ANOREXIA – De weg is langer dan ik ooit had kunnen bedenken. – Bijna 22 augustus, dus bijna 23 jaar geleden werd ik op deze wereld gedropt. Veel te vroeg (3 maanden), wat de nodige complicaties met zich mee bracht. Na bijna 2 maanden ziekenhuisopname mocht ik dan eindelijk naar huis. Maar het tumult rond mijn gezondheid was nog niet voorbij.
Een paar keer per week gingen mijn ouders met mij naar het ziekenhuis.. naar kinderartsen, logopedistes, noem maar op. Er werd gedacht dat ik licht spastisch was en ik had een behoorlijke achterstand. Ik praatte pas toen ik een jaar of 3 was en op de dag dat de dokter mijn ouders wilde vertellen dat ik waarschijnlijk nooit zou kunnen lopen, kwam ik wandelend aan de hand van mijn moeder zijn spreekkamer binnen. ‘‘Over deze dame doe ik geen uitspraken meer’‘, was zijn reactie. Ik bewees me vanaf mijn geboorte. Zo kreeg ik op een gegeven moment een speciale fiets, ik weigerde er op te fietsen.
Men wilde mij naar een mitylschool (voor kinderen met uiteenlopende handicaps) sturen; Ik weigerde en zei letterlijk dat ik naar een ”normale school wilde, net als Stefan, mijn broer”. En dit gebeurde. Ik zou extra schrijfles krijgen in groep 3, ik heb de mevrouw weggestuurd.
Toen wist ik nog heel goed wat sterk zijn en voor mezelf opkomen was. Uiteindelijk bleek ik ook helemaal op mijn plek op deze school, het enige wat anders aan mij was, was mijn ”loopje”.
Ik rondde de basisschool af met een Atheneumadvies en kon mijn droom waar gaan maken. Naar ”Hageveld”, een school waarvan ik al vanaf groep 4 riep dat ik er heen zou willen. Weer verbaaste ik iedereen. ###
Thuis ging het al jaren niet lekker. Mijn ouders hadden een moeilijk huwelijk met ruzies die er niet om logen. Geschreeuw, geweld, ik heb veel gezien, doordat ik nooit weg durfde uit angst dat het uit de hand zou lopen als ik er niet zou zijn. Dat zou ik mezelf nooit vergeven. Al snel voelde ik me verantwoordelijk voor het wel en wee in ons gezin. Tegen papa zei ik dat mama het niet zo bedoelde en andersom. Het is 3x bijna tot een scheiding gekomen en 3x krabbelden ze terug. In 2002 liep het echter de spuigaten uit.
Mijn moeder sliep al een jaar op een opklapbed bij mij op de kamer, omdat ze weigerde nog bij mijn vader in bed te slapen. Ik werd haar vertrouwenspersoon.
De ruzies liepen steeds meer uit de hand en het gedrag van mijn moeder werd steeds extremer. Ze smste mij altijd met de vraag of ”hij” (mijn vader) al weg was, dan kon zij naar huis komen. Ze sloeg ‘s nachts op de vlucht en als ik er dan niet bij was, smste ze me ”Uit het oog, uit het hart.”
Ik herinner me nog een avond dat ze wilde vertrekken. Mijn vader was aan het werk bij een dansschool bij ons in de buurt. Mama had slaapzakken in de auto gestopt en stelde mij voor het blok. Als ik niet in zou stappen zou ik haar nooit meer zien. Ik ben dus ingestapt met het plan om mijn moeder om te praten om terug naar huis te rijden. Ik was toen 13.
Elke keer reed ze langs de dansschool en zei ze ”Je kunt nu uitstappen en dan zie je mij nooit meer.” Ik kon alleen maar huilen, maar het is me wel gelukt om haar na een paar uur rijden terug naar huis te laten rijden. Steeds vaker maakte ze mij bezorgd. Dan stuurde ze smsjes dat ze met de auto de zee in zou rijden of een pot pillen in zou nemen. Daardoor bleef ik voor haar zorgen en nu weet ik dat daardoor mijn verlatingsangst en afhankelijke persoonlijkheidsstoornis zijn ontstaan.
Kerst 2002- ik was inmiddels 14, zat in de 2e, was een hel. Ik was echt bang dat mijn vader mijn moeder zou vermoorden en probeerde hem maar rustig te krijgen. Pasen 2003 hetzelfde. Gelukkig had ik in de 2e een mentrix die alles haarfijn doorhad en waar ik dus ook mee kon praten. In dat jaar begonnen mijn psychische problemen. Ik wilde van huis weglopen, mijn faalangst openbaarde zich en ik werd depressief en kreeg steeds meer behoefte aan bevestiging. Deze zocht ik mij mijn mentrix.
Op 16 juni 2003 zouden mijn vader en mijn broer gaan verhuizen, maar de dag ervoor kreeg mama een auto-ongeluk, net nadat ze mij had afgezet. Door de hele medische molen waar ze toen in terecht kwam, werd er longkanker bij haar geconstateerd. Ze waren er maar op het nippertje bij geweest, het was bijna te laat. Toen volgden er weken dat mijn vader en mijn broer al waren verhuisd en ik alleen achterbleef in het huis waar we met zijn 4en hadden gewoond. Mama lag immers in het ziekenhuis en wilde niet dat ik bij papa zou slapen. Zelf wilde ik dit ook niet, uit angst om mama boos te maken. Ik ging compleet voor mijn moeder zorgen, eigenlijk niet meer voor mezelf.
Op 25 juli werd ze geopereerd en godzijdank is ze genezen tot op de dag van vandaag. Ik was met de hakken over de sloot overgegaan naar de 3e, daar had mijn mentrix een goed woordje voor gedaan. Maar juist toen, toen het thuis in rustiger vaarwater kwam (wat heet; de scheidingszaak liep nog steeds en van de advocaat van mama mocht ik papa niet zien en moest ik tegen hem getuigen in de rechtzaal, dit heb ik overigens niet gedaan), stortte ik in. Ik creeerde mijn eigen wereld van automutilatie en rommelen met eten. Hele dagen sloot ik me op op mijn kamer.
Het liep pas echt uit de hand toen ik van 3 vwo naar 4 havo moest en dus ook een andere school. Wat voelde ik me gefaald. Bang om er niet bij te horen op deze immense scholengemeenschap
vergeleken bij mijn vorige school, liet ik me compleet meesleuren door 2 klasgenootjes, een tweeling. Ik wilde zijn zoals zij, want dan zouden zij zich over mij ontfermen. En ons contact werd heel hecht. De havo ben ik fluitend doorgekomen maar wel al automutilerend, lijnend en af en toe te veel medicatie slikken. Maar voor de buitenwereld was ik sterk. Ook voor mijn moeder, die ik financieel steunde door naast mijn school nog 16 uur per week te werken bij een callcenter.
Ik raakte steeds meer in de ban van het niet-eten, maar was ook “slim”. Als ik eens bij mijn vader was of met mama weg, dan at ik gewoon. Dat ik dan de rest van de week nauwelijks at hoefden hun niet te weten.
Ik slaagde voor mijn havo en ging daarna Maatschappelijk Werk en Dienstverlening studeren in Amsterdam. Tot mijn eigen verbazing hoorde ik er hier wel bij. Maar de eetstoornis had al te heftige vormen aangenomen en na een half jaar studie moest ik stoppen voor mijn 1e opname. Die had ik zelf geregeld omdat de situatie thuis onhoudbaar was en al helemaal niet steunend om aan mijn eetstoornis te werken.
Ik werd op 7 mei 2007 voor het eerst opgenomen bij de Ursula. Totaal ziekte-inzichtloos als ik was dacht ik even wat kilo’s aan te komen, weer te leren eten en dan in september weer naar school. Niets was minder waar. Deze opname duurde 7,5 maand en werd niet verlengd omdat ik geen vooruitgang meer boekte. Vooral door de complexheid van mijn thuissituatie en het nog steeds tussen mn ouders in staan.
Er werd besloten dat ik naar de 4-daagse deeltijd zou gaan, maar in de 2 weken die ik thuis moest overbruggen viel ik af en in mijn 1e week van de deeltijd moest ik dus een bepaald gewicht aankomen, anders was het einde behandeling. ”We gaan immers niet de kliniek herhalen.”
Ik heb me een week lang het schompes gegeten en kwam net te weinig aan. Einde behandeling. Ik mocht terugkomen als ik weer op mijn minimum zat. In de tussentijd mocht ik elke week naar een motivatiegroep en zou ik daar ook gewogen worden. Maar in plaats van weer naar mijn minimum toe te groeien, raakte ik er steeds verder van verwijderd. Alle veiligheid was immers onder mijn voeten weggeslagen. Ik was opeens behandelloos thuis en had totaal geen toekomstperspectief.
Toen kwam ook mijn oma te overlijden en vervolgens belandde 2 dagen later mijn moeder aan de hartbewaking in het ziekenhuis. Ze kon het allemaal niet aan.
Weer moest ik er voor haar zijn en werd ik gecomplimenteerd met de band die ik voor de buitenwereld met mijn moeder had. Na een paar weken kwam ik weer voor mijn weegmoment en zat ik al ruim onder mijn opnamegewicht van het jaar ervoor. Ze konden me niet meer helpen en zouden me uitnodigen voor een intakegesprek om opnieuw de kliniek in te gaan. Dit duurde en duurde echter maar en ik werd steeds extremer in mn (niet)eetgedrag. Op het laatst leefde ik op nog nauwelijks iets. De Ursula kwam maar niet met een intakedatum.
Totdat mijn vader me na 3 maanden zag en zich helemaal het schompes schrok. Hij heeft toen contact gehad met de psychiater van de Ursula en op 31 maart 2008 had ik een crisisgesprek met haar waarin ze zei dat het NU moest veranderen en dat ‘t anders niet meer hoefde, te laat was.
Diezelfde week ben ik nog opgenomen op de PAAZ. Hier heb ik 6 weken gezeten tot er weer plek was in de ursula. De eerste tijd mocht ik niets, als ik naar buiten wilde moest ik in een rolstoel. Deze opname was ik veel gemotiveerder dan de opname ervoor, want nu had ik gezien hoe diep ik was gegaan, dat ik er bijna niet meer was geweest en ik leerde dan ook veel. Vooral over mijn thuissituatie, het ongezonde contact met mn moeder (dat dat echt anders MOEST want het stond mijn genezing in de weg). Ik kwam aan, maar te langzaam.
Na een half jaar eindigde deze behandeling dan ook wegens het te vaak niet halen van mijn gewichtseisen. Maar de Ursula durfde me niet zomaar naar huis te sturen, uit angst voor een herhaling van na mijn vorige ontslag. Dus (en daar ben ik ze tot op de dag van vandaag nog steeds dankbaar voor!!) werd ik doorverwezen naar Emergis. Hier zou de aanpak zijn meer op mijn tempo wat ik aankon en meer haalbare persoonlijke doelen stellen en vooral het kijken naar wat wél goed gaat ipv niet. Dit zou beter bij mij passen.
Op 19 januari 2009 werd ik dan ook opgenomen op afdeling 40 van emergis. Het voelde alsof ik in een warm bad kwam. De groep, de verpleging. Elke stap werd aangemoedigd en geprezen en haalde je een doel niet, dan werd het doel bijgesteld zodat je het wel zou kunnen halen en je zelf ook achter je stappen stond waardoor het naar mijn mening beter beklijft.
Een jaar heb ik op deze afdeling doorgebracht. Veel heftige familiegesprekken gehad, maar daardoor zijn mijn vader en ik wel gaan praten en elkaar beter gaan begrijpen en wist ik eindelijk wat ik nodig had. Afstand van wat vroeger gebeurd is en letterlijke afstand van mijn ouders, om er niet meer tussenin te staan. Zodoende namen we het besluit dat ik in Zeeland zou blijven wonen in een eigen huisje. Hier werkten we langzaam naartoe. Voor het eerst een thuis zonder ruzies.
Op 40 werd duidelijk dat ik veel had bereikt, maar dat het meer leren leven met mijn eetstoornis zou worden dan gaan voor complete genezing op dat moment. Zodoende ben ik dus na een jaar op 40 doorgestroomd naar 42, 4-daagse dagbehandeling. Maar dat veranderde voor mij niet veel, want doordeweeks bleef ik in de kliniek slapen.
Op 42 werd ik keihard geconfronteerd met mijn identiteitsproblemen, het geen eigen mening hebben en iedereen pleasen. Mijn kameleongedrag werkte frustrerend voor sommigen van mijn groepsgenoten. Waar ik dan weer van in paniek raakte, want ik paste me heus niet zomaar aan, ik wist het ECHT niet!!!
Ik kreeg een grote terugval, waar ik met behulp van de lieve verpleging daar weer uitklom (omdat ik eerlijk durfde te zijn, voor het eerst in mn leven!). Maar op een gegeven moment werden de angsten en drukte in mijn hoofd zó groot dat ik overprikkeld raakte als ik ook maar over iets na hoefde te denken. Toen kreeg ik een rustprogramma en anti-psychotica en toen ging het langzaam beter.
Ik wilde weer leuke dingen doen. Door de weeks ging het met moeite vrij goed, maar de weekenden thuis zorgden telkens voor paniek en terugvallen in het niet-eten en braken.
Alle verantwoordelijkheid die ik als 14-jarig meisje had kunnen dragen, beangstigden me als 21-jarige en kon ik niet meer aan. Ik was bang voor het leven en het werd mijn behandelaar duidelijk dat ik een plek nodig had waar ik ook in het weekend zorg kon krijgen en mijn eigen identiteit meer zou vinden. Zo ben ik na een half jaar op 42 doorverwezen naar het Hostel in Middelburg, ook van emergis, een resocialisatieafdeling. Ik kwam daar met de doelen om naar mijn eigen huisje op te bouwen, een opleiding te starten en vrijwilligerswerk te starten.
En ondanks het feit dat ik veel in het Hostel heb geleerd en weer heb geleerd om te leven en dingen te ondernemen en contacten te onderhouden ook in moeilijke periodes, heb ik deze doelen niet bereikt. Als de verantwoordelijkheden op mijn pad kwamen viel ik terug.
De weekenden thuis waren dramatisch en met kerst bleek hoe groot het trauma aan de kerst van 2002 was toen ik compleet in herbelevingen schoot en alleen nog maar dood wilde. Sindsdien heb ik een Bed Op Recept regeling waar ik gebruik van kan maken als ik een terugval heb of in crisis dreig te raken en daardoor lukt het me nu elke keer beter om steeds eerder in te grijpen en er weer sneller bovenop te komen. Na veel gesprekken en een lang proces van leren accepteren, woon ik nu sinds 2,5 maand in een Beschermde Woonvorm, in plaats van mijn eigen huisje, want dat ging echt niet.
Het is nu de bedoeling om voor het eerst in jaren geen tijdsdruk te ervaren en even niet van hot naar her te verkassen. Ik kom nog 1x in de week op de poli voor eetstoornissen, moet nog een paar kilo aankomen en ik start 30 augustus met de Borderline Vaardigheidstraining om beter om te leren gaan met emoties en met crisissen enzo. Ook heb ik nu een sociaal psychiatrisch verpleegkundige waarmee ik wekelijks gesprekken heb en gelukkig een hele lieve PBer.
Ik heb nog zo mijn terugvallen in het eten, maar ben momenteel heel hard aan het werk met het toepassen van gezonde coping, dus als ik onrust voel of angst even een kopje thee drinken bij
de leiding of iets dergelijks en het gevoel van het hebben van dat vangnet helpt mij enorm. Ik zal hier echt niet voor altijd blijven, maar wel tot ik mijn doelen heb verwezenlijkt.
”Mijn eetstoornis en angsten en destructiviteit onder controle hebben en geloven dat ik het leven aankan” en dan wil ik ook de stappen in de volgorde van Borderlinevaardigheidstraining, thuisstudie, vrijwilligerswerk hebben doorlopen.
Dus nee, het gaat nog niet vlekkeloos, verre van, maar vooral dankzij het Hostel kan ik nu wel voor het eerst in meer dan 4 jaar zeggen dat ik (los van de BOR regeling) al meer dan een jaar niet meer voor mijn eetstoornis specifiek opgenomen ben geweest! Een hele mijlpaal!
Ik bewandel misschien wat omwegen en doe er misschien ook vrij lang over, maar ik ga nog steeds dóór. ik had nooit verwacht dat mijn lichaam eten of drinken ooit nog aan zou kunnen en nu sta ik waar ik nu sta en kom ik langzaam losser van mijn loyaliteitsconflict naar mijn ouders toe.
Ook ik moet geloven dat het kán, want ben soms echt nog wel de wanhoop nabij….
Liefs & keep going!
Geef een reactie