet meer in de hand en mijn eetbuien werden groter en groter. Ik stopte met therapie. Ik voelde me zo’n slappeling. Ik kwam weer aan en bereikte een gezond gewicht, maar niet op een gezonde manier. Mijn eetbuien waren niet meer te stoppen en ik ervoer deze periode als binge eating disorder.
Van de extreme controle die ik over mijn voedselinname leek te hebben bleek niks meer over. Paniek overviel me. Over mijn lijk dat ik dik zou worden, dat was echt mijn grootste angst. Ik moest een manier vinden om wel invloed te hebben op wat er met mij en mijn gewicht gebeurde. Ik voelde me zo stuurloos en was op zoek naar grip op het leven. Ik ontwikkelde boulima. De eetbuien bleven bestaan, maar braakte ik naderhand uit. Mijn gewicht bleef hetzelfde, maar ik voelde me verschrikkelijk. De eetbuien en het braken waren niet alleen een aanslag op mijn lichaam. Ook de mentale gevolgen waren niet te overzien. Ik voelde me vreselijk wanneer ik een eetbui had. Toch kon ik niet stoppen, want het bracht me een bepaalde rust. Een vorm van grip en een manier om uit de realiteit te stappen waar ik zo voor vreesde. Waarom ben ik toch zo’n slappeling? Waarom pak ik mezelf niet aan? Waarom durf ik niet te leven? Waarom heb ik niet gewoon controle?
Ik ging weer terug in therapie. Ik kwam terecht in een groepsbehandeling samen met meiden met verschillende eetstoornissen. Het was best gelijk verdeeld. Een paar met anorexia, een paar met boulimia en een paar met eetstoornis NAO. Ik heb er uiteindelijk onwijs veel aan gehad, de dynamiek in de groep was erg fijn en zelfs onze behandelaren vertelden af en toe wat een goede groep we waren. Toch vond ik het in het begin best wel lastig om in een groep te zitten met mensen die anorexia hadden.
Ik was jaloers. Het klinkt misschien raar, maar ik verlangde onwijs terug naar de tijd dat ik anorexia had. Die tijd voelde het nog alsof ik de controle had. Ik had een doel en werkte daar zorgvuldig naar toe. Ik kon nee zeggen en liet mezelf nooit gaan. Ik had voor mijn gevoel echt de touwtjes in handen. Een gevoel wat ik in de rest van mijn leven zo dacht te missen. Ik creëerde mijn eigen werkelijkheid die niemand van me af kon nemen. Ik voelde me zo sterk, al was ik in werkelijkheid hartstikke ziek. Dit, terwijl ik nu kampte met mijn eetbuien. Ik wilde ze niet, maar ik kon het niet laten. Regelmatig probeerde ik m’n anorexia terug te krijgen. Ik stopte met eten en bezocht stiekem pro-ana sites, maar het mislukte keer op keer. Ik kon het niet meer. Ik was zwak geworden. Ik had geen controle meer.
Nee, ik had inderdaad geen controle, maar achteraf gezien heb ik die toen ik wel anorexia had ook niet gehad. Een eetstoornis drijft je tot het uiterste en neem je gedachten over. Zo iets extreems als wat ik toen dacht zou ik nu nooit meer kunnen bedenken. Anorexia is niet de oplossing voor boulimia en afvallen tot je erbij neervalt staat niet gelijk aan het hebben van controle. Het hebben van een eetstoornis is niet sterk, het is ziek. Het maakt levens kapot.
In therapie heb ik hard gewerkt aan mijn zelfbeeld en zelfvertrouwen. Ik leerde mijn krachten en talenten kennen. Leerde accepteren dat dingen soms verkeerd gaan en moeilijk zijn, maar dat dat ook oké is. Dat een eetstoornis daar geen oplossing voor is, dat ik dat wel aankan, van mijn fouten mag leren en het niet alleen hoef te doen. Stapje voor stapje leerde ik mijn eetstoornis steeds wat meer los te laten. Ik heb het niet nodig, niemand heeft het nodig. Het maakt niet uit of je anorexia, boulimia of BED hebt. Het maakt niet uit of je een zichtbare of onzichtbare eetstoornis hebt. Het maakt niet uit in hoeverre je nog wel of niet ‘functioneert’. Elke eetstoornis is erg en moet serieus genomen worden. Het biedt geen oplossingen, het biedt alleen maar verdriet en problemen. Streef daarom naar een leven zonder welke eetstoornis dan ook.
#BoycottingALLeatingdisorders
Geef een reactie