Op Proud2Bme vind je regelmatig verhalen van mensen die een eetstoornis hebben of hebben gehad. Vandaag lees je nieuw verhaal in de nieuwe serie: Ouders met een eetstoornis. Hoe is het om een eetstoornis te hebben en tegelijkertijd een kind (of meerdere) op te voeden? In deze interviewreeks delen een aantal ouders hun persoonlijke verhaal…
Vandaag het verhaal van Britt. Trotse moeder van drie jongens en één dochtertje, wat nog maar net geboren is. Samen met haar man, met wie ze al 11 jaar samen is, woont ze in Belgisch Limburg. Sinds 2017 is ze gediagnosticeerd met anorexia.
Sinds wanneer heb je een eetstoornis en hoe heeft zich dat ontwikkeld?
“Ik heb de eetstoornis ontwikkeld na de zwangerschap van de eerste. Ik kreeg na een paar weken commentaar dat de laatste 6 kilo die waren blijven plakken er nog wel af moesten. Het lukte niet echt om het kwijt te raken en toen ik na een half jaar zwanger werd van onze tweede, sloop de eetstoornis erin. Ik besloot om niet meer zoveel aan te komen als bij de eerste, dan zou ik het vast goed doen. Wat een positieve commentaren kreeg ik toen ik alleen een buikje kreeg en verder niet echt aankwam! Dat sterkte de eetstoornis en snoepen was dus echt niet nodig.
Toen ik zwanger raakte van de derde werd ik nog banger voor de gewichtstoename en sloeg de eetstoornis definitief zijn slag. Ik mocht niet meer snoepen en moest overal op letten. Nadat ik de vraag had gekregen om een week bij te houden wat er in ging, omdat ze door mijn lactose intolerantie twijfelde of er genoeg calcium binnen kwam, begon het calorieën tellen en was het hek van de dam. Iedere keer moest het minder en minder. Niemand mocht weten hoeveel ik binnenkreeg dus voor de buitenwereld at ik redelijk normaal. Als ik dan toch teveel had gegeten moest het er uit. Toen ik 30 weken zwanger was begon ik te braken. Het heeft gelukkig niet lang geduurd voordat ik besefte dat ik de controle over de controle kwijt was.
Ik ging naar de huisarts, die me meteen doorstuurde naar een psychiater gespecialiseerd in zwangeren met psychische problematiek. Die vond niet dat ik een eetprobleem had aangezien ik nog veel koolhydraten at. Die opmerking maakte dat ik nog meer het gevoel had dat ik het niet goed genoeg deed dus nam ik de eetproblemen niet echt serieus. Na de bevalling kon ik het niet loslaten en zocht ik opnieuw hulp. Deze keer via een eetstoornis kliniek. Hier werd de diagnose anorexia gesteld. Ik zakte verder en verder weg en had geen controle meer over mijn eten. De eetstoornis had gewonnen.”
Wat voor hulp heb je gekregen? En wat werkte daarin wel of niet voor jou?
“De behandeling bij de eetstoornis kliniek bestond in eerste instantie uit poliklinische gesprekken. Ze wilde me graag opgenomen hebben maar ik had het gevoel dat ik het wel op eigen kracht kon. Ik wilde mijn gezin niet achterlaten en zeker mijn pasgeboren baby niet. Ik kreeg een eetlijst en ik hield me er netjes aan. Ik kwam er totaal niets van aan waardoor het makkelijk was om er aan toe te geven, maar gewichtstoename bleef uit. Ik had rust nodig om te kunnen aankomen en dat lukte me niet.
Na een maand of 6 aanmodderen besloot ik te kiezen voor dagbehandeling. Ik kwam in een groepje waar de meiden besloten hadden om hun eetstoornis te houden en gewoon stabiel te blijven. Nog verder zakte ik weg. Uiteindelijk kon ik de strijd niet meer aan. Ik besloot dat ik toch voor een opname zou gaan om uiteindelijk een betere moeder te kunnen worden. Het allermoeilijkste besluit ooit. Ik ging mijn gezin een dikke 5 maanden achter laten. Ik hield vast aan het geloof dat ik uiteindelijk koos voor iets waar mijn gezin later ook van zou profiteren. Een beter in haar vel zittende moeder. De opname was zwaar maar bracht me terug naar gezond gewicht.
Helaas vind ik dat de behandeling nu te veel gericht is op gewicht en te weinig op wat er van binnen gebeurt. Zo heb ik in mijn laatste zwangerschap iedere week aangegeven dat ik echt niet lekker in mijn vel zat en dat mijn stemming steeds meer daalde. Ik kon niet meer genieten en de dagen duurde eeuwig. Niemand luisterde er voor mijn gevoel naar, totdat ik opnieuw mijn gewicht liet zakken. Ik vind het dan heel jammer dat er niet geluisterd wordt naar mijn eigen gevoelens. Het komt niet binnen bij de hulpverleners als ik zeg dat het niet goed gaat maar ik wel op gewicht ben gebleven. Dat maakt dat ik het gevoel heb dat de eetstoornis mijn manier van communiceren is geworden.”
Wanneer is zijn jouw kinderen geboren? Heeft dat verandering gebracht in jouw kijk op je eetstoornis?
“Mijn kinderen zijn van 2014, 2015, 2017 en mijn jongste dochter is vandaag een paar weken oud. Nu trekt de eetstoornis ook aan me maar ben ik zo verliefd op onze dochter dat ik de strijd even aan kan. Ik moet goed eten om ook haar te laten groeien. Ik hoop dat ik de juiste begeleiding krijg om dit ook vol te houden.”
Hoe ervaar jij het hebben van een eetstoornis in combinatie met het opvoeden van kinderen?
“Dit is erg pittig. Met 4 kindjes ben je constant in de weer, waar de eetstoornis uiteindelijk ook alleen maar blij mee is. Heel soms heb ik het nog moeilijk tijdens een maaltijd maar echt uitleggen lukt niet aan onze kleine kinderen. Wel leggen we uit dat mama soms een beetje verdrietig is. Als de kinderen in een niet- willen-eten fase zitten is dit voor mij heel lastig. Ik wil niet dat hen hetzelfde overkomt als mij en vind goed en gezond eten belangrijk voor hen.
Ik moet dit soms wat losser laten en beseffen dat zij dit vanzelf inhalen. Iets wat ik niet doe als de eetstoornis aan het woord is. Het is dus constant afwegen en goed proberen te luisteren naar de gezonde stem in mijn hoofd. Tegelijk geven de kinderen mij ook vaak de energie om wel weer een extra stap te zetten. Zij zijn het waard. Uiteindelijk wil ik de oude patronen doorbreken en gelukkig zijn, voor mezelf maar ook voor hun. Genieten van het leven en daar hoort eten bij. Op dit moment ben ik dus aan het twijfelen of de huidige hulpverlening mij hierbij gaat helpen of dat ik moet wisselen van therapie.”
Praat je erover met je kinderen?
“Ik praat er weinig over omdat ik ze niet wil laten op groeien met het idee dat ze bang moeten zijn om te eten. Wel praat ik veel met ze over dat het uiten van emoties er mag zijn (iets wat bij ons thuis niet kon) en hopelijk leren zij dan op een gezonde manier hun gevoel te uiten.”
Weet je omgeving over jouw situatie en hoe word je door hen geholpen?
“In het begin was er veel onbegrip maar sinds dat ik kan verwoorden dat ik me niet lekker in mijn vel voel, en dat het me dan niet lukt om me iets extra te gunnen, snappen mensen het wel. Samen met mijn partner ben ik in therapie gegaan om deze tijd door te komen. Hij steunt me door dik en dun (letterlijk), relativeert eetstoornis gedachten vaak en stimuleert me om te eten. Zijn woorden over hoe goed ik het doe of hoe mooi hij me vind, helpt enorm. Vooral dat hij vaak zegt dat ‘als ik meer zou wegen dat ik dan nog mooier zou zijn’, zijn helpende woorden tegen de eetstoornis. Deze maakt namelijk gebruik van mijn verlatingsangst; als ik niet perfect ben en alles onder controle heb, dan zullen mensen me verlaten. Het feit dat hij na al deze ellende, alle therapieën, 5 maanden opname waar hij er alleen voorstond met drie kinderen, nog steeds is voor me, is alleen maar een bewijs dat de eetstoornis ongelijk heeft.”
Hoe zie jij de toekomst voor je?
“Op dit moment heb ik super veel motivatie om de eetstoornis en depressie te verslaan. Ik ben recent weer begonnen met de antidepressiva en ben dus op zoek naar een therapie die me wél helpt. Ik zou graag een leven leiden zonder angst en restricties. Ik ben er van overtuigd dat als de wíl er is, het dan ook wel moet lukken. Maar ik heb hier wel hulp voor nodig en dat is oké. Ik mag hulp vragen.”
Welk advies heb jij voor mensen met een eetstoornis en een kinderwens?
“Een zwangerschap met een eetstoornis is zwaar. Je wordt constant heen en weer gegooid tussen je eetstoornis en je gezonde kant, die er toch voor wilt zorgen dat je lichaam juist gevoed word voor je kindje. Zoek hulp bij mensen die verstand hebben van en ervaring hebben met eetstoornissen in combinatie met zwangerschappen. Zoek een diëtiste met verstand van zwangerschap en voeding.
Het is zeker mogelijk, maar zwanger zijn en psychische problematiek hebben maakt het dubbel zwaar. Aangezien je door die hormonen ook flink schommelt in stemming, nog niet gesproken over de periode na de bevalling waar je hormonaal helemaal van slag bent. Ik zit er midden in en heb helaas niet de juiste hulp gekregen in de zwangerschap waardoor ik nu al diep zit bij de geboorte van onze dochter. Opbouwen van antidepressiva is altijd pittig, maar in combinatie met een bevalling en kraamtijd is het echt dubbel zo zwaar. Het kijken naar mijn kindje verzacht mijn psychische last, maar het was veel fijner geweest als ik verder hersteld was geweest en beter wist om te gaan met mijn gevoelens.”
Wil je nog iets meegeven aan andere ouders die in een vergelijkbare situatie zitten?
“Blijf praten! Geef aan wat je nodig hebt en wat de ander voor je kan betekenen. Samen sta je sterker. Hulp zoeken bij mensen die hetzelfde hebben meegemaakt is ook zeker prettig. Kies voor je gezonde kant, die heeft alleen maar het beste voor met jou en je kinderen. De eetstoornis zorgt alleen maar voor een dieper dal en maakt alleen op korte termijn dat je je even in control voelt. Op lange termijn wil je liefde voelen, liefde laten binnenkomen en echt kunnen genieten, in plaats van alleen verstandelijk weten dat je van je kind houdt. Je bent het waard, je gezin is het waard, je partner is het waard. Het leven is veel te kort om jezelf te kort te doen. Vecht!”
Ben jij een ouder met een eetstoornis en heb jij een verhaal waar anderen steun uit kunnen halen? Voel je dan vrij om jezelf op te geven voor de volgende reeks via redactie@proud2bme.nl.
Geef een reactie